Nederl. Vereeniging voor Luchtbescherming. MANCHESTER BROEKEN voor* het werk. Van 't HANDELSHUIS zijnIJa Een afdeeling' opgericht met 90 leden. Eindles Bijenteelt. Bijeenkomst der Soester Imkers. Hooggestemde rede van den heer A. van Batenburg. Veel interresse en veel medewerking. EERSTE SOESTER BEGRAFENIS-ONDERNEMING FEUILLETON Zij had het volbracht. HCPPENBRWIWERS EERSTE AMERSFOORTSCHE VERHUISQNDERNEMING - TtS- i H. Bunk Zn., Puntenburgerlaan16, Tel. 1295 UB Voor SoestJ. NOORDIJK - Braamweg 40 TWEEDE BLAD. ZATERDAG 10 DECEMBER 1938 NUMMER 99 2.69 3.75 4.5b 5.25 Donderdagavond om 8 uur had in de groote zaal van hotel Eemland de reeds eerder in de pers aangekondigde bijeen komst plaats, ten einde te geraken tot de oprichting van een plaatselijke afdeeling van de Nederlandsche Vereeniging voor Luchbescherming. Ondanks het minder gunstige weder had de propaganda-actie in de plaatselijke pers en het voorbereidende werk van het voor- loopig dagelijksch bestuur veel en goed werk gedaan en was de zaal tot in alle uithoeken met belangstellenden gevuld. Onder deze vele aanwezigen bemerkten wij Mr, W. A. J. Visser, burgemeester van Soest, de heeren D. A. d. Bruyn, wethouder en J. G. A. Batenburg, gemeente-secretaris, Ir. W. C. van Goor, directeur van Gemeen tewerken, de raadsleden J. Stroband en H. Zijlstra, den Inspecteur van politie A. F. Schreuder, den commandant der Vrijwillige Brandweer W. Groart, den apotheker W. G. van Zadelhoff, de voorloopige bestuurs leden en vele, vele anderen uit het open bare en vereenigingsleven te Soest en uit alle lagen van vooraanstaande particulie ren. De heer C. A. H. L. Wüst, hoofd van den Gemeentelijken Luchtbeschermingsdienst alhier, opende de bijeenkomst met 'n woord van welkom en zette de bedoeling ervan even kort uiteen. Deze groote belangstel ling van thans is reeds het begin van het goede, doch men moge bedenken, dat voor- het welslagen van een goede organisatie van luchtbescherming de geheele bevolking schouder aan schouder moet medewerken. Het juiste verschil tusschen Luchtbescher mingsdienst en zelfbescherming zal de spr. van dezen avond uitvoerig uiteenzetten. De burgemeester zal geen woord van aanbeveling spreken voor het onderwerp zelf, dat door een veel meer deskundig per soon zoo straks zal worden behandeld. Wèl wil spr. inleiden den voorloopig voorzitter, den heer W. D. A. Amtzenius, en met groo te dankbaarheid gewaagt hij van diens groote activiteit, tot aan heden reeds be toond in het belang der goede zaak. Spr. beveelt dit voorloopig bestuur in de welwil lendheid der vergadering met klem aan, want werkelijk: het zijn allen toffe jon gens. (vroolijkheid). Moge dit voorloopige bestuur zoo straks, op welke wijze dan ook, in een definitief worden omgezet tot heil eener goede organisatie alhier in de toekomst en ten bate der burgerbevolking. De voorloopige voorzitter, de heer Amt zenius betuigt zijn dank aan den burge meester voor diens steun en acht zich daar van ook in de toekomst verzekerd. Ook komt dank toe aan den heer Wüst, die als adviseur in het bestuur genegen is zitting te nemen. Hij deelt mede, dat de heeren Grift en van Gameren wegens ziekte en ambtsbezigheden heden niet aanwezig kun nen zijn. Ook dankt spr. de pers, die veel tam-tam heeft geslagen; op de resultaten daarvan in de toekomst mag worden vertrouwd. De bedoeling der nieuwe afdeeling zal zijn de bevolking voor te lichten ten opzichte van de door ieder te nemen