132
Tot in 1651 er weer eens een ernstige dijkdoorbraak plaats had en de
bisschop van Utrecht besloot de knoop voor eens en altijd door te hak
ken. Hij moest uiteraard wel op eigen grondgebied blijven. Zijn ge
deelte van de rivierdijk werd verhoogd en verzwaard en langs de grens
met Gelderland werd een zogenaamde slaperdijk aangelegd over de lengte
van ongeveer zeven kilometer. Kosten 60.000 ,- wat voor die tijd
een gigantisch bedrag betekende.
Maar toen begonnen de problemen pas goed. Van de l/eluwe stroomden nogal
wat beken de vallei in en die vonden nu de weg versperd door de dijk.
Het water hoopte zich op aan de Gelderse kant van de dijk, waar de Gel
derse boeren weer geen genoegen mee namen. Ze probeerden de dijk door
te steken en de Utrechtse boeren trachtten dat te verhinderen, wat uit
groeide tot complete veldslagen.
I\la verloop van tijd heeft men, door overleg, een einde aan de ruzie ge
maakt. Er werden duikers in de dijk aangelegd, waarmee men de door
laat kon regelen.
Niettemin bleef men, ook nadat de rivierdijken voldoende hoog en sterk
waren gemaakt, nog veel hinder van waterlast ondervinden. De beken, die
het water van de Ueluwe af moesten voeren, waren niet in staat hun taak
naar behoren te vervullen. Vele plannen om een kanaal voor dat doel
te graven zijn er in de loop der tijden gemaakt. Er waren zelfs plan
nen om een kanaal geschikt voor de scheepvaart te maken. Het grote
verval van de Rijn tot Amersfoort, ruim zeven meter, maakte echter
een stelsel van sluizen noodzakelijk, waardoor de kosten te hoog
werden. Het duurde tot de dertiger jaren voor in het kader van werk
verschaffing, het graven van een afwateringskanaal werkelijkheid werd.
door de heer G. van Leeuwen
De eerste afwateringskanalen.
De vallei kwam in het verleden herhaaldelijk onder water te staan, tot
Amersfoort toe. Een eerste poging deze wateroverlast te verminderen werd
ondernomen in 1473. Bisschop David van Bourgondië gaf toen vergunning
tot het graven van een Grift. Deze Grift, later Bisschop Davidsgrift
genoemd, loopt van de Nederrijn door de Kromme Eem bij de Grebbeberg
tot voorbij Veenendaal. David van Bourgondië was bisschop van Utrecht
vanaf 1456. Hij was de natuurlijke zoon van Philips van Bourgondië,
die voor zijn zoon deze benoeming had geregeld. In deze tijd woedde
ook de Hoekse en Kabeljauwse twisten; de strijd tussen de nieuwe op-
133
De waterafvoer in de vallei kan men naar de waterafvoer in vier ge
bieden verdelen.
1Gebied dat rechtstreeks op Eem of IJsselmeer afwatert.
2. Het stroomgebied van de Barneveldse beek.
3. Het stroomgebied van de Lunterse beek.
4. Het deel van de vallei dat tussen Slaperdijk en de Rijn ligt.
Deze strook aan de Rijnkant tussen de Wageningse hoogte en de Heymen-
berg wordt beschermd door de Grebbedijk.