Tweede Blad
De Eembrug.
Kattebelletje.
behoorende bij het nummer van
Vrijdag 29 Augustus 1924.
b». _i i
Teing.
De Burgemeester is uit Zwitserland, waar
hij zijne vacantie passeerde, terug en he'eft
deze weck zijne functie weder hervat.
Mond- en Klauwzeer.
Deze week i nieuwe aangifte op Binnen
dijk; hoewel de ziekte afneemt, is ze dus nog
niet geheel tot staan gebracht.
Haven.
Deze wetek aangekomen een schip met
stecnen voor den Rijksstraatweg.
Koninginnedag.
Er zullen gcencrlet feestelijkheden plaats
vind'ert ter gelegenheid van den verjaardag
van H. M de Koningin. Alleen zal vermoe
delijk de Eendracht het legen 2 September
aangekondigde concert op i September geven.
Mogelijk kunnen wij voor. 't afdrukken hier
omtrent nog eene nadere medcdeeling doen.
Dansen.
Liefhebbers van dansen maken wij op
merkzaam op 't openen van 't dansseizoen in
Café Eemland alhier, Zondag 31 Augustus.
Gemeenteraad.
Donderdagavond j.l., 8 uur, kwam de
Raad dezer gemeente bijeen onder voor
zitterschap van den burgemeester, den heer
Klarenbcek.
Allen aanwezig.
Xa voorlezing dor notulen die goedge
keurd werden, deed de secrtaris medc-
deeling van de volgende ingekomen stuk
ken';
1. Mededcelingcn.
Ingekomen waren eenige goedkeuringen
van Gcd. Staten op genomen raadsbeslui
ten, n.l. die der 7e suppletoire begrooting
1923 ten bedrage van f 14428.41 en besluit
tot betaling van f 115.60 uit den post van
onvoorziene uitgaven dienstjaar 1923 en t
overnemen van een strook grond van L.
X. F. Cornel isse.
la behandeling kwam daarna punt twee
van de agenda, betreffende wijziging en
nadere vaststelling der finantiëele eind-
regeling over den dienst 1923.
D«« VOORZITTER licht nog eenige din
gen toe aangaande deze wijziging die be
trof het overbrengen van een gedeelte uit
den post van de jaarwedden van onder
wijzers op vier andere posten.
God. Staten kunnen aan deze wijziging
hun goedkeuring niet hechten. De reke
ning zal dus opnieuw wijziging moeten
ondergaan.
Door T. Pluim.
Xu dezer dagen 'de Eembrug vernieuwd
moet worden en de aangrenzende gemeen
ten schoorvoetend, zooals O.a. uit de
Raadszitting van Eemncs blijkt in do
kosten daarvan moeten voorzien, verzocht
de Redactie mij er een artikel over tv*
schrijven. Gaarne wil ik daaraan voldoen,
temeer nu mij wordt toegestaan iets meer
over 't eens zoo aanzienlijke Eembrugge
te zeggen.
Als men van Baarn den straatweg naar
Bunschoten opgaat bereikt men na 'n goed
kwartier een klein buurtje. Eembrugge
genoemd. Het ligt er zeer schilderachtig,
zooals uit mijn foto blijkt, en 't verwon
dert ons dus niet, dat 11.M. de Koningin op
jeugdigen leeftijd hier meermalen kwam
schilderen. De naam zegt U reeds, dat hier
een brug over de Eein moet zijn, en
werkelijk, als u de weinige huizen gepas
seerd zijt, ziet u om den hoek rechts de
Ophaalbrug vlak vóór u. Wilt u haar in
derdaad schilderachtig z^en boven het
et. roemende water, dan moet u weer o\cn
terug, naar het eerste huis rechts. Hier
achter stroomt de Eem en als ge nu daar
aan den oever gaat staan, heeft u een on-
voTvalscht Ilollandsch natuurtafreel voor
u. (Ik stond er met de camera.)
