Vz MozApot tm-ó zzvu> dotpAAchool
-13-
Wztkgtozp dialzztzn
Sp>l0kkzl4
Verleden. Onze indruk is dat de doorsnee Leusdenaar van 1985 onwetend is van de
historische betekenis van een term als Smoussesteegomdat juist de specifieke
klank ervan in Leusden verloren is gegaan.
Mocht men echter besluiten de naam Smoussesteeg te wijzigen, dan is "Benjamin
Cohensteeg" te verkiezen boven "Jodensteeg"Recht doend aan de historie ligt
Benjamin Cohensteeg het meest voor de hand. Ook valt te denken aan "Busaertsteeg"
bronnen
informatie over het goed "de Busaert" is te vinden in:
W.J. van Hoorn en A.J. van Kooy, Een tabaksschuur bij t Spul", in: Flehite,
dec. 1977, 9e jaargang nr. 4.
R. Tijmensen
R. Polak
A.J. van Kooy.
ACHTEVELD - IN APRIL 1945 WERD ER IN DE ACHTEVELDSE SCHOOL TWEE CONFERENTIE'S
GEHOUDEN TUSSEN DE GEALLIEERDE EN DE DUITSE AFGEVAARDIGDEN. TER SPRAKE KWAMEN
ONDERMEER DE VOEDSELVOORZIENING VOOR WESTELIJK HONGEREND NEDERLAND EN DE
CAPITULATIE VAN HET DUITSE LEGER KWAM OOK NOG EVEN TER SPRAKE
Over de Conferenties is al heel veel toen en later geschreven en een uitgebreid
dossier is aanwezig in het dorpsarchief van Achteveld.
Ter sprake is nog wel eens waar precies de conferentie's gehouden werden. Duide
lijk in mijn herinnering en verder aangevuld uit het dorpsarchief zijn de volgende
feiten.
De weg vanaf Achteveld naar Terschuur noemde men in de volksmond de Dodeweg,
omdat ze leidde naar het onder Pastoraat van Paulus Hundertmarck in 1818 aan
gelegd Kerkhof. Veel later kwam het wegbeheer onder dat van de gemeente Barne-
veld en werd het genoemd Baron Nagelstraat. Thans heet de straat officieel
Jan van Arkelweg.
In 1912 werd de R.K. School gebouwd ten Noord Westen van de toenmalige Water
staatskerk en enkele jaren later volgde de bouw van drie lokalen van de (nu)
Jan van Arkelweg.
In 1940 werd het lokaal (rechts - Zuidkant dus) ernstig vernield door granaat-
inslag. Op 28 en 30 april 1945 werden in deze school Conferentie's gehouden die
er toe leidden dat korte tijd nadien vele tonnen voedsel vanuit vliegtuigen wer
den geworpen boven hongerend westelijk Nederland. Ook kwam even ter sprake de
capitulatie der Duitse legereenheden. Vele uren van besprekingen in Achteveld
werden gevolgd door een korte bijeenkomst in Wageningen waar de Duitse Autoritei
ten de overgave ondertekenden.
Op genoemde dagen waren de ramen van het middenlokaal en het lokaal rechts van
de Achteveldse school goed afgesloten door zwarte doeken.
Op 28 april 1945 was er de eerste conferentie tussen de Geallieerden en de
Duitsers. Een stroomvoorzieningsapparatuur stond opgesteld aan de uiterste
Noordkant van de school.
Op 30 april 1945 wapperden er de vlaggen van Canada, Engeland, Verenigde Staten
van Amerika, Nederland en nog een enkel land, zeker niet de Duitse, voor de school.
Prins Bernhard, vele hoge Geallieerde Officieren en de Duitse Rijkscommissaris
Arthur Seyss-Inquart gingen het schoolgebouw binnen vanaf de Noordkant.
Ten behoeve van de conferentie's zijn beide geblindeerde schoollokalen gebruikt
hetgeen o.m. blijkt uit een verslag van een correspondente die er aanwezig was.
Het middenlokaal is enkele jaren geleden afgebroken. Het lokaal rechts daarvan
staat er nu nog! De vloeroppervlakte is gelijk gebleven evenals het gehele
exterieur: de ramen van toen zijn er nu nog precies zo. De deur naar de toenmalige
lange gang alsmede een raampje aan dezelfde kant zijn vanwege de bouw tot een
ieusdcentrum verdwenen.
