gebieden in Europa te vestigen. In de
Stamtafeln des urn 1590 von Flandern aus-
gewanderten Geslechtes Herlyn (Herlin, de
Herlin) nebst Mitteilungen zur Geschichte
diesetFamilie geschreven door F..I. Herlijn,
kwam ik veel leden van de familie Herlijn
tegen, die naar Duitsland waren uitgeweken.
Daar kwam ik een keer de naam Maria
Angelica tegen in een register van de I 7C
eeuw. Over de Nederlandse Maria Angelis
en haar ouders werd echter niets vermeld.
In de herfst van 1777 huwde Maria Angelis
met Pieter Huguenin. De door mij gevonden
bronnen zijn niet geheel betrouwbaar. De
ene bron in het dossier Huguenin vermeldt,
dat /ij op 31 oktober 1777 te Maastricht in
het huwelijk trad, de andere dat zij dat op
24 november 1777 te Zwolle deed. Het
echtpaar vestigde zich in Maastricht, alwaar
op 30 oktober 1778 een dochter werd gebo
ren met de namen Maria Petronella
Cunegonda. Er werden daarna nog vier
dochters en twee zonen geboren. Daarover
later meer.
De man van Maria Angelis. Pieter
Huguenin, werd op 23 februari 1750 in
Namen in de Zuidelijke Nederlanden gebo
ren. Hij was de zoon van Jean Thomas
Huguenin en Petronella Gaswylder. Het
echtpaar kreeg naast Pieter nog vier zonen
en een dochter. Ulrich een van de zonen,
geboren op 2 februari 1755 te Maastricht,
komt later in dit verhaal ter sprake. Vader
Huguenin had diverse leidinggevende func
ties in het Staatse! Nederlandse) leger,
vooral op het gebied van de artillerie. Het
echtpaar woonde met hun kinderen vanaf
1757 op huize Steenhagen in Sevenum bij
Venlo.
Pieter werd in het jaar van zijn geboorte bij
acte van de Prins van Oranje als cadet der
artillerie ingeschreven. Zulke vroege
inschrijvingen waren in die tijd niet onge
woon. Toen hij twaalf jaar was. trad hij in
werkelijke dienst. Op veertienjarige leeftijd
was hij al bombardier. Omstreeks 1771 ging
hij een dienstverband aan bij de genie. Daar
maakte hij snel carrière. In 1787 was hij
kapitein.
Als genieofficier was hij van 1784 tot 1787
verantwoordelijk voor het in orde brengen
van de verdedigingswerken van de
Republiek der Zeven Verenigde
Nederlanden. Daar hoorde ook de
Grebbelinie bij. Hier moest het inundatie-
systeem verbeterd worden. Omdat te berei
ken. bouwde men sluizen in de liniedijk,
waaronder de Bruinenburgersluis. Verder
weten we, dat toen o.a. het fort aan de
Buursteeg, de batterij op de Schalmdijk, het
werk aan de Daatselaar. alle in de buurt van
Renswoude en de bastions en twee batterij
en bij de Grebbesluis te Rhenen zijn aange
legd. Pieter Huguenin was de belangrijkste
leidinggevende bij al deze werkzaamheden.
Vandaar dat zi jn vrouw deze steen mocht
plaatsen.
Of Maria Huguenin-Herlin hier enkele
jaren gewoond heeft, weet ik niet, maar het
zou mogelijk kunnen zijn. Na Maastricht
woonde het echtpaar in ieder geval tussen
1781 en 1784 in Drenthe in de plaats
Ruinen, waar hun twee dochters Maria Anna
Cornelia en Catharina Wilhelmina Ulrica
werden geboren. Op 19 januari 1787 werd
te Venlo geboren Jacobus Jan Pieter
Samuel. Maria Angelis was dus in verwach
ting van dit kindje toen zij hier de eerste
steen plaatste. Vervolgens werd er op 24 mei
1789 een zoontje geboren, dat op de dag
van zijn geboorte overleed. Daarna werden
er in Venlo twee dochters geboren namelijk
Wilhelmina Carolina Cornelia Catharina op
6 juni 1790 en Helena Geertruida
Ferdinanda op 23 april 1796. De laatste
dochter werd op huize Steenhagen te
Sevenum geboren, waar de het gezin op 16
mei 1795 bij de familie van Pieter Huguenin
was ingetrokken. Zijn vader was toen reeds
enkele jaren overleden, zi jn moeder over
leed in december van dat jaar. Pieter
Huguenin's legerkorps werd eveneens door
de Fransen in hetzelfde jaar opgeheven en
hijzelf gepensioneerd.
In 1804 kreeg hij weer een legerfunctie in
de Bataafse Republiek. Kort erop gevolgd
door een onderdirecteurschap bij de leger-
magazijnen in Delft. Het gezin verhuisde
naar Delft. In 1811 ging hij op eigen ver
zoek weer met pensioen. Maar na de ver
drijving van de Fransen in november 1813
werd hij aangesteld tot kolonel-directeur der
Artillerie magazijnen in Delft. Deze functie
oefende hij uit tot 1816. Hij eindigde in de
rang van generaal-majoor. Op 8 december
1819 overleed hij te Delft.
Maria Angelis overleefde haar man tien jaar.
Zij overleed op 8 oktober 1829 eveneens te
Delft. Drie dochters bleven ongehuwd en
zullen bij hun moeder gewoond hebben.
Maria Anna Cornelia en Helena Geertruida
Ferdinanda huwden met mannen met
belangrijke posten in het Nederlandse leger.
De enige zoon Jacobus Jan Pieter Samuel
trad in de voetsporen van zijn vader en had
een voorspoedige militaire loopbaan. Hij
huwde op 27 april 1808 te Kampen met
Adriana van der Wijck. In 1810 vertrok hij
naar Spanje als eerste luitenant der Mineurs
in het leger van Napoleon. In de vesting
Figuera overleed hij op drie en twintigjarige
leeftijd aan de gele koorts.
De bovengenoemde Ulrich, broer van Pieter
en zwager van Maria Angelis Huguenin-
Herlin maakte een nog snellere carrière in
het Staatse leger. Hij was op zijn zeventien
dejaar al tweede luitenant der artillerie.
Daarna legde hij zich toe op de studie van
de krijgswetenschappen. Zijn hele werkza
me leven zou hij van zijn kennis blijk geven
door allerlei wetenschappelijke artikelen op
krijgskundig gebied te schrijven. Een van
zijn eerste opdrachten om zijn kennis in de
praktijk te brengen, was de verdediging en
het in orde brengen van de vestingen
Vlissingen en Veere. Om het Staatse leger
kwalitatief beter te maken werd hi j in 1789
belast met de oprichting van een artillerie-
en genieschool in Breda, de voorloper van
de K.M.A.
Enkele jaren later kwam hij aan het hoofd te
staan van een compagnie rijdende artillerie.
In verband daarmee was hij hier in I 794 ter
plaatse om onder leiding van generaal
Paravicini di Capelli de versterking van de
De bruinenburgsluis. Deze is gelegen op de
plaats waar de Lunterse Beek door de Unie-
dijk stroomt, bij landgoed De Boom.
(foto: Joop Renes).
Ulrich Huguenin (I755-IS33). zwager van
Maria Angelis Huguenin-llerlin
(Iconografisch Bureau 'v Gravenhage).