X
100
In het algemeen kan men zeggen dat lijsten met partijnamen als aan
duiding pas vanaf de verkiezingen van 1958 voorkwamen. Oat wil na
tuurlijk niet zeggen, dat de kiezers in 1946 en later zich niet van
de politieke kleur van de lijsten bewust waren. Het propaganda biljet
van de A.R.P. uit 1949 laat daarover geen twijfel bestaan, (zie il
lustratie blz. 99). Wel is de conclusie gerechtvaardigd, dat in de
jaren '50 steeds meer partijpolitieke overwegingen een rol gingen
spelen.
Ook al komen er op de lijsten geen partijnamen voor, toch kan ook
zoveel jaar later nog heel gemakkelijk de politieke richting worden
achterhaald.
In 1946 werd op lijst 1 Joh. Veenendaal gekozen. We ontmoetten hem
al als A.R.P.'er. De heren A.A.J. Verhagen en A.H. van Wamelen ver
tegenwoordigden met lijst 2 de P.v.d.A. richting. Dat blijkt onder
andere hieruit, dat op deze lijst als nr.3 het latere socialistische
raadslid L.van Ginkel stond. De christelijk-historische richting was
met 4 leden sterk vertegenwoordigd. Uit het vervolg zal blijken, dat
het nog maar de vraag is of deze lijst 3 een duidelijk C.H.U. stempel
droeg. Wellicht was het toch meer de voortzetting van de vooroorlogse
lijst van niet rooms-katholieken. De rooms-katholieke groepering was
met 4 raadsleden verhoudingsgewijs minder sterk vertegenwoordigd dan
voor de oorlog.
In 1958 veranderde er het een en ander. De pas opgerichte C.H.U. kies
vereniging (13) besloot in te stemmen met het verzoek van de A.R. kies
vereniging "Nederland en Oranje", om samen een lijst voor de verkiezing
en in te dienen. Deze lijst had een duidelijker herkenbaar protestants-
christelijk karakter dan de door J. van de Lagemaat aangevoerde lijsten
in 1949 en 1953. Eén van de fractieleden, P.A. Grootendorst ging daar
om (14) zijn eigen weg. Later werd zijn groep de "Protestantse Kies
vereniging" nog later "Gemeentebelang" genoemd.
Op de achtergrond van dit conflict tussen Grootendorst en zijn meer
C.H.U.-gerichte fractiegenoten speelde vermoedelijk een meningsverschil
over de christelijke school in het huidige Leusden-zuid. Grootendorst
was gezien de Leusdense situatie voorstander van openbaar onderwijs,
en was daarin zo consequent dat hij in juni 1950 tegen het voorstel
stemde tot verlening van medewerking tot stichting van'een christelijke
school te Leusden; als enig raadslid nog wel. Omdat zijn fractiegenoot
de Wild (en eveneens de A.R.P.'er van Maanen) tot de drijvende krachten
101
achter deze school behoorden, is het begrijpelijk dat ingewijden ter
verduidelijking op deze kwestie wijzen.
Toch blijft het dan mijns inziens de vraag waarom Grootendorst nog
in 1953 samenwerkte met de Wild, van de Lagemaat en Apeldoorn.
Een nieuwkomer in 1958 was het raadslid P.W. van Dongen. Omdat op
deze lijst tevens personen werden aangetroffen, die in 1966 voor de
V.V.D. kandidaat zouden staan, kan met recht aan een liberale lijst
gedacht worden. Tot nu bestond hierover -ook bij de V.V.D.-onzekerheid.
Des te verrassender was daarom de vondst van een schrijven van het
raadslid van Dongen aan het college van B&W d.d. 15.12.1958. Hij
ondertekende zijn brief, over een overigens onbelangrijk onderwerp,
met "Het raadslid voor de V.V.D., P.W. van Dongen" (15). Uiterlijk
in februari 1988 (de kandidaatstelling van van Dongen) is er dus
een 30-jarig jubileum te vieren.
Bij de volgende verkiezingen van 1962 ontbrak de V.V.D., wegens eigen
verzuim in de procedure bij de kandidaatstelling. De C.H.U. zetten
hun samenwerking voort, nu aangevuld met de pas opgerichte S.G.P.(16).
H. Blankenstijn vertegenwoordigde deze partij, al kwam de naam 5.G.P.
op de lijst niet voor.
In de laatste raad voor de samenvoeging van 1969 zaten 4 leden, die
niet tot de christelijke partijen gerekend kunnen worden. Dat was een
hele verschuiving vergeleken met de twee of één van de jaren 1946 tot
1958. Deze verandering zal in elk geval te maken hebben gehad met de
eerste uitbreidingen in Hamersveld en Leusden-zuid, toen nog gewoon
Leusden geheten, in die jaren. Na de samenvoeging zou deze ontwikkeling
zich voortzetten.
Afsluitend, en tevens als overgang naar de volgende paragraaf, volgt
hier een samenvatting van de jaren '60 in de vorm van een diagram.
z.o.z.
4.Leusden vanaf 1969.
Het jaar 1969 was geen landelijk verkiezingsjaar en dus
stonden de verkiezingen ter plaatse volop in de belang
stelling. Nagenoeg alle partijen haalden hun beste
paarden van stal voor een optreden in Leusden, en dong
en zo naar de gunst van de kiezer. Er was keus genoeg;
maar liefst 9 lijsten waren ingediend, waarvan er
uiteindelijk 6 in de raad vertegenwoordigd raakten.
Voor S.G.P.,G.P.V. en Grootendorst's Gemeentebelang
•ih-è
vanaf 1969