Hoeveel huizen zouden er staan in dit
knusse buurtje? Ik heb ze niet geteld,
maar meer dan tien zeker niet. En toch
was er oen Tijd, dut hiei" een bloeiende
plaats stond, met een fraaie kerk, ja zelfs
in bezit van Stedelijke rechten en een
eigen stadszegel. Reeds een eeuw vroeger
dan Baarn ontving het die stadsbrieven
on in 1300 sloot het al een verbond vari
onderlinge bijstand met Amersfoort, en
zegelde het dit verdrag „rait. onser Stadt
segcl van Eembrugge." Ja, liet was zoó
voornaam, dat Eetnn.es, zoowel Binnen-
als Buitendijk, claar ter kerk moest gaan.
Vlak acher de huidige kerk van Eemnes-
binnen wees men mij het oude kerkpad,
een dijkje, dat door üe weilanden regel
recht naar de Eembrug loopt. En niet al
leen kerkelijk, maar ook in 't burgerlijke
behoorden de beide Eemnessen nog langen
tijd tot het „Gerecht van Eembrugge". In
mijn vroeger opstel over deze beide dorpen
heb ik dat uitvoerig meegedeeld; Eemnes-
Buitcn werd eerst in 1352 zelfstandig en
kreeg een eigen kerk, en pas een eeuw
Er volgde op dit punt. geen discussie,
Tn behandeling kwam daarna als punt
drie der agenda een" schrijven van Gede
puteerde Staten, betreffende herziening
der jaarwedde van den gèmeènte-ontvan-,
ger Het voorstel van B. en W. betreffen
de deze regeling, luidde als volgt:
Zooals u bekend is, werden de jaarwed
den van de gemeenteontvangers in deze
provincie geregeld bij provinciaal blad
no. 82 van 1919. Dc wedde van dien titu
laris in deze gemeente is daarbij bepaald,
naar gelang van bet aantal dienstjaren,
op f 1200— tot f 1800.—.
Met hot oog oj» de omstandigheid, dat
do Ontvangers voor een niet onbelangrijk
deel van huil taak werden ontheven door
den overgang der administratie van do
gemeentel ijko inkomstenbelasting naar
het Rijk, noodigden Gedeputeerde Staten
ons bij schrijven van 27 "liuh 1922 no. 188
uit hun to willen médedeelen of naar uw
oordeel eene herziening dor wedde van
den Ontvanger gowenscht was. Overeen
komstig ons advies dienaangaande van 22
Xovember 1922 werd door u op 24 Xov.
van dat jaar besloten aan Gedeputeerde
Staten te ndviseeren het salaris van den
Ontvanger te bepalen op bedragen Van
f 1000.tot f 1500.met dien verstande
dat deze verlaging van jaarwedde niet
van toepassing zou zijd op den fungec-
venden Ontvanger. Dit laatste was des
tijds ook de opvatting van Gedeputeerd''
Saten.
Bij brief van 13 Juni 1923 no. 129 be
richtten Gedeputeerde Staten, dat zij tot
de slotsom gekomen waren, dat de positie
van den gemeenteontvanger in verschil
lende, overigens gelijkwaardige, gemeen
ten zoozeer uiteenloopt, dat bepaalde nor
men voor de vaststelling eener voor alle
gemeenten geldende regeling van de
jaarwedden dier functionarissen niet lan
ger kunnen worden aangenomen, en dat
z.ij voor de bedeelde hoofdambtenaren der
gemeenten eene nieuwe jaarwedderegé-
ling wilden vaststellen, die zich aanpast
aan do gewijzigde omstandigheden. Ge
vraagd werd toen verder op welk bedrag
de Raad de- jaarwedde wenschte te zien
bepaald, en of het verlaagde bedrag naar
zijn oordeel reeds voor den tegenwoordi-
gen titularis, dan eerst ingeval van vaca
ture zon moi ten gelden Onzerzijds is daar
op geantwoord met eene verwijzing naar
uw bovenbedoeld besluit van 24 Xov 1922.