maatregelen. De contributie is met het oog op de draag kracht der minder gesitueerden buitenge woon laag gehouden in haar minimum-be drag: slechts 25 cent per jaai. Doch waar daardoor de kosten niet zullen kunnen wor den, gedekt, mag gehoopt worden op vele hoogere contributies van 3.en 4. teneinde een gemiddelde van minstens 1.te verkrijgen. Tenslotte geeft spr. het woord aan den spreker, den heer A. van Batenburg, com missaris van politie te Oosterbeek, die in een hooggestemde rede op voortreffelijke en kundige wijze zijn visie op de noodzaak van een goede luchtbeschermingsorganisatie voor de burgerbevolking in hunne woon huizen-zelf uiteenzette, een rede, die met intense en warme belangstelling werd aan gehoord in ademlooze stilte. Het was als of deze spreker zijn gehoor tot in de ziel trof; hij drong de ijzeren noodzaak van pri vate beschermingsmiddelen zelfs aan den grootsten twijfelaar op. Eenvoudig, onop gesmukt, scherp omlijnd en rechtstreeks op het doel afgaande zette spr. de practijk der nuchtere, naakte werkelijkheid uiteen, zonder omwegen. De boodschap, die U thans gebracht wordt aldus de spreker is in zijn vol len omgang een oorlogsvraagstuk; het be treft een strijdpositie, die altijd in de we reldgeschiedenis is teruggekomen. Samen werken de menschen zich in de wereld om hoog, doch de historie leert ons, dat wij ons bij voorbaat moeten beveiligen tegen de gevolgen van een strijd, die onafwendbaar komt. Al pogen wij dien strijd te voorko men, al willen wij hem niet, hij komt toch. Wanneer de basis van het recht vervangen wordt door de basis van het geweld, dan is dat door alle tijden heen uitgeloopen op een oorlog; honderden malen heeft de wereld dat al kunnen aanschouwen. Het is hard en naar, maar het is zoo. Zoodra het recht verbroken en vertrapt wordt en de macht daarvoor in de plaats treedt, is er altijd strijd gekomen en dat zal nu vast en zeker ook zoo zijn. Alle stelsels uit de laatste 100 jaar hebben dat geleerd. In die tijden is er dan een tekort aan rechtsbesef, aan organische kracht en aan opofferingsge zindheid, met het gevolg: oorlogsvoorbe reiding overal, net als wij nu om ons heen zien. In 1870 en in 1914 was het net zoo en binnen betrekkelijk korten tijd zal onge twijfeld die strijd, die steeds na zoo'n perio de is gekomen, uitbreken. Als wij er niet in slagen vóór dat uit breken de benoodigde beschermingsmaat regelen te treffen, dan zullen in dien ko menden strjjd, die grootendeels in en van uit de lucht zal worden gevoerd, vele slacht offers vallen door paniek, chaos, en directe aanvallen. De verliezen aan menschenle- vens en moreel zullen dan ontzaggelijk zijn en wij zullen dan onze kalme berusting en onze gioote nalatigheid in het treffen van de noodige voorbereidingen voor bescher ming tegen luchtaanvallen duur, héél duur moeten betalen, wij zullen dan hoofd voor hoofd met bloed betalen. In de huiskamers zullen wij critiek en tegenzin tegen de noodige maatregelen moeten overwinnen, wat niet gemakkelijk zal zijn, doch doen wij het niet, dan moe ten wij het toch óók leeren, maar dan la ter onder de slagen van den oorlog, met al zijn nadeelen en gevaren; ook in Spanje en China heeft men het geleerd, maar men vrage niet hoe en tegen welken prijs. Wij kunnen het nog leeren in vollen vre destijd, als men die maar gaat gebruiken om voor te bereiden en te oefenen. Daarbij is vooral noodig stoïcijnsche kalmte. Het is een mooi ideaal, indien het leven