IJl
I'
De drie tovergaven
HOOI
Z TIJD
AiTru
r
.11
ifn
Voor onze
Postzegelverzamelaars
:p!
j'lS
lOflRfaflCH
a
R waren eens een ko
ning en een koningin,
die een heel lieve doch
ter hadden. Ze was al
tijd vriendelijk en allo
mensen hielden dan
ook heel veel van haar
Toen de prinses 15 jaar
werd, nodigde de ko
ningin de ;ie verstandigste vrouwen van
het land uit. *m in het paleis te komen en
haar dochter geluk te wensen Ze namen de
uitnodiging onmiddellijk aan en gaven de
prinses iets, dat ze het beste voor haar
vonden.
„Ik geef je grote kracht" zei de ene.
„Van deze dag af zal je sterker zijn dan den
sterksten man in het hele koninkrijk. Maar
bedenk, prinses, dat je deze kracht alleen
voor jezelf mag gebruiken Zodra je haar
gebruikt om een ander te helpen, verlies
je haar en ben je weer even zwak als ieder
ander mensenkind."
De tweede zei: „Ik schenk je de gave om
de toekomst te weten, zogauw je dat maar
wilt. Alles wat morgen, overmorgen en
over jaren zal gebeuren, zal je van tevoren
kunnen zien Maar één ding moet je beden
ken prinses: Als het misschien mocht ge
beuren, dat je iets verdrietigs in de toe
komst ziet, dan moet je dat zonder moppe
ren aanvaarden, want je kunt het maar
éénmaal veranderen en dan verlies je
daarmee meteen de gave om de toekomst
te kunnen zien."
De derde, die de mach
tigste van de drie was,
gaf de macht over le
ven en dood aan de
prinses Ze zou onster
felijk zijn en altijd jong
en mooi blijven. „Maar
er is één voorwaarde,"
zei ze, „je mag nooit
vragen om een ander
in leven te laten. Want
zodra deze wens ver
vuld is, moet je zelf
sterven, zoals ieder
mens."
De prinses dacht aan
alles, wat de drie vrou
wen haar gezegd had
den en het kwam pre
cies zo uit, als ze haar
voorspeld hadden. Ze
werd erg sterk, ze kon
in de toekomst zien en
ze was jong en mooi.
Op een dag trok de* prinses helemaal al
leen door het land, om het rijk, dat later
van haar zou zijn, goed te leren kennen.
Ze kwam aan een grote brede rivier en ze
wist, dat die rivier de grens van het ko
ninkrijk was. Toen ze nu op de hoge oever
stond en haar hand boven haar ogen hield
om te zien, wat er aan de andere kant van
de rivier was, zag ze aan de overkant een
jonge man, die zijn paard uit de rivier liet
drinken. En toen ze zag, dat hij een gou
den kroon op het hoofd droeg, begreep ze
dat hij een koningszoon moest zijn. Daar
om knikte ze vriendelijk, toen hij haar zag
en met zijn hand groette. De koningszoon
vond haar zo mooi en zo lief, dat hij zijn
paard besteeg en probeerde om over de ri
vier te springen. Het lukte hem bijna, maar
de oever was zo steil, dat het paard uit
gleed en met zijn berijder in de rivier viel.
De prinses zag hoe het woeste water hem
mee trachtte te sleuren in de diepte. ,Ik
ben de enige, die hem redden kan", dacht
ze. Maar toen dacht ze ineens aan de woor
den van de vrouw, dat ze haar grote kracht
zou verliezen, als ze een ander ermee hielp
„Misschien komt hij er toch zelf nog wel
uit", hoopte ze, maar toen zag ze, dat de
prins met zijn gouden harnas in het tuig
van het paard vast zat en dat hij onmoge
lijk los kon komen. Toen sprong de prin
ses in het water met al haar kleren aan en
met haar kroon nog op. Ze zwom met
krachtige slagen naar de plaats waar de
prins lag en redde hem en zijn paard.