De verschillende antwoorden der ge-
meetebesturen hebben er thans toe ge
leid, dat Gedeputeerde Staten ons het ont
werp hebben gezonden cenor nieuwe rege
ling van de jaarwedden der gemeenteont-
rangers, waaruit blijkt, dat liet in hun
voornemen ligt te komen tot eene vermin
dering van 30 pCt. der jaarwedden voor
het thans in functie zijnd personeel, te
verdeden over 5 jaren, en tevens, dat. zij
voor den opvolgenden Ontvanger de jaar
wedde wensehen te stellen op teil mini
mum van f 8fl0.en een maximum van
f 1260.te bereiken door 4 verhoogingen
van f 105.Dienaangaande wordt liet
oordeel van den Raad gevraagd.
Xaar onze meening is het niet aan te
racfen met het voornemen van Gedepu
teerde Staten in te stemmen. In dc eerste
plaats niet., omdat naar ons gevoelen een
jaarwedde van f 840ol f 1200voor
meente als Blaricum is, onvoldoende zou
zijn om eene behoorlijke bezetting van dit
ambt ook in de toekomst te waarborgen
Wij ineenen nog altijd, dat zulks met
grootore waarschijnlijkheid te verwachten
ij indien de jaarwedde voor een eventu-
later, in 1438, ontving ook Buitendijk dat
/elfde voorrecht; men sprak toen van de
„oude kerk" (Buitendijk) en de „nieuwe
kerk" (Binnendijk).
Hoe oud tli< Eembrug is, kun ik u niet
zeggen: alle bescheiden zijn daaromtrent
verloren gegaan. Wel is er een brief van
Bisschop .löhan van Arkel, gedagtec-
kend op den „Jaersdach 1360", waaruit wij
voor onzen tijd belangrijke dingen kunnen
le/.cn. Er blijkt n.l. uit, dat toen reeds de
brug zeer lang bestond en dat zij gemaakt
en onderhouden werd door de ..goede lui
den van Bunschoten, Eembrugge, Baarn
en Eemnes". Deze brug zegt de Bis
schop is voor die gemeenten van groot
belang, want als zij er niet was, zouden
velen grooto overlast en vermindering van
de waarde huuner eigendommen ondervin
den. Daar evenwel de bewoners dor gc-
no: mde gemeenten die buig moeilijk ge
heel op hun eigen kosten kunnen onder
houden. verleent de Bisschop hun het
recht een tol te heffen, en wol volgens
dit tarief: Voor een wagen vier pennin
gen (4 duiten of 2A cent), een kar 2 p.,
een nund 1 p... een ongezadeld paard 1 p.,
een sohaap 1 p., een varken 1 p.; maar als
er iemand over de brug kwam, die een
koppel schapen of varkens had, die zou
niet meer dan 4 p. schuldig wezen, „hoeveel
datter oock waren."
Vrijdom van tol genoten de burgers van
Utrecht, Amersfoort en Rhenen. want „die
sulen vrilikken (vrijelijk, kosteloos) over-
die brugge voorsz driven, sondeT geit daer
af te geven" (In alle stadsbrieven ver
leende dc landsvorst gewoonlijk aan de
poorters vrijdom van tol in zijn geheele
gebied). Maar ook de ingezetenen van Bun
schoten, Eembrugge, Baarn en Eemnes zul
len over de brug mogen met hun beesten,
wagens, enz., „sonder eonig geldt daer of
te geven of te lietalcn," oindnt zij de ge
noemde brug maken on onderhouden /.ui
len."
Men ziet hetï dus hoe ongaarne dc gen.
gemeenten in onzen tijd in de kosten van
onderhoud ook bijdragen, z.ij zijn er van
ouds toe verplicht; maar.... zij zijn dan-
ook vrijgesteld van tolgeld.