van een mensch in nood kan worden gered door het brengen van een offer. Er is hier thans geen dwang, niemand wordt verplicht zich aan te sluiten en con tributie te betalen, doch men doet dat ge heel uit eigen vrijen wil, omdat men beseft, dat het werkelijk noodig is. Doch dat besef moet nog aan velen worden bijgebracht en daarin ligt voor de leden een schoone taak, in het huisgezin, bij vriend en bij buurman! Spr. hoopt dus, dat velen het aangiftebiljet voor het lidmaatschap zullen invullen en besluit zijn op hoog peil staande rede met het uiteenzetten van de kracht van het ge bed, ook in dit soort zaken, (applaus). De voorloopige voorzitter, de heer Amt zenius heetf den indruk, dat de vele aanwe zigen de rede van den heer Batenburg op hoogen prijs hebben gesteld en veron derstelt, dat velen zich nu ook als lid zullen opgeven; de minimum contributie bedraagt 0.25 per jaar plus 0.10 voor toezending van de periodieken en vlugschriften der vereeniging, waaronder het maandblad „Luchtgevaar." Daarna werd gepauzeerd. Na de pauze deelde de voorloopige voor zitter mede, dat zich reeds ruim 90 leden hadden opgegeven, vele brochures waren verkocht en de gemiddelde contributie op meer dan 1.per jaar was gekomen; verwacht mag worden, dat velen de gedach te nog zullen uitdiagen en in het huisgezin en elders nog meer leden zullen aanwerven. Rest thans nog, na de oprichting dei- plaatselijke afdeeling, de verkiezing van een bestuur. De heer Fortuyn Harreman meent, dat het voorloopige bestuur al zooveel goeds heeft gedaan en zooveel heeft georgani seerd, dat wij dit bij acclamatie moeten verkiezen als definitief bestuur, dan kan het dooi werken. De aanwezigen betuigen in overgroote meerderheid door krachtig applaus hun in stemming met deze woorden. Op een vraag van den voorloopig voorzit ter, of iemand een ander voorstel heeft, gen gasaanvallen, aanschaffen van en oefenen met gasmaskers, het werk, doel en streven der vereeniging en veel meer, te veel om hier te releveeren. Aan het einde van die vertooning, die met een krachtig applaus werd beloond, dankte de voorloopig voorzitter den spre ker voor diens moeite en de aanwezigen voor hun opkomst, daarbij de wensch uit sprekende, dat de thans toegetreden leden allen propagandisten zullen worden voor de vereeniging en allen veel nieuwe leden zullen aanbrengen. Hierna werd deze zeer geanimeerde en druk bezochte vergadering gesloten. Nog wordt medegedeeld, dat voorloopig tot en met 24 December a.s. des morgens van 1012 uur gelegenheid bestaat zich als lid op te geven aan het bureau van de Luchtbeschermingsdienst, achter het kan toor van den Gemeente Ontvanger; ook schriftelijke opgaven kunnen natuurlijk worden ingezonden. Donderdagavond is in café Zonneheuvel aan de Torenstraat de eindles gegeven van den cursus in bijenteelt. Het laatste uur vertoonde de heer W. A. van Elmpt, de lei der van dezen cursus, een aantal interes sante lantaarnplaatjes, die het geleerde ongetwijfeld hebben verduidelijkt. De cursus is door de 15 deelnemers geregeld gevolgd. Aan het slot heeft de voorzitter van de afdeeling Soest er nog op gewezen, dat verdere studie zeer gewenscht is. Spreker beval het lezen van goede bijenboeken aan en tevens aanschaffing van een goed hand boek, dat in elk bijzonder geval geraad pleegd kan woiden. Met de hoop, dat allen, voorzoover ze dit nog niet waren, lid zou den worden van de afdeeling en veel pretti ge uren zouden beleven met de