20 m
JI
l egenda: a. boerderij, b. zomerhuis mei bal
huis (kabolj, c. varkensschuur, d. kippenhol
c. schapenhok, f. hooiberg, I. woonkamer,
heerd, 3. slaapkamer, 4. kast, 5. bedslee, i
opkamer boven de kelder, 7. geul, 8. deel,
kocienslal mei mest-) grup en wees, 10. sl
voor kleinvee mei daarboven de kncchtcnk,
mer (keel), II. paardenstal, 12. mestluik, I
pomp, 14. moestuin, 15. vijver voor hel inw;
leren van hout, 16. eiken, 17. wilgen, I
vruchtbomen. 19. linden, 20. meidoornhaag
Schaal ca. I 400.
Aan de ene kant de heerd ligt de opkamer, met daaronder de kelder. v<er het
ontstaan hiervan kan men uitwijden. Het woord herenkamer of pronkkamer is hier ook
veel van toepassing. Ligt de boerderij in de oost-westelijke richting, dan vindt men
opkamer met kelder meestal aan de noordzijde van de boerderij. Is hij noord-zuid
gelegen, dan liggen de opkamer en kelder meestal aan de oostzijde. Waarschijnlijk
is dit dan de meest koele plaats die voor de kelder in aanmerking kant.
De breedte is meestal gelijk aan die van het zijvak.
De opkamer is te bereiken via een trapje vanuit de spoelkeuken en sons ook vanuit
de heerd.
De opkamer is vroeger een belangrijker vertrek geweest dan het zich nu laat aanzien.
Tegenwoordig dient het als slaapplaats. Dit kan dan zijn door een bedstedewand tegen
een zijmuur. De schuine zoldering is beschoten met al of niet geschilderde delen.
Indien de kelder een stenen gewlf heeft, is de vloer van de opkamer van plavuizen.
Anders is hij van hout. De afwerking van het houtwerk en muren is gelijk aan die
van de heerd.
Qider de opkamer bevindt zich de kelder. Bij oudere boerderijen hebben deze kelders
een stenen gewelf. Bij de jongere is dit een houten balklaag. De afmeting is gelijk
aan die van de, daarboven gelegen, opkamer. In de kelder bevindt zich een pekelbak
voor het conserveren van vlees of het dient voor het naken van kaas. Ook wordt de
kelder gebruikt voor het bewaren van voedsel, dat aan bederf onderhevig is.
In de vloer van de kelder is sams een gat uitgespaard, waaranheen een rand is aange
bracht. Dit is gedaan an de spanning van het grondwater te verminderen. De kelder
is te bereiken vanuit de spoelkeuken via een stenen trap. Over deze trap bevindt
zich een luik, waarop de treden van het trapje naar de opkamer bevestigd zijn. Cp
de vloer liggen plavuizen en de muren zijn wit gepleisterd.
Spoelkeuken
Naast de heerd, noar achter de opkamer, bevindt zich de spoelkeuken of geut. Dit
vertrek is het belangrijkste verkeersknooppunt van de boerderij. Het is te bereiken
vanuit alle omringende ruimten. Via dit vertrek kan men ook naar buiten. In deze
ruimte worden alle natte huishoudelijke - en bedrijfswerkzaamheden verricht.
Het water dat men hiervoor nodig heeft komt uit de pomp, die in de keuken of naast
de deur op de spoelplaats staat. Het spoelwerk geschiedde vroeger op de grond of op
een tafel terwijl het grote spoelwerk, zoals het spoelen van de melkkannen, buiten
gebeurde. De spoelkeuken is in later tijd veranderd in woonkeuken met stookplaats.
Toen is waarschijnlijk ook het zomerhuis in onbruik geraakt. De spoel- of bijkeuken
verplaatste men dan nog verder naar achteren, tot voorbij de brandmuur, lx? heerd,
waar vanouds gekookt werd, gebruikte men daarna als woonkamer of mooie kamer. Er zijn
nog boerderijen waar de oude toestand gehandhaafd is gebleven.
Het houtwerk is in dodekop geschilderd. Aan de wit gepleisterde muren, met zwarte
lambrizeringen, hangen als versiering enkele borden. De vloer is met. plavuizen
gedekt