39
De pacht was in de loop der jaren wel verhoogd, want van 1760 - 1765
gold: "Aalbert Lubbersen betaelt jaarpagt 46,- per jaar als bruyker
van het Erf kaal-Donkelaar" en "Jan Rijksen, bruykervan tErff klein
Donkelaar 69,-." Maar in 1832 wordt vermeld: "klein Donkelaar 40,-
en Hofstede Donkelaar 215,-.
In de jaren 1772 - 1774 worden beide hoeven door één "bruyker" gepacht,
nl. Gerrit Cornelissen.
Het is niet altijd even duidelijk hoe de situatie is: in 1880 worden
de namen Klein-Donkelaar en Kaal-Donkelaar verwisseld, terwijl later
Kaal-Donkelaar alleen wordt aangeduid met Donkelaar.
In 1743 is de latere erflaatster Maatje Arissen, meerderjarige jonge-
dochter, eigenaresse en bewoonster van Klein-Donkelaar (een derde aan
duiding). Jan van Ravesloot wil de boerderij van haar kopen voor 3500,-
raaar de koop gaat niet door. In 1757 krijgt Maatje Aris een verklaring
van gezondheid van twee "Koeybeeste"die ze in Bunschoten gekocht heeft.
Een dergelijke verklaring staat ook op haar naam uit het jaar 1759.
Maatje heeft bij legaat haar bezit Klein-Donkelaar in 1761 aan de dia
conie overgedragen. Of Kaal-Donkelaar daar ook bij gehoord heeft, is
niet uit de stukken op te maken, maar is wel waarschijnlijk. De eerste
pachter van Klein-Donkelaar wordt haar vroegere buurman Jan Rijksen.
Bij overdracht van de boerderij aan de diaconie zijn ook de nog aanwe
zige papieren van Maatje Arissen als convocaties, betalingsbewijzen
en ook het nieuwjaarsgedicht in het kerkelijk archief terecht gekomen
en tot heden toe bewaard gebleven.
W. Bos.
Diaconie Hervormde Gemeente, nr. 113.
Gebruikte bronnen: Archieven van de Diaconie der Hervormde Gemeente
Leusden, nr. 113 en 115.
D£ EAA^Ta
ylelerlanden
"ENHOE
^RK.eere
'rosbeyer
A NFR/DOS