De Staten onzer provincie hebben in
1602 dit tarief herzien, en Inter, in 1692,
ten tweeden male.
Oorspronkelijk stond de kerk aan de
overzijde der Eem, vlak l>ij liet „Hu£s ter
Eem" een der geduchtste kasteelen \nn
heel Utrecht. Maar door velerlei water
vloeden, en vooral door do invallen van
vijanden uit het oosten (de Gelderschen)
celen nieuwen functionaris werd gesteld
op f 1000.tot f 1500.zooals bij uw.
besluit van 24 Xovember raadzaam werd
gevonden. In de tweede plaats kunnen
wij niet met den g^dachtengnng van Ge
deputeerde Staten aceoord gaan. omdal hij
tevens inhoudt cue verlaging van wedde
voor den in functie zynden Ontvanger.
Onzes inziens is zulks niet aanbevelens
waardig. Het moge waar zijn, dat, ten
gevolge van den overgang der administra
tie van de gemeentelijke inkomstenbelas
ting naar bet Rijk. dc werkzaamheden
van den Ontvanger zijn ingekrompen, daar
tegenover staat aan den anderen kant
oene vermeerdering van arbeid tenge
volge van de inning van schoolgeld ook
voor het bijzonder onderwijs cn. in het al
gemeen, een voortdurend stijgend budget,
wat gelijk staat met verzwaring der f:
nanciëele verantwoordelijkheid. Te min
der voelen wij. voor eene verlaging van
wedde voor den thgns aanwezigen titu
lairs omdat, doer combinatie van zijn
ambt met dat van Secretaris, de feitelijk"
Ontvangerswedde hier thans niet meer
bedraagt dan f 1200.om f 600.min
der, dan indien do beide ambten door
verschillende personen waron bezet
Wjj stellen u derhalve voor onze ziens-
wij zo tot de uwe to maken, en ons op te
dragen daarvan aan Gedeputeerde Staten
te doen blijken
De heer G. RTGTER vindt liet voorstel
van Gcd. Staten billijk, daar er ook een
groote vermindering van arbeid is geko
men. Hij is tegen het voorstel van B.
en W.
De heer VAX DER LEK voelt, ook voor
het voorstel van Geel. Staten en kant zich
evenals de heer Rigter tegen het voorstel
van B. en W.
De heer LAMP0EN brengt .in het mid
den (lat alle loonen omlaag gingen Het-
voorstel van Ged. Staten kan ziju goed
keuring wegdragen. Spr. wil alle loonen
van ambtenaren verlagen.
De wethouder VISSER zegt dat als dit
gebeuren zal de ontvanger dubbel getrof
fen zal worden.
De heer d. LEK brengt in het mid
den dat hij dan zijn bezwaren wel later
zal te berde brengen als er een behande
ling zal plaats hebben van de vaststelling
der salarissen. Xu zal hij met het voorstel
van B. en W. meegaan. Hij trekt dun zijn
erstc besluit in om tegen het voorstel te
stemmen.
De lieer J. RIGTER vindt het voorstel
van Ged. Staten zeer billijk. Hij betoogt
dat op deze wijze de ontvanger liet eerste
jaar slechts f 72 achteruit gaat in salaris.
De VOORZITTER vindt liet vreemd dat
dc heer Rigter tegen het voorstel van B.
en W is, omdat hij zelf destijds heeft mee-
geworkt oni het salaris van den ontvan
ger te brengen van f 1000 op f 1500.
De heer J. RIGTER zegt dat Ged. Sta
ten nu zelf komen met een voorstel, ter
wijl! destijds alleen om het geweien van
den Raad gevraagd' werd.
Dv VOORZITTER meent, dat dit geen
motief is. Als Ged. Staten van gevoelen
veranderen, behoeft de heer Rigter niet
mee van gevoed on te veranderen. Spr.
vraagt of iemand het voorstel iu stem
ming wenscht te brengen.