Maar toen ze hen beide op de kant getrok
ken had, voelde ze zich plotseling zo moe
en zwak, dat ze haar ogen sloot en op de
grond neerzakte. De koningszoon kuste
haar en zei: „Word wakker, lieve prinses.
Aan jou heb ik mijn leven te danken. Hoe
zal ik je dat ooit kunnen vergelden. Wil je
mijn vrouw worden en de koningin van
mijn rijk?"
Bij deze woorden sloeg de prinses haar
ogen weer op en keek den prins aan. Toen
knikte ze en de prins tilde haar op en voer
de haar op zijn paard naar het kasteel,
waar de bruiloft met grote pracht werd ge
vierd.
De jonge koningin had er helemaal geen
spijt van, dat ze haar grote kracht verloren
had, want ze ging erg veel van haar man
houden, omdat hij zo goed en dapper was
en zo sterk, als een mens op aarde maar
zijn kan.
Na een jaar werd er een klein prinsje ge
boren. De koningin hield ongelofelijk veel
van haar zoontje en hij was ook zo lief en
fijn, dat iedereen met bewondering naar
hem keek Hij groeide tot een flinke jon-
Hu
kwamen ze weer naar voren en vochten
met nieuwe moed verder.
De koningin had vanaf een berg naar het
gevecht gekeken. Toen ze haar zoon zag
vallen rende ze naar beneden en sprong
midden tussen de strijders. Ze kon door
geen schot of pijl getroffen worden, want
ze was immers onsterfelijk. Ze zag hoe alle
pijlen, die op haar werden afgeschoten,
met een wijde boog om haar heen vielen.
Ze liep door naar de plaats waar haar zoon
op de grond lag en riep toen luid: „Waar
om gaan alle pijlen om mij heen? Durft
niemand mij te treffen, maar wel mijn
dapperen zoon?" Ze knielde bij haar zoon
neer en streelde hem over zijn haar: „Wees
niet bang, mijn jongen", zei ze en tranen
stonden in haar ogen, ,je hoeft nergens
bang voor te zijn. Je zult overwinnen, dat
weet ik. Je blijft gespaard voor ons land en
voor de mensen. Regeer over hen, zoals je
altijd hebt gedaan, dan is alles goed." Daar
na kuste ze hem en riep over het veld: „Ik
wil sterven en mijn zoon zal leven!"
De koning opende de ogen en het was
alsof er nieuwe kracht in hem gekomen
was. Hij stond op en liep naar zijn solda
ten. De vijanden schrokken zo vreselijk,
toen ze hem zagen, dat ze op de loop gin
gen en onder luid gejuich werd de koning
tussen zijn soldaten opgenomen. Zo be
haalden ze een grote overwinning. Maar
toen hij bij zijn moeder terugkwam, lag ze,
op het slagveld en was dood.
Nog nooit heeft een volk zo om zijn ko
ningin getreurd als om haar en zolang er
dichters en zangers in het land waren,
werd haar lof gezongen.
~door Jan van Leeuwen.
In Tsjecho Slowakije zijn de laatste tijd
verschillende nieuwe postzegels uitgege
ven. Ter gelegenheid van de verjaardag
van den gestorven president Masaryk, ver
scheen een serie, die bestaat uit twee post
zegels van 50 50 heller en van 1 kr. 50
heller en nog een ongekartelde van 2+3
kroon. Het beeld is bij allen hetzelfde. Het
stelt president Masaryk voor met een klein
meisje in Moravische dracht op de arm.
„Zouden we nu niet eerst het eiland eens
(aan onderzoeken, Karei?"
gen op en op een dag zei de koningin: „L: i
wil weten, wat de toekomst voor mijn zoon
zal brengen. Wat er ook gebeurt, hij moet
gelukkig zijn."
