-10-
document met een met pen getekende kaart van de bezittingen van het Kapittel^van
Oudmunster (R.A.U. inv.nr. 1407). Uit genoemde tekening blijkt, dat het goed "de
Busaert" zich toen aan beide zijden van de Hamersveldseweg uitstrekte van de Grift
tot aan de Moorsterbeek en ongeveer 51 morgen groot was.
Pas veel later doet zich een opvallende, nieuwe ontwikkeling voor in het gebied
de Busaert. Uit de stukken in het archief van Oudmunster (R.A.U. inv.nr. 1405
en 1406) blijkt, dat in 1777 het bezit te koop wordt aangeboden. Na diverse ver
wikkelingen zal de verkoop plaats vinden op maandag, 17 november 1777 in de her
berg aan de "Swarte Steeg" te Hamersveld "onder den geregte van Leusden". De
verkoop voltrekt zich echter drie dagen daarna en koper is de Heer Benjamin
Cohen, koopman te Amersfoort.
12 Benjamin Cohen
Benjamin Cohen werd dus de trotse bezitter van de Busaert (den Biesaert, den
Busart, den Busert). Hij was een man van grote welstand en een vooraanstaande
figuur in Amersfoort en in den lande. In 1777 woonde hij in Muurhuizen te Amers
foort, maar later bewoonde hij het prachtige huis aan de Zuidsingel (thans nr. 38),
dat hij in 1780 liet bouwen.
Cohen nam in de joodse wereld van zijn dagen een vooraanstaande plaats in. Dr.
Jaap Meijer schrijft dat met Benjamin Cohen de geschiedenis van de Joden in Neder
land een ongekend hoogtepunt bereikte, (in: Zij lieten hun sporen achter).
Cohen liet het gehele terrein van de Busaert herontginnen voor de verbouw van
tabak. De boerderij zelf werd verhuurd aan Hendrik Reijertsen van Bosserdijk.
Vervolgens liet Cohen een huis van enig formaat bouwen ongeveer halverwege tus
sen de Hamerveldseweg en de Grift. Daar kwam zijn "bedrijfsleidér" te wonen. Er
verrezen t.b.v. de tabakscultuur ook nog andere gebouwen (tabaksschuren m.n.).
Dit alles moet zich afgespeeld hebben op en rond de plaats waar de voormalige
boerderij 't Spul (met tabaksschuur) heeft gestaan (thans nieuwbouwwijk Groenhout^
Na de dood van Cohen treedt er - mede door de Franse tijd - een verslechtering
op in de tabakshandelHet bezit wordt in 1801 in veiling gebracht, maar er
dient zich geen koper aan. Dan probeert men een perceelsgewijze verkoop te be
werkstelligen en dat heeft meer succes. Op 8 mei 1801 wordt de hofstede "de
Busert" met een deel der landerrijen verkocht aan Jan Corneli.ssen Smit.
Op 3 februari 1803 wordt nog een stuk land verkocht, evenals op 7 februari 1806.
13 Van Jodensteeg tot Smoussesteeg
Na 1806 zijn de bezittingen van Jan Cornelissen Smit nog verschillende malen (in
gedeelten) in andere handen overgegaan. Uit notariële acten, waarin de naam
Jodensteeg als begrenzing van stukken grond wordt genoemd, kunnen we opmaken
wanneer ongeveer de naam Smoussesteeg voorkwam. Hieronder volgen gegevens uit
deze acten; voor de goede orde wordt erop gewezen dat niet alle eigendomsover-
drachten hier genoemd zijn, maar enkel die waarin de steeg met name genoemd wordt.
Onderstaande gegevens zijn ontleend aan het R.A.U. LE 001a013 van Notaris Jan
van den Hengel:
11 augustus 1829 Boedelscheiding betreffende de erven Jan Pieters Smit.
I - Deze akte vermeldt o.a. de hofstede "Langebeek", grenzende
aan oostwaarts de Moorsterbeek,
zuidwaarts de JODENSTEEG,
westwaarts de Hamersveldseweg,
noordwaarts Hendrik en Grietje van Asch.
II - Moerassig bouw- en weiland, genaamd "de Busert", grenzende
aan westwaarts de Hamersveldseweg,
noordwaarts de JODENSTEEG
oostwaarts Arie Wassing en Jac. de Groot,
zuidwaarts de Hr. Rom.