De heer RIGTER wenscht stemming.
Daarna wordt het voorstel in stemming
gebracht cn aangenomen met, 4 tegen 3
stemmen. Tegen de hoeren .T. Rigter, G.
Rigter en Lainphen.
4. Behandeling van aanbiedingen van
strooken grond, die bestemd zijn voor aan
leg en ver breeding van wegen.
werd zij later aan deze zijde der Eem ge-
bauw <L, niet ver van dc nog bestaande
huizen.
Ons is nog een gedeelte bewaard van het
„Kerkeboek van Ter Eem", waarin de
Pastoors of hun kosters een kroniek bij
hielden. Men leest er o.a in;
„Anno 1514 was de watervloed zoo hoog,
„dat het een steenbreedte boven het Hoog
altaar stond.
„Anno 1522 stond liet andërhalven voet
„boven het Hoogaltaar.
„Anno 1570 is er 's nachts na Allerhei
ligen (1 Xov.) een groote watervloed ge
dweest, waarbij in Friesland en Noord-Hol
land veel menschen cn vee verdronken;
„ook geschiedde dit in Bunschoten en
„Eemnes; en hier in Eembrugge stond het
„water in den predikstoel, een duim breed
„boven 'I Hoogaltaar; en er verdronken
„ook veel koeien."
Maar ook had de „Stadt van Eembrugge"
veel van oorlogsrampen te lijden. Immers
meermalen deden de Gelderschen en later
de Spanjaarden een inval in Eemland.
Bijzonder rampzalig was het jaar 1527,
toen de beruchte Maarten van Rossum
met zijn Gelderschc benden Eembrugge
teisterde. "Tiet oude kasteel Ter Eem viel
hem spoedig in handen en oin het nu te
veis terken liet hij met schendige hand de
kerk afbreken, om er zijn kasteel moe te
versterken. Op de gewijde tempelplaats
werd zelfs een schans gebouwd, terwijl
nog vele huizen in de asch gelegd werden.
Treurig zag het er na deze ramp in het
stedeke uit: de kerk verdwenen en vele
huizen een puinhoop. De geteisterde be
woners waren niet eens bij machte hun
woningbn Weer op te houwen, nog v<j.d
minder de kerk. Zij wendden zich daarom
in hun nood tot den Landsheer, keizer Ka-
rel V, (l*io sinds kort (n.l. in 1527) wereld
lijk vorst van het Sticht was geworden. Hij
was zijn nieuwe onderdanen welgezind, en
op zijn last gaf zijn stadhouder Anionic
van Lalaingh een vrijbrief, waarbij aan
Eembrugge werd toegestaan alom in 's
Keizers landen een collecte voor de kerk
te houden.
Gelukkig vloeiden de giften in ruime
mate toe, en kon met den bouw eener
nieuwe kerk begonnen worden. De plaats
der vorige kerk was, zoo wij reeds zagen,
door een schans ingenomen, cn wel aan
gene zijde der Eem. Daarom schonk de
Keizer den bcnoodigden grond aan deze
zijde der rivier.
Tn 1580 namen op bevel der Staten van
Utrecht de Hervormden bezit van de kerk,
Deze stukken zijn: een terrein groot
240 vierk. M., liggende aan de Drift al
hier en eigendom van den heer Ohr.
G rootegroed; een terrein groot 4 vierk. M„
liggende aan den Langeweg alhier en
eigendom van don heer Miedcma, en een
terrein groot 350 vierk.' M., liggende aan
don Holle weg en eigendom van den heer
B. F. Iluese.
Zonder «temming aangenomen.
