148
De vlucht voor het water.
Een trieste verhuisstoet trekt langs de wegen.
De Utrechtsche Courant van 27 september 1939 schrijft:
"Koninginnedag tot nader order uitgesteld". Deze mededeeling, bevestigd
aan de schuurdeur van het boerenbedrijf, is als een uiting van bittere
ironie. üJant al heel spoedig zou het boerenbedrijf voor een deel in het
water ondergaan. We zijn hier in de kom die -volgens het bericht van
den Regeelingspersdienst- om alle overstroomingsmogelijkheden te verze
keren, onder water zal worden gezet. De ijzers van het boerenpaard dat
de opvordering ontkwam, kletteren over den klinkerweg. Het is een oud
beestje en gelaten trekt het den platten boerenwagen. De leidsels wor
den gehouden door een flinken boerenjongen en een meisje zit naast hem.
Het is een zonderlinge vracht, die ze met zich voeren: kamerplantjes,
overjassen, stoelen en heel achteraan, slechts met een touw moeizaam
in labiel evenwicht gehouden, een kleine bruine commode. Even verder
nadert weer zo'n vrachtje. Het is de uittocht van hen die in die in de
toekomstige "waterkom" wonen. In het boomloof langs de wegen, die we nu
volgen, hangen sprieten hooi en stroo.Hier gaan de hooggeladen wagens
langs die de vrachten stroo wegvoeren van de inderhaast afgehaalde
hooibergen.
Daar in de verte, aan het eind van den "Eigen Weg" staat een royaal
boerenbedrijf. Op het erf staan brikken, die hooren er.
En in den nacht zal hier het water rijzen. Eerst zal de weide drassig
worden,- er zullen zich plassen vormen op het erf. Dan zullen water
straaltjes over den dorpel loopen in het woonvertrek, in de slaapkamer,
op den deel, in schuren en stallen. Het water zal langs de muren opstij
gen en wanneer de nazomersche zon in den ochtend den strijd met de
nevels aanbindt, dan rijzen de zware vormen van de boerderijen boven
het grijs van den waterkom, die de overstroomingsmogelijkheden, noodig
voor onze veiligheid zal verzekeren.
Zoo wordt de erfvijand van Nederland, op wien we onze bodem veroverden
en nog steeds veroveren, thans de hulp geroepen als vriend, die bij ons
een eventueelen inval zal moeten bijstaan in het handhaven van ons zelf
standig volksbestaan.
Hoe lang zal het water er op staan
Niemand die het weet
Veertien dagen later:
't Gaat er allemaal diep onder, meneer. Dit ook. Veertien dagen gele
den moesten we hier vertrokken zijn. Heel ons boeltje is ook al weg.
149
Hoeve "De Kromme Start", 1939. De inundatie breidt zich meer en meer
uit. Een weg staat reeds onder water, het land ernaast volgt.
Maar zoo lang we hier nog wat kunnen doen zijn we dan ook maar bezig.
Kijk daar -en hij wijst naar enkele gebogen figuren op het veldje
zijn ze bezig nog wat worteltjes uit den grond te halen. Ik heb daar
ginder een peilschaal en ik heb precies kunnen zien hoe aauw het
water hier stijgt. Heeft u daar verderop dat boerenbedrijf al onder
water zien staan "Ja maar ze zijn er nog aan 't werk.-Een hooiberg
is nog heelemaal vol". "Maar dat is een schuurberg, een schuur onder
het hooi. Die schuur komt onder water, maar het hooi blijft droog. Dat
kan de boer voor zich zelf houden". QJe gaan den weg terug, tusschen
plassen en drassen. Daar staat een aardig boerderijtje. Alles zit pot
dicht, deuren en luiken. Het water staat al op het erfje. En van onder,
tegen de deur, is een zandbergje opgeworpen. Waarom In een naief ge
loof dat het binnen droog zal blijven Regelmatig stroomt het water
over den overlaat die door de schildwachten wordt bewaakt. Niets
houdt het tegen.