Toen zag ze als in een droom haar jon
gen groot worden. Hij sprong op zijn paard
en trok weg om mee te vechten in een
oorlog. Hij was de moedigste van allemaal
en de koningin was erg trots op hem. Maar
toen zag ze hem plotseling op een ziekbed
liggen. Hij was zwaar gewond en zou zijn
hele verdere leven op bed moeten blijven
zonder zijn ledematen te kunnen gebrui
ken.
De koningin begon erg te huilen, toen ze
dat zag en riep: „Nood en gevaar en zelfs
de dood zijn beter dan een heel leven lang
hulpeloos te zijn. Ik zou er alles voor over
hebben als ik dit lot van mijn zoon kon
afwenden!".... Toen vervaagden de beel
den voor haar ogen en hoe ze ook haar
best deed, ze kon nooit meer in de toe
komst zien. Maar ze vond het helemaal niet
erg, want ze had het er best voor over. Ze
wist, dat ze haar kind voor een vreselijk
lot had gespaard.
Zo gingen de jaren voorbij. De koningin
zag haar echtgenoot ouder worden en ten
slotte stierf hij. Ze zag, hoe haar jonge
zoon een machtig heerser werd en dat
iedereen in het land van hem hield. Alleen
zij zelf veranderde niet en bleef even jong
en mooi als ze vroeger was.
Toen gebeurde het, dat er vijanden in
het land kwamen, die alles in brand staken
en verwoestten.' De koning' ging met het
leger mee en zijn moeder kon het toen
niet langer meer uithouden in het paleis.
Ze ging ook naar het slagveld, om ten
minste dicht bij haar zoon te kunnen zijn.
Er werd vreselijk gevochten en aan beide
kanten vielen duizenden dappere soldaten.
Midden tussen de vijanden vocht de ko
ning met zijn trouwste dienaren. De vijan
den weken al een beetje terug, want ze
konden niet tegen den koning en zijn of
ficieren op, maar toen werd de koning
plotseling door een pijl getroffen en viel
op de grond. Zodra de vijanden dit zagen,
as* mi
Ook is er een postzegel uitgegeven ter
waarde van 50 heller, ter herinnering aan
de slag bij Bachmac, 20 jaar geleden. Het
beeld stelt voor Tsjechische soldaten, die
klaar staan voor de strijd.
De laatste postzegels, die in ons land uit
zijn gegeven, zullen jullie allemaal wel
eens gezien hebben. Voor alle zekerheid
geven we hier nog een paar afbeeldingen
van de serie. De bijslag is voor de instel
lingen in ons land, die voor arme en be
hoeftige mensen zorgen
Hieronder volgt nog een korte samen
vatting van de serie, waarin je kunt zien
welke figuren er op afgebeeld staan, wel
ke kleur ze hebben en hoe groot de bijslag
voor elke zegel is.
114 cent Marnix van St. Aldegonde
grijs
cent
3 cent
Heldring groen
2
cent
4 cent
Maria Tesselschade
rood
2
cent
5 cent
Rembrandt olijfgroen
3
cent
I2y2 cent
Boerhave blauw
3i/2
cent
Een werk, dat nooit klaar is.
De schilders van de geweldige spoorbrug
in Schotland over de Firth of Forth zijn
nooit klaar met hun werk. Ze doen er drie
jaar over om van de ene kant naar de an
dere te komen met schilderen en als z<
daar zijn is het weer tijd om van voren af
aan te beginnen. Deze brug moet steeds
goed in de werf zitten, omdat anders het
j ijzer door het zeewater en door de lucht
teveel wordt aangetast en zou gaan roes
ten, wat natuurlijk erg gevaarlijk is.
ACCOMPONG, DE NEGERREPUBLIEK
VAN JAMAIKA.