Onderstaande gegevens zijn ontleend aan het G. AA(mersfoortAT055J029 van
Jiotaris Joh. de Louter:
18 maart 1858 Boec .cheiding betreffende de familie Smit/Huurdeman
Artikel 10 - Een perceel bos- en bouwland gelegen aan de JODENSTEEG, kad
sectie F 257, 258, 275, 360 t/m 364, 864 en 865.
AT055j041 G.A.A. (eveneens van Notaris Joh. de Louter):
23 juni 1863 Boedeltaxatiescheiding en verdeling tussen Hendrika Huurdeman
weduwe van Hendrik Voskuilen jr. en haar 4 minderjarige kinderen.
Thans is zij gehuwd met Teunis van Eijden.
Aan Hendrika Huurdeman:
I - De tiend uit de hofstede "Ha(a)khorst"
II - Een bos met daarbij behorende stegen en grachten uitkomende met
de zogenaamde JODENSTEEG, aan de Hamersveldseweg.
Kad. sectie F 257, 258, 275, 360 t/m 364, 368, 369, 864 en 865.
AT055j051 G.A.A. (Notaris Joh. de Louter):
6 maart 1868 Jan van Ruitenbeek verkoopt aan Hermanus van Beek ruim 28 roeden
grond, zijnde een gedeelte van perceel kad.sectie F 276 en wel
de zuidwestelijke hoek en strekkende langs de sloot met een uit
weg (over het niet verkochte gedeelte) naar de SMOUSSESTEEG.
Verkoper de eigendom verkregen krachtens het testament van zijn
eerste vrouw Neeltje Smit van dato 1838.
AT055j079 G.A.A. (Notaris Joh. de Louter):
4 november 1881 Hendrika Huurdeman gehuwd met Teunis van Eijden, verkoop aan haar
zoon Richardus van Eijden bouwland bos stegen en grachten, uitko
mende met de zogenaamde JODENSTEEG aan de Hamersveldseweg.
Kad.sectie F nrs. zie akte 23 juni 1863.
AT055n008 G.A.A.
11 October 1893 Openbare verkoping in de herberg "de Rosbeijer" te Hamersveld
gem. Leusden t.o.v. Adriaan Nicolaas Jan Vos, notaris te Amers
foort
Cornelis Rodenstein makelaar ten deze handelende als lasthebber
van Gerrit van Ruitenbeek,
I - De boerenhofstede "KleinKrakhorst"
II - Een perceel wei- en hooiland genaamd "het SM0USSELAND" gelegen
aan de SMOUSSESTEEG.
Kad.sectie F nrs. 271, 274 en 836.
2De openbare mening op het platteland
Rond 1870 komt naast de tot dan toe gebruikte aanduiding Jodensteeg in de nota
riële acten ook de Smoussesteeg voor. Het lijkt waarschijnlijk, dat deze laatste
term in het dagelijkse spraakgebruik dan reeds eerder zal zijn voorgekomen, maar
hiervoor kan met zekerheid niets gezegd worden. Wel is bekend, dat het scheld-
">ord "smousen" al vanaf 1720 in de volksliteratuur duidelijk naar voren komt.
smous is, aldus Bovenkerk in het werk "de geschiedenis der Joden in Nederland"
van Hk. Brugmans (1940), 'lie sjacheraar en specialist in kwalijke praktijken;
daarnaast het mikpunt voor ruwe, vaak nogal handtastelijke aardigheden die hij
zich straffeloos moet welgevallen".
De denigrerende aanduiding van Joden in "Smoussesteeg" kan dan ook heel goed ge
plaatst worden in het licht van algemene opvattingen en verhoudingen in de vorige
eeuw ter zake. Met Simon van Adelberg in diens "De Joden van Amersfoort" zou men
deze periode immers zeer goed kunnen samenvatten onder de term "moeizame emanci
patie na officiële gelijkstelling".
Het is bekend, dat de officiële gelijkstelling van 1796 op het betrekkelijk een
voudig te kontroleren terrein van het openbare leven slechts zeer langzaam in
de praktijk geeffectueerd werd. Wat zal het platteland - waarover veel minder be-
kend is - bij deze praktijk hebben achtergelopen.
3. Een voorzichtige conclusie
Het is niet aan ons een uitspraak te doen over het wel of niet voortbestaan van
de naam "smoussesteeg". Wel zijn we de mening toegedaan dat in zijn algemeenheid
terughoudendheid geboden is wat betreft het aanpassen van in de historie gegroei
de namen; ook wanneer die naam een herinnering vormt aan een onverkwikkelijk