interessan te bijenteelt, besloot de heer Ten Raa. handhaven, omdat de eene koningen, die op de bruidsvlucht gaat - zeer dikwjjls paart met een zwarte dar. De halfbloeden zwer men wel. Het zuivere ras is niet steeklustig en zeer zachtaardig. De steeklust van de half bloed staat gelijk met die van de Holland- sche brj. De derde generatie, dus de nateelt van de halfbloed, is zeer steeklustig en bij na niet te hanteeren. Een ander voordeel van de Amerikaan- sche bij is, dat zij veel broed evert en dus bij goed weer, in korten tijd veel volk heeft. Per dag legt een goede moer 3000 5000 eitjes. Een goede koningin kan niet langer dan twee jaar mede. Wil men het zuivere ras Sportieve modellen Moderne kleuren Prima kwaliteiten Bekende merken als: Bölim Wegener Brummel Moores Borsalino OPGERICHT 1899 Fa. J. C. Haks Dz. Directeur D. HOOLWERF Telef. 2731 Kantoor: Heuvelweg. 18 begrafenissen - transporten - Crematie-s Naar het Engelsch. 12). „zy heeft roodvonk in den gevaarlijk sten vorm; tegen u kan ik wel zeggen, dat ik maar weinig hoop heb. Ze moet de in fectie hebben opgedaan op haar reis van Londen hierheen, want in het dorp zijn geen gevallen; bovendien is zij niet buiten het park geweest. U weet zeker wel, dat er geen goede verstandhouding heerscht tusschen haar en haar echtgenoot?" ,,Dat heb ik gehoord. Ze hebben jaren lang ieder op zichzelf gewoond." „Ja, en men dacht, dat zij bij een schip breuk was omgekomen. Die geschiedenis hebt u zeker ook wel gehoord? Ik hoop, dat kolonel Castelnau nu maar op Temple- more is. Ik heb tegen de huishoudster ge zegd, dat die hem dadelijk telegrafeeren moest: dan kan hy nog wel een trein voor den uwen hebben gehaald." „Is hy dan in Londen?" „Hy is hier tien dagen geleden met zijn vrouw gekomen en is vanmorgen pas naar Londen gegaan. O, kyk, we worden verwacht, of althans ik word verwacht; ik zie licht in de portierswoning." Zoodra ze voor het hek stilhielden, ver scheen er een man met een lantaarn, die tot den dokter zei: „Ik ben blijven opzitten voor u en voor den kolonel, dokter. Maar de kolonel is er nog niet." „Nu kan hij niet meer komen voor twaalf uur op den middag; maar de zuster, om wie ik getelegrafeerd heb, is hier bij mij." „O, dat is een uitkomst, sir!" De hekken werden opengedaan en zij reden door een prachtige oprijlaan, aan weerskanten afgezet met populieren en beuken. De butler, die dokter en verpleegster binnenliet, zei: „Ik ben blij, dat deze dame gekomen is, sir. Ik had nog gehoopt, dat de kolonel ook verschenen was, maar dit is niet het geval geweest." „Nu komt er geen trein meer, die stopt in Maldon vóór morgen om twaalf uur. Wel is er nog een andere, die in Wellbo- rough stopt en dan zou de kolonel allicht daar een rytuigje kunnen krijgen in „Het Wapen van den Koning." „Het is mogelijk, sir. Wilt u zoo goed zijn, mij te volgen, zuster? Het souper staat klaar voor u." Dank u. Ik zou liever rechtstreeks naar mijn patiënte gaan, dokter Iredale." De butler ging vóór, langs prachtige, breede eikenhouten trappen, door halls en corridors, totdat hy staan bleef voor een deur, die behangen was met een desinfec- teerend laken. „Hier zijn we er", zei dokter Iredale, terwyi de butler zich yiings terugtrok. vraagt de heer J. A. W. Iseger een afzon derlijke ledenvergadering, om het bestuur te kiezen, wat hij veel juister acht dan be noemingen nu, bij acclamatie, in hoera- stemming. De heer Fortuyn Harrman wil dan bij zitten en opstaan