In behandeling kwam daarna punt 5
der agenda, een voorstel van B. en W. tot
het verleencn van een crediet voor de
aanschaffing van brandkranen en spuit-
stirkkcn te plaatsen in de buisleiding van
het Prov. Waterleidingsbedrijf, die iu den
Eem nesse r weg wordt gelegd. Het voorstel
luidt als volgt:
Door het Provinciaal Waterleidingbe
drijf is ons kennis gegeven, dat het zal
overgaan tot het aanleggen eener buislei
ding in den Eemnesserweg. In verband
hierin.do werd ons de vraag gesteld of
do gemeente er prijs op stelde, dat, tege
lijk met het aanleggen der leiding, voor
hare rekening zou gezorgd worden voor
de ncoidge brandkranen en (of) spruit-
stukken.
Bij het naar aanleiding daarvan door
ens ingesteld onderzoek is het gebleken,
dat er 12 brandkranen noodig zouden
zijn, indien men reeds dadelijk op afstan
den van 100 M„ als tot dusver is aange
houden, de brandkranen zou doen aan
brengen. Intusschen1 lijkt ons zulks niet
direct geboden. De bebouwing van den
Eemnesserweg is naar ons gevoelen zoo
danig, dat voorloopig volstaan kan worden
met ecu vijftal brandkrano'n en een zeven
tal spniitstukken. Dc laatsten kunnen dan
tc/ijnertijd in brandkranen worden veran
derd, zonder dat zulks tot al to hoogc
kosten aanleiding geeft.
Tn verband met li f vorenstaande stellen
wij U voor ons opdracht te verleenen het
doen aanbrengen van 5 brandkranen en
7 spruitstukken in de bovenbedoelde buis-
leiding van het waterleidingbedrijf. Dv
kosten daarvan zullen bedragen: voor de
brandkranen f450.en voor do spruit
stukken f590.Deze kosten w aren o.i. te
bestrijden door afschrijving van een even
groot bedrag van den post voor onvoor
ziene uitgaven op cle begrooting voor Kót
loopencle jaar. Men zie daartoe het voor
stel, opgenomen in de door ons aangebo
den 2e suppletoire begrooting van inkom
sten en uitgaven voor den dienst 1924.
De heer J. RIGTER meent, dat B. cn
W. nu bezuinigd hadden door deze re
geling maar dat. er vroeger bij den aan
leg- van brandkranen veel Ic royaal was
gehandeld, in dit verband noemt spreker
den aanleg bij hot terrein „achter den
berg". Daar waren kranen aangebracht
die totaal onnoodig zijn, omdat er in geen
50 jaar gebouwd zal worden.
De wethouder PIEPERS wijst, er op. dat
de heer Rig tor het terrein destijds zclt
heeft gezien, en dat hij toen goed gevon
den had zooals gehandeld werd cn daar
aan zijn medewerking zelf had verleend.
IK t is de lieer Rigter zijn eigen schuld,
meent spr. We hebben, /egt spr., samen
nog de toekening gemaakt
De heer RIGTER zegt dan eon tweede
maal voorzichtiger te zullen zijn.
Dv heer v. d. LEK vraagt of in die post
ook de paaltjes en borden, begrepen zijn.
De VOORZITTER ontkent dit, maar
zegt. dat dit niets uitmaakt, daar het een
zeer gering bedrag betreft.
Dc heer J. RIGTER vraagt nog inlich
tingen over den afstand der verschillende
punten.
waarbij de Pastoor heer Elbertus Richar-
dus Proot tot de reformatie overging.
Evenwel niet. lang daarna werd hij weer
Katholiek, cn van dien tijd af werd de
kerk van Eembrugge tevens door de Pre
dikant van. Baarn bediend. D'it heelt, ge
duurd lot 1702, toen door een hevige wa
tervloed de kerk zooveel geleden had, dat
zij moest worden afgebroken. Voortaan
gingen de Ecmbruggcrs in de kerk lie
Baarn hun godsdienstoefeningen houden.
Vandaar dat de ITorv. Gemeente van
Baarn nog altijd heet: ILerv. Kerk van
Baarn en Ter Eem."