Er zijn meerdere kleine foto's omtrent dit gebeurerFin het archief aanwezig. En
moge misschien de volgende wens eens in vervulling gaan: dat in de zaal worden
gehangen grote foto's met onderschriften en heel misschine dat ze dan persoonlijk
kunnen worden aangeboden aan Prins Bernhard als hij D.V. 75 jaar mag worden en
dat is in 1986.
Achteveld, Feestdag van de H. Nicolaas, 1985.
J.M. Schouten, dorpsschrijver
De werkgroep dialekten beijvert zich om het taalgebruik in het oude Leusden rond
1900 op te rakelen en vast te leggen voor het nageslacht. Motief daarbij is, dat
het nieuwe Leusden het oude min of meer heeft overweldigd. Voordat de laatste
bronnen zijn uitgewist (uitgedoofd), proberen we gauw wat op te sporen en te be
waren.
Zo is de werkgroep zeer geinteresseerd in het taalgebruik van de oudere autoch
tone bevolking van m.n. Hamersveld, Asschat, Leusbroek, etc.
Om te'achterhalen welke taal men toen sprak (rond 1900 dus), moet men een beetje
inzicht hebben in de historie. Wat waren de middelen van bestaan, welke beroepen
oefenden men toen uit, wat waren de scholingsmogelijkheden, welke zeden en ge
woonten waren er.
Rond 1900 woonde men in Leusden nog zeer verspreid; Hamersveld m.n. was een
lintdorp en achter de woningen (gewoonlijk boerderijen) lag grasland. Men leefde
voornamelijk van veeteelt en landbouw; er was ook bosbouw (ontginning) en tabaks
teelt. Zo krijgen we inzicht in de beroepen die men toen uitoefenden:
boeren herbergiers dominees
daggelders bakkers pastoors/kapelaans
meid/knecht winkeliers kosters
keuterboeren broekenmakers meesters
landlopers klompenmakers voorzangers
grasmaaiers marskramers aanwijzers
koddebeiers molenaars armmeesters
Elk beroep had z'n eigen vakjargon; landbouwers, ambachtslieden, neringdoenden:
ieder sprak z'n eigen taal, gewoonlijk de taal van eenvoudige mensen zonder veel
scholing. Al doende leerde men, ouderen schoolden jongeren. Er was wel onderwijs,
maar dat was erg religie-getint. Meisjes leerden uitsluitend huishoudelijk werk:
wassen, strijken, stoppen. Na vier "schooljaren" werd men meid (of knecht) en
moest er voor de kost gewerkt worden.
Vanuit dat wereldje nu gaan we proberen materiaal te vinden over de gesproken
taal, het briefverkeer, handschriften, lektuur (o.a. bijbels, katechismus, zang
bundels, gebedenboeken, en ook huwelijksakten).
Onze belangstelling gaat dus vooral uit naar personen, die geboren en getogen
zijn rond 1900 in m.n. Hamersveld, Asschat, Achterveld, Stoutenburg, Leusbroek,
Oud-Leusden. Het gaat om eenvoudige mensen die weinig of geen kansen hebben ge
had zich te scholen. En om het dialekt (c.q. de groepstaal naar het geografisch
bijeenwonen) in z'n zuiverste vorm (zonder veel kulturele invloeden van buiten
dus) te achterhalen, willen we juist deze bevolkingsgroep benaderen.
Iedereen die ons daarbij tot steun kan zijn, is welkom. Reakties graag naar de
Historische Kring t.n.v. de werkgroep DIALEKTEN.
namens deze werkgroep:
R. Tijmensen.
Straks bij de overgang van 1985 naar het nieuwe jaar 1986 spreken we ontelbare
keren onze nieuwjaarswensen uit. De meest gebruikelijke zijn wel: "de beste wen
sen", "alles wat wenselijk is" en het wat ouderwetse "gelukkig nieuwjaar".
Vroeger heeft men dat waarschijnlijk met andere woorden gedaan. In mijn jeugd was
nog gebruikelijk: "veel heil en zegen".
Hoe het ook kon in lang vervlogen tijd wil ik u niet onthouden. Hieronder volgt
een nieuwjaarsgedicht uit 1728, geschreven op de boerderij Donkelaar.
Geurt Evertsen is de maker en draagt het op aan zijn ouders.