over zijn voorstel doen stemmen, doch de voorloopig voorzitter en de heer van Batenburg achtten zulks, nu er blijkbaar één of twee leden tegen accla matiebenoemingen in deze vergadering zijn, minder juist. Er zal dus nog nader een al- gemeene ledenvergadering komen, waarin mededeeling wordt gedaan van de statu ten en het huishoudelijk reglement der Ne derlandsche Vereeniging voor Luchtbe scherming, een afdeelingsreglement zal worden vastgesteld -en de definitieve be stuurs ver kiezing aan de orde zal worden gesteld. Hierna vertoonde de heer van Baten burg een groot aantal lantaarnplaatjes, op de luchtbescherming betrekking hebbende. Vele ervan gaven beelden van de verschrik kelijke gevolgen van luchtbombardementen in het buitenland, zonder dat de benoodig de beveiligingsmaatregelen waren genomen. Andere gaven de gevolgen van het werk eener goede luchtbescherming aan; schuil plaatsen in en buiten huis met eenvoudige middelen, in orde brengen van kelders, or- ganiseeren van een goede dooving der ver lichting en verhindering van uitstraling van licht, eenvoudige maatregelen tot blussching van een begin van brand, maatregelen te- „Al3 u een oogenblik wilt wachten, zus ter, dan zal ik eerst gaan." HOOFDSTUK X. Het was een ruime, gerieflijk-ingerichte, helder verlichte zijkamer, waar Vilna zich nu enkele minuten alleen bevond. Ze was geheel onder den indruk van die grillige lot/beschikking, dat zij daar was in zijn huis, terwgl zijn vrouw juist aan haar zor gen werd toevertrouwd! De tusschendeur ging open en dokter Iredale vroeg: „Wilt u binnenkomen, zuster Vilna?" Nu zij haar mantel en hoed had af ge légd, was de dokter ook getroffen door haar schoonheid. Zij volgde hem naar de weel derig ingerichte kamer, waar de zieke lag, omringd door al, wat maar voor geld te koop is; maar terwijl de ware sympathie voor haar ontbrak, bij al degenen, die meer of min plichtmatig hun taak daar volbrachten. Het was er frisch en koel, daar de drie vensters alle gedeeltelijk openstonden. De patiënte lag in een toestand van halve be wusteloosheid, terwijl ze met moeite scheen adem te halen. Mrs. Elliott stond op van haar stoel bij het bed en zei op zachten toon: „Ik ben blij, dat u er is, zuster. Dank u wel, dat u zoo dadelijk gekomen is!" „Dit was niet meer dan mijn plicht", antwoordde Vilna. Ze trad aan het bed, boog zich over de patiënte heen en beschouwde haar eenige De Soester imkers waren Woensdagavond bijeen in hotel „Zonneheuvel" aan de To renstraat, onder praesidium van den heer Ten Raa. De heer A. J. Demmink, de secretaris van de afdeeling Laren-Blaricum hield een causerie over zijn ervaringen met Ameri- kaansche bijen. Spr. zeide, dat z.i. de Amerikaansche ge le bijen beter waren dan de zwarte Hol- landsche bijen. Dit jaar had hij uitsluitend uit de honingkamers van de 15 kasten, be volkt met gele bijen, 300 pond honing ge wonnen, dus door elkaar 20 pond. Uit 4 van de 15 kasten had hij zelfs 150 pond ge haald, waarvan de beste hem 45 pond le verde. Een groot voordeel van de Amerikaan sche bij is, dat ze niet zwermt. Jammer genoeg echter kan men het zuivere ras niet 10.50 12.50 VAN WEED EST RAAT44 O E 5 T O J K behouden, dan dient men geregeld te im porteeren. Een moer kost ongeveer 1.75 2.