Stappen wij nu de brug over, dan zien
wij links den Bisschopsweg (door Bis
schop David van Bourgondie in 1490 aan
gelegd) naar Bunschoten, en rechts den
straatweg over Hoogland naar Amers
foort. Tusschen beide wegen in ontwaart
go in het weiland nog eenige waterplas
sen: de rest der oude slotgrachten van het
Huis ter Eem. Daar heeft dus het ver
maarde kasteel gestaan. Het werd reeds
in 1252 vermeld, maar had toen reeds lan
gen tijtl bestaan. Het werd in genoemd
jaar verkocht door heer Jan van Wouden
berg aan heer Gijshrecht van Abcoude.
Later kwam het in handen van de Bis
schop, daar het een gewichtig punt was:
het beheersehte n.l. den weg uit Gelder
land naar Baarn. De Bisschop bestemde
het dan ook tot ambtwoning voor zijn stad
houder in deze streken, n.l. den Maar
schalk van Eemland, die oen der kelders
tot gevangenis liet inrichten.
Het kasteel heeft een woelig bestaan ge
had. telkens on telkens weer had het al
lerlei belegeringen te doorstaan, waarvan
ik' >u later een en ander hoop mede' te
deelen.
Zeer befaamd is het beleg van 1629,
toen de Spanjaarden een inval deden om
Amsterdam aan te tasten. Wel lag er op
het kasteel een bezetting, maar zoodra
Amersfoort zich zonder slag of stoot had
overgegeven, koos de oevelhebber van 't
slot met zijn manschappen lafhartig het
hazenpad. Dat was een boer uit de buurt
te veel: met vrouw, kinderen en een paar
knechts en dienstmaagden, in 't geheel
negen personen, trek! hij het slot binnen
om het te verdedigen. Toon de Spanjaar
den naderden om het op te eisclien, deed
onze boer tegen de muren aan dc binnen
zijde stokken plaatsen met soldatcnmutsen.
Deze liet hij nu door de zijnen heen en
weer bewegen, en bracht zoo den Spaan-
sehcen afgevaardigde in den waan, dat
er een vrij sterke bezetting lag. Daarom
DE TERECHTSTELLING.
Dc vrouwenmoordenaar Mohammed Khe-
mieli werd de vongv week te Parijs ge
guillotineerd.
De Tel. schrijft in het Zaterdagnummer
j.l. daarover een verslag. Hieruit citeer ik
het volgende:
bij den aanbrekenden schemer rijst de som
bere silhoutt van de guillotine... slechts
het zachte ruischen van den koelen morgen
wind verbreekt dc stilte. Kalm beklimt de
veroordeelde 't schavot, nog eenmaal laat hij
zijn blikken gaan over dc grauwe huizen
d*er stadi die nog slaapt en mompelt
bonjour tout le monde
Zij hebben mij whisky en opium gebracht
toen ik gilde vannacht,
daar ik bang was te sterven,
cn een priester cat naast mij en troostte
mij zacht
en ik hoorde vergeven
en de wanden der cel klonken hol bij mijn
schreeuw
om te leven.
En de brandende drank die mijn angst heeft
verdoofd,
heeft de uren geroofd
die nog restten,
met een slag op de deur werd dc stilte gekloofd
cn ik rees lot gedachte
cn men bond mij en schuifelde om mij
gedempt ah
om 't beest dat men slachtte.
Op het plein lag de schcem'rcnde morgen
gebreid
en de hemel lag wiM
in de nevels.
Mijn voetstap verbrak als een wiicer den
lijd
tot ik stilhield en stond
als een giftige plant voor den vuist die
inij reet
uit den grond.
.Men gaf mij het beeld van den Christus,
die zei
tot een zondaar: ga vrij\
heeft gccii- U gericht
dan oordcci ook ik niet, zoo zondig niet meer
en gaat heen
en die zich van zonden gansch vlekkeloos weet,
hij werpe den steen....