Midden op Jamaika, een van de grootste
eilanden van de Grote Antillen, ligt een
bergland, dat Accompong heet. Het bestaat
eigenlijk alleen uit een grote nederzetting,
die Maroon Town heet. Dit Accompong is
een negerrepubliek en wel ongeveer de
oudste onafhankelijke regering in Ameri
ka. Al honderd jaar voor Amerika onaf
hankelijk werd verklaard, werd deze ne
gerregering erkend. Hoewel Accompong
midden in een Engelse kolonie ligt, kan
geen Engelsman daar binnen komen, geen
officier kan bevel geven, dat een van de
negers onder dienst moet. Ze zijn volko
men zelfstandig en hebben hun eigen wet
ten. De bewoners van Accompong stammen
van de slaven af, die door de Spanjaarden
naar Jamaika waren gebracht.
Toen in het jaar 1665 de Engelsen de
Spanjaarden versloegen, vluchtten de ne
gers naar het binnenste van het eiland. Ze
gingen in het bergachtige gebied wonen en
begonnen een oorlog tegen de Engelsen,
die aan velen het leven kostte. 42 Jaar lang
vochten de slaven, die nu vrij waren ge
worden, met de Engelsen. De oorlog werd
heel verwoed en fel gevoerd en de Engel
sen besloten tenslotte om vrede te sluiten.
Ze gaven den negers de voorrechten, die
ze ook nu nog hebben. De bewoners van
Accompong leven tegenwoordig in mooie,
goed onderhouden hutten, ieder heeft zijn
eigen stuk grond en dus ook zijn eigen
oogst. Niemand kan zijn land verkopen Als
iemand sterft, die geen erfgenamen heeft,
komt het land weer aan het opperhoofd, die
voor zijn hele leven door een landsraad
van acht mannen en vrouwen werd geko
zen. Hij verdeelt het land dan weer onder
grote families.
Elke dag lijkt wel een feestdag in Ac
compong. Er worden nooit misdaden ge
pleegd, want de dader zou dan direct ver
moord worden. Zolang men zich kan her
inneren zijn er geen moorden gepleegd in
deze negerstaat.
WETENSWAARDIGHEDEN.
In het plaatsje Kirt in Indië is de slaap
ziekte uitgebroken. In vier weken tijd,
stierven 300 inwoners. De ziekte begon met
lichte koorts, vervolgens vielen de patiën
ten in slaap en stierven daarna.
Piloten vertellen dikwijls, dat ze door
een zware regenbui hadden gevlogen. Op
de aarde was dan geen druppel gevallen
Het water was zeker door de lucht opge
slokt!
Zoölogen hebben vastgesteld, dat de mens
nog ongeveer 9 jaar zou kunnen leven, als
plotseling alle vogels op de wereld zouden
uitsterven. De insecten zouden dan al heel
gauw de overhand krijgen.
(PU
s-
«s
Op veel weilanden is men al klaar met
hooien, want dit jaar zijn de boeren er al
heel vroeg mee begonnen. Meestal blijft het
hooi niet lang buiten liggen, maar het moet
wel goed gedroogd zijn, voor het op de
karren geladen en op de* hooizolders of in
de hooibergen gelegd wordt. Om het vlug
ger te laten drogen helpen de boeren het
een beetje- en wanneer de bovenkant goed
door de zon gedroogd is, gaan ze met hooi-
schudders naar het land en keren het hooi.
Dan komt dus de onderkant boven te lig
gen en wordt die gedroogd. Het is natuur
lijk erg vervelend voor de boeren, wan
neer het gaat regenen vóór het hooi bin
nen is en daarom maaien ze het meestal als
het erg mooi weer is en halen het zo gauw
mogelijk binnen.
Als het hooi eenmaal binnen gebracht
is, kan er hooibroei optreden. Dat is alleen
het geval als het hooi nog te vochtig was,
toen het binnen kwam en wanneer het
niet goed verdeeld is in de berg of de
schuur. Als het erg lang broeit kan de
temperatuur tot over de 70 graden stijgen
en kan het hooi tenslotte m brand vliegen.
Op dit plaatje zien juHie een hooieehttdfc
der aan het werk.