-,4- 1886 HondnA.d jaai Wetöoefe van Stlafaizch.1 1986 -75- Indien den ouden mensch niet sterft in 't oude jaer, En Elck geen Nieuwe deugt in 't nieuwe wert gewaer dewijl wij wederom door Gods Genaed beleven 'T Jaer seventienhondertachtentwintig even Soo kom ick voor het eerst, in dit nieuw jaer saisoen van 't Geen ick heb geleert u een vertoning doen De Heere wil u geven mijn vader en moeder eerbaer Een lang voorspoedig leven en een zalig Nieuwjaer U.E. onderdanige en dienstbereyde zoon Geurt Evertsen 1728. Op een los" vel uit dezelfde tijd met dezelfdé haiid geschreven nog het volgende- Die in weelde sijn gewent, en van droefheyt noyt geschent, Die t' Geluck van alle Kant, valt gelijck als in de hant vallen dickmael onder voet door haer al te groote goet, al te hoog verheven staet, door sijn Swaert om Leege gaet. Witte raven vint men selden, Alsoo selden vint men trouw, Maer die haer hoop op God stelden, hadden daer van noyt berouw. A BCDXYZ Aabcdxyz (verkort, stond voluit) Frans Arissen van Donckelaer, Maeytjen Arissen van Doncklaer Dit latere stukken blijkt, dat deze Maatje Arissen nog vele jaren een bewoonster van de boerderij Donkelaar is geweest tot haar overlijden in 1761. En dan begint een nieuw verhaal! Ter oriëntatie nog even dit: De boerderij Donkelaar bestaat nog en ligt aan de Voskuilerdijk, nu gemeente Woudenberg. Vroeger behoorde de buurtschap waarnaar deze boerderij genoemd is, tot Leusden. WBos MISDAAD groot en klein in LEUSDEN en STOUTENBURG Als i_ eene Jaar Verloopt Soo komt terstont een ander, ons dagen vliegen weg, als Arents na malkander Gelijck den roock verdwijnt, alsoo vergaet den tijt Ja schier eer dat ment' weet, zijn wij ons dagen quijt. Hoe haest heeft 't oude Jaer, ons wederom verlaten, en wat sal 't nieuwe jaer ons arme sondaers baten. Het Wetboek van strafrecht is in 1886 in werking gegaan. Het is een Nederlands Wetboek, inhoudende o.m. de belangrijke misdrijven, een deel der overtredingen en algemene bepalingen van strafrecht. Voor meer dan tweehonderd jaar geleden werd er recht gesproken binnen de ge meente Leusden in het Gerechtshuishoek Asschatterweg-ZwartesteegIn Stouten burg werd dit in "De Gort" gedaan, hetwelk een boerderij was met gelagkamer; zeker is dat de Schout van Amersfoort meermalen moest zijn in deze kamer voor o.m. huwelijken te bevestigen en is aannemelijk dat er ook recht werd gesproken. MARTHEN DE VAGEBOND In 1633 vond men Marthen de Vagebond dood langs de Postweg. Kinderen tot zeven jaar liet men erover getuigen, hoewel de minderjarigen niet onder ede. Gezien het feit dat er getuigenverklaringen werden opgenomen is het wel aannemelijk, dat er sprake is geweest van een misdrijf. Zeker is het dat er vijftien jaar later een moord was bij de herberg "Het Swarte Berchgen". IN GEVECHT MET MES GEDOOD Het was een ruwe tijd en de drankmisbruik was groot. Stellig zijn er meerdere ruzies beslecht maar aantekeningen daarover zijn er weinig. Op 8 augustus 1751 'stierf in de Gort, onder de Gerechte van Stoutenburg, Jacob Gaerssen, 22 jaar, gedood in een gevecht met mes, en na het echter een uur overleefd te hebben, gaf hij geen tekenen van beroep'. De aantekening van 'geen tekenen van beroep' kan dus inhouden dat er een Pastoor is verwittigd om de stervende bij te staan, maar hij gaf geen teken van berouw en werd hem het Sacrament der Doden niet toegediend. RECHTSPRAAK Blijkens de Stichtse Almanach, 'Op 't Schrikkel Jaar onzes Heere. Jesu Christi '2' is er sprake van een rechterlijk ambtenaar, genoemd als Drossaart. Kenne- .c werd hiervoor gekozen de Schout of een Raadslid in de Vroedschap. Of zij de bevoegdheid hebben gehad van Rechtsspraak is mij niet bekend, maar wel zijn de volgende 'Namen der Heeren Drossaarden, Baljuwen, Schouten en Secretaris sen, Van de Hooge-Vrye en Ambagts Heerlykheden; Zo van Dorpen als Gehugten, in de Provintie van Utrecht, Gelegen' aangegeven: Asschat (ongeveer 24 Huizinge groot) had als Schout Hendrik Berghuys en Secreta ris Wilhelmus Gualterus van Veerssen. Leusden had als Schout den Heer Isaac Scheltus Geregt en gelijke secretaris die van Asschat. Het Gerecht van Stoutenburg had als Schout Abraham van Bemmel en Secretaris Gerard van Bemmel Adjunct beiden van Amersfoort.- De genoemde Gerechten behoorden tot Eemland Nu negentig jaar geleden, dat was dus in 1875, behoorden de gemeenten Stouten burg en" Leusden onder het 2e Arrondissement, Eerste Kanton Amersfoort en was er de zitting voor Strafzaken op 'Dingsdag voormiddag ten 10 uren' met als Kanton rechter Mr. D.A. Camerling Helmolt. VELDWACHTER PETER KUIJT Veldwachter onder Stoutenburg was Peter Kuyt die in 1858 zijn benoeming kreeg. Peter kreeg het direkt druk, want Johannes, zoon van de Meester in het Recht Anthony van Luden, liet een nieuwgroot huis bouwen hetwelk bewaking nodig had vanwege dieverij. De veldwachter kreeg soms een kwartje als extra beloning of een kruiwagen kapotte Valkse turf, een welkome aanvulling op de jaarwedde van driehonderd gulden. Hij was ook Gemeentebode en liep zeker drie keer per week van zijn standplaats 'Musschendorp' heen en weer Gemeentehuis Hamersveld. Hij is vijftig jaar veldwachter geweest en heeft dan ook ruim 85.000 kilometer te voet afgelegd. Bij zijn gouden jubileum kreeg hij van de bevolking een rijwiel ten ge schenke. Menig stroper heeft hij gepakt die na door de Kontonrechter te zijn ver deeld de bak in ging op het Wolvenplein in Utrecht. VERTROUWEN HUNS MEESTER 'De Eembodevan April 1892 weet het volgende misdrijf te melden: Leusden. In de vorige week werden er twee van het personeel, dienstbaar op 'Den Heiligen berg', beschuldigt allerlei goederen, hun heer toebehoorende verborgen te hebben. Naar aanleiding van een ingesteld onderzoek werden zij door de politie naar Utrecht vervoerd. Sedert spreekt men ervan, dat ook nog anderen van het perso neel zich zouden schuldig gemaakt hebben aan misbruik van het vertrouwen huns meesters KLEINE MISDRIJVEN In de Catechismus door Zijne Doorluchtige Hoogwaardigheid Joannes Zwijsen van 1900 staat onder de 40e les het 7e Gebod: "Gij zult niet stelen; dat is tegen de deugd van rechtvaardigheid". Maar tegen dit gebod werd wel eens gezondigd: 'De vorige week is op de hofstede Groot Hoolhorst te Achteveld, 's nachts de geheele wasch van het bleekveld gestolen, terwijl bij andere landbouwers in de buurt kippen en appels ontvreemd zijn.' De dieverij gaat verder, want: 'De vorige week is, naar men ons mededeelt, van den arbeider D. v.d. Berg te Stoutenburg, een fiets ge stolen. Een zich noemende schapenhandelaar, die zich bij den arbeider vooraf aan brood en eieren te goed gedaan had, vroeg namelijk even het rijwiel te mogen ge bruiken. Weldra bemerkte men echter met een geroutineerden dief te doen hebben.' Januari 1909: 'Achteveld. In den laatste tijd hebben alhier verscheidene brutale

Historische kranten - Archief Eemland

Historische Kring Leusden | 1985 | | pagina 5