A de werelddit levende morgen is ver,
ginds lacht nog een ster...
als het laatste,
een huiv'rende wind doet een prev'lende
ronde
de mcttsch maakt zich vrij van een deel
zijner zonde,
die in cnk'len 'weerkaatste...
bonjour tout le monde I
CASTOR.
De VOORZITTER licht dit kort toe.
Hel voorstel wordt daarna z.li.s. aange
nomen.
Als laatste punt kwam nog in behande
ling een voorstel van B. en W. tot vast
stelling der 2e suppletoire begrooting van
inkomsten en uitgaven der gemeente voor
het dienstjaar 1924.
Z.h s. aangenomen en zonder discussie.
In cle rondvraag vroeg de heer v. d. LEK
of er wat meer lichten konden weiden
aangebracht. Spr. meent dat wc de duis
ternis tegemoet gaan.
keerde dc vijandelijke bevelhebber naar
Amersfoort terug om een grooter troepen
macht te halen. Werkelijk komt hij den
volgenden dag weer aan, met n.icl minder
dan 1500 man voetvolk, 3 compagnieën
paardenvolk en 4 groote kanonnen, en
pisolite thans het slot op. Onze boor ziet
nu wel in, dat tegenstand niet meer baten
kan': hij geeft zich over, mits hij cn do
ijijncn met behoud van goed en met alle-
krijgsmanseer mogen uittrekken.
Dc Spaansche bevelhebber, die met de
sterke bezetting niet graag in ge
vecht komt, geeft toe, en zoo scharen de
Spaansche soldaten zich in 't gelid, om dc
Bezetting bij *t Verlaten van 't kasteel al-
Te eer te bewijzen. De boer zoekt intus-
schen alle kostbaarheden bijeen en laadt
zf' op een wagen, waarop 'ook hij en dc
zijnen plaats nemen, terwijl achterop c^n
oranjevlag geplant wordt. Zoo trekt hij
de slotbrug over. natuurlijk zonder eonig
vermoeden van Spaansche zijde, dat dit
de eenige bezetting is. De Spanjaarden
wachten met gepresenteerd geweer op die
bezetting, maar als die niet verschijnt,
gaat cr een op verkenning uit cn vindt.,
het kasteel ledig! Vol woede wil dc be
velhebber den Boer achterhalen en hem
terstond ophangen; maar de andere offi
cieren prezen den boer „dat er een krijgs-
manshart. in stak", cn zoo ontkwam deze
ongehinderd naar Utrecht, waar dc Staten
hem een jaargeld toekendon.
Tn den Historischen Optocht in 1923. t<4
Baarn gehouden, mocht naar mijn inzien
de dappere boer niet ontbreken, cn zoo
liet ik' hem verschijnen op 't oogcnblfk,
dat hij met. zijn wagen het kasteel v.?Haat
bepakt en bezakt. Dit nummer sloeg bij
zonder iu; zelfs Prinses Juliana, wie ik
de eer had den optocht onder 't voorbij
trekken van hot bordes van 't Palois af
nader uit te leggen, had bijzonder veel ge
noegen in dit nummer. Onder den wagen
hing een mand met kippen. „Leven die
kippen, mijnheer Pluim?" vroeg ze belang
stellend. „Xatuurlijk; prinses! de boer wil
de niet hebben, dat de Spanjaarden ze zou
den braden". En eon glimlach was het
loon voor de slimheid van den kastelein.
Een laatsten aanval had het Huis ter
Eem in 1672 bij den inval der Franschen
te verduren. Toen had het zooveel te, lij
den, dat er niet veel meer van overbleef.
En daar dc watervloed van 1702 ook de
rosten niet Spaarde, werd het voor afbraak
verkocht. Mot een gedeelte der stcenen
werd een der straten van Baarn geplaveid.
Sic transit gloria mundi-