—. Spr. vertelde verder over het inbrengen van een nieuwe koningin, een werkje, dat steeds gemakkelijk gaat, als men een Ita- liaansch inbrengkooitje gebruikt en de nieu we moer terstond invoert als de oude eruit gevangen is. Men moet niet een of meer dagen wachten, daar de bijen dan zenuw achtig geworden zijn. Een groot bezwaar achtte spr. wel de 20 dagen, dat de koningin onderweg is en waarin zij geen gelegenheid heeft eitjes te leggen, terwijl ook de weersgesteldheid on derweg parten kan spelen. Het komt meer malen voor, dat de koningin bij aankomst niet meer voor 100 fit is. Tenslotte deelde spreker een en ander mede over de wijze van bijenhouden in Amerika, die in verband met de heete zo mers en de zeer koude winters geheel an ders is dan hier. (Vervolg pag. 2, 2e blad) .,-J üi» i VERHUIZI RMERSFOOBT t™»-. VAKKUNDIG INPAKKEN VAN GLAS EN AARDEWERK ENZ. - BERGPLAATS VOOR INBOEDELS - PRIJSOPGAA F WORDT VR IJ BLIJ VEN D VERSTREKT oogenblikken in stilte. Toen nam zij een doekje, doopte dit in water en bevochtigde er de peikament-droge lippen mee. „Wa ter?" prevelde Gertrude. Een glas water en melk stond op een tafeltje bij het bed. Met teedere behendig heid hield Vilna het hoofd van de zieke op en bracht het glas aan haar lippen. Ze dronk gretig en liet met een zucht van voldoening het hoofd weer op het kussen glijden. Vilna trad dichter bij dokter Iredale en fluisterde: „Ik heb al vele gevallen van roodvonk meegemaakt, maar geen zoo erg als dit! En de koorts is nog niet op haar hoogst." ,Ja, het is een zeer ernstig geval. Maar voor het oogenblik, zuster, kan ik hier nu niets meer doen. Om negen uur kom ik terug. Maar u moet iets gebruiken, eer u Mrs. Elliott wegstuurt." Ze reikte hem de hand en de dokter ver liet Templemore. Als u misschien een kopje thee voor mij wilt zetten?" vroeg Vilna, zich tot de huis houdster wendend. „Ik zie, dat u alle be- noodigdheden in de kamer hiernaast heeft. Als ik dat heb gebruikt, kunt u naar bed gaan. Gedurende een heelen tijd zal ik dan niemand meer noodig hebben." „Mocht dit soms toch het geval wezen, zuster, dan hoeft u maar op het knopje te drukken, rechts van het hoofdeinde van 't bed en onmiddellijk zult u Lucy dan bij u hebben, een van de meisjes, die in de kamer hier tegenover slaapt." „Dank u. Heeft zij roodvonk gehad?" „Ja, zuster. Ongeveer twee jaar gele den." Mrs. Elliot vertrok en Vilna ging kalm het vertrek rond, om zich te vergewissen, of ze alles by de hand had, wat noodig zou kunnen wezen. Toen trad zij weer aan het bed en bevochtigde lippen, oogen en voor hoofd van de patiënte. Gertrude keek naar haar vagen blik en mompelde enkele onverstaanbare klanken. „Ik ben hier gekomen, om u te ver plegen", zei Vilna zacht en langzaam. „Ik hoop, dat u gauw weer veel beter zult zyn!" Gertrude kreunde en bewoog rusteloos het hoofd op en neer; even later trad Mrs. Elliott binnen en Vilna ging haar thee ge bruiken. In tien minuten was zij terug en stuurde de huishoudster naar bed. Ze liet de gordijnen neer en ging bij het bed zitten waken. Ze had weinig tyd, om iets anders te denken: de patiënte nam na genoeg uitsluitend haar aandacht in be slag. Toch vroeg zy zich af, of het de echt- genoote van Vincent Castelnau aangenaam zou wezen, als zij wist, dat ze verpleegd werd door de vrouw, die hij lief had. On willekeurig flitste er ook nu en dan een herinnering op aan een hospitaal, hier ver weg, waar een ander hoofd op haar arm had gerust, waar zij andere kurkdroge lippen had bevochtigd en een anderen pa tiënt tot rust had moeten brengen in zijn brandende koortsen. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1938 | | pagina 3