"De mensen die aan het ka
naal werkten waren werkelozen
uit Amsterdam, Utrecht, Den
Haag en uit deze omgeving. Ze
kregen een kleine uitkering,
maar in die tijd had de overheid
het recht zulke mensen in te zet
ten voor allerlei werkzaamhe
den. Voorwaarde van het Rijk
toen toestejnming werd gegeven
voor het graven van het kanaal
was vooral: géén machines ge
bruiken", zo herinnert de heer
Nieuwenhuyzen zich. Hij was
toen hoofd van het rayon
("ambtsgebied") Amersfoort
van de Heide Maatschappij, en
aangezien zijn bedrijf het kui
tuur-technische deel van de aan
leg van het kanaal verzorgde
kreeg hij de leiding over het
graafwerk. De Provinciale Wa
terstaat van Utrecht, die de aan
leg uitvoerde, zorgde voor de
bouw van bruggen, sluizen,
schutten en dergelijke.
"De Amsterdammers waren
de ',leukste mensen, spontaan,
humoristisch, maar ze konden
öok'zo in tranen uitbarsten". In
genieur Nieuwenhuyzen 'weet
138
De laatste voorbereidingen voor de aanleg van het Vallei-kanaal.
Door de voorspoedige voortgang bij Zuiderzeewerken komen er nu
nieuwe mogelijkheden. Doordat het peil van het nieuwe IJsselmeer lager
zal zijn dan dat van de Zuiderzee, wordt Amersfoort niet meer bedreigd
door hoge Zuiderzeestanden. Men kan nu dus voor de exonererende landen
efen onbelemmerde waterafvoer naar de Eem ontwerpen. Bij besluit van
16-4 -1931 wordt door de minister van Staat Binnenlandse Zaken en
Landbouw een commissie ingesteld. Zij krijgt als opdracht Het vraag
stuk de verbetering van de afwatering van het gebied der Geldersche Val
lei technisch en economisch in nader onderzoek te nemen. De commissie
werkt hard en kan op 28 - 4 - 1933 het rapport inzake de afwatering van
de Geldersche Vallei aanbieden. In het rapport werkt men twee mogelijk
heden uit,
- een scheepvaart- afwateringskanaal, genaamd Rijn-Eemkanaal, geraamd
op 8 miljoen.
- een afwateringskanaal genaamd Valleikanaal, kosten geraamd op
1450. 000,
Er wordt door de streek gehoopt op het scheepvaart- afwateringskanaal,
maar er word gekozen voor het afwateringskanaal. Het tracé van het Val
leikanaal volgt de bisschop Davidsgrift, het Omleidingskanaal, de wa
terlozing de damsluis in de Slaperdijk de Broekersloot, de Lun-
terse beek tot 500 m. benedenstrooms de Roffelaarskade, de Gracht
langs de Grebbelinie, de Modderbeek, vervolgens weer de Gracht langs
de Grebbelinie en loopt dan op enige afstand van de Grebbelinie Noorde
lijk om Amersfoort naar de Eem. Aan deze oplossing zijn ook voordelen
verbonden namelijk:
- men kan veelal gebruik maken van bestaande waterlopen.
- de Lunterse beek en de Singelgrachten in Amersfoort wórden nu zo
zeer ontlast, dat verruiming van deze watergangen niet nodig zal zijn
- het afvalwater van de industrie uit Ede en Veenendaal gaat niet lange
door Amersfoort, maar wordt er omheen geleid.
- Amersfoort kan de haven uitbreiden.
- de Grebbelinie zal de waterscheiding kunnen vormen en dus een goede
waterschapsgrens zijn.
- in droge tijden kan men water uit het kanaal betrekken, hiervoor
dienen enkele stuwen geplaatst te worden.
door mevrouw Gierman
139
De aanleg van het kanaal.
Uit Leusden-Nu, 11 september 1985,
met Ir. A.F.C.Nieuwenhuyzen:
LEUSDEN "Met de afwa
tering van'deze'streek, de Gel
derse Vallei, was het in vroeger
jaren slecht gesteld. Na flinke
regenval liepen de diverse be
ken al vlug over en veroorzaak
ten overstromingen. Daarom is
in de jaren dertig het Valleika-
naal gegraven, dat ervoor is
gaan zorgen dat het regenwater
zonder overlast te veroorzaken
wordt afgevoerd naar de Eem,"
zo vertelt de heer A. F. C. Nieu-
wenhuyzen (77) in Leusden. In
genieur Nieuwenhuyzen had
destijds als ingenieur in dienst
van de Nederlandse Heide
Maatschappij de leiding over
het graafwerk. "Dat Valleika
naal is uitsluitend met
mankracht gegraven", bena
drukt de heer Nieuwenhuyzen,
die nog vele herinneringen aan
de vier jaren heeft dat hij bij
het graven van het kanaal
betrokken was.
ontlenen wij het volgende intervieuw
Ir. A.F.C. Nieuwenhuyzen.