176
Het monumentje aan de Liniedijk bij de Asschat-
t e rweg
M. Vroon-Roubos
Het monumentje is in het voorjaar van 1946 opgericht ter herinnering
aan de gruwelijke gebeurtenis aan de Liniedijk op 27 april 1945. Op
die datum werden vier inwoners van de buurtschap flsschat daar om
het leven gebracht.
Jhr.fl.J. de Beaufort en Jhr.A. de Beaufort namen het initiatief voor
de oprichting van het monumentje. Alle bewoners van de Asschatterweg
vanaf 'de kleine Riet' tot aan de Kanaalweg hebben meegedaan om dit
mogelijk te maken.
De aannemers Gart Schreuder en Wuf Schoonderbeek stelden belangeloos
materiaal en arbeid ter beschikking. Architekt Kleinstra uit Amers
foort, die ook andere opdrachten voor het landgoed 'de Boom' heeft
uitgevoerd, maakte het ontwerp voor het monument.
Wat heeft zich in de laatste weken van de oorlog onder andere in
Asschat afgespeeld
De eerste twee boerderijen op het landgoed Hagenau, waar de families
v.d.Salm en van Eyden woonden, moesten halverwege de maand april
1945 ontruimd worden. De Duitsers hadden een ruimer schootsveld nodig,
omdat de Canadezen in aantocht waren. De bewoners van deze boerderijen
trokken bij de familie Herder in. Zij woonden op de laatste boerderij
van Hagenau en deze boerderij behoefde niet verbrand te worden.De
twee eerstgenoemde boerderijen gingen in vlammen op. De familie van
Eyden vertrok een paar dagen later naar Barneveld. De familie v.d.
Salm en drie evacué's bleven samen met de familie Herder in de laatste
boerderij van Hagenau achter. De bevrijding zou zo komen. Van nabij
maakten ze daar het oorlogsgewoel mee. Dan weer werd het gebied be
zet door de Duitsers, dan weer door de Canadezen,
üp 27 april, rond een uur of vier in de middag eisten de Duitsers
onmiddelijke ontruiming van de boerderij. Deze moest verbrand worden.
De reden hiervoor was dat de Duitsers dachten dat er vanuit de boer
derij geschoten was. De bewoners werden gewantrouwd; de Duitsers be
schouwden hen als 'Partizanen'. De boerderij werd in brand gestoken.
Vervolgens moest er een wagen gereed gemaakt worden. Zeventien mensen
waaronder veel kinderen verlieten de plaats des onheils, zittend op
177
de wagen of er achter lopend. Jan Wessels duwde zijn vrouw in het
invalidewagentje. De groep werd begeleid door een aantal Duitse sol
daten.
Ongeveer 75 meter voorbij de doorgang van de Liniedijk moest de groep
halt houden. Vier mannen moesten achterblijven: Bertus Herder, Nico-
laas v.d.Salm, Jan en Piet UJessels. Zij werden naar de Liniedijk
teruggebracht. Drikus Middelaar, de knecht van de familie van Eyden,
mocht verder rijden met het paard en de wagen. Mevrouw Wessels werd
door een ander lid van de groep voortgeduwd. Zo kwam de groep op
de Asschatterweg aan. Daar aangekomen hoorde de groep plotseling
schieten achter de Liniedijk. Men kreeg bange vermoedens...
Omdat de brug over het Valleikanaal kapot was, had het geen zin om
met paard en wagen verder te trekken. Drikus Middelaar besloot daar
om het paard uit te spannen bij het huis van Brouwer. Op het moment
dat hij dat wilde doen, schoten de Duitsers uit het huis het paard
neer.
Paard en wagen werden achtergelaten en in versnelde pas ging het
naar de kapotte brug over het Valleikanaal. Men mocht over de nood
brug. De familie v.d.Salm bracht de nacht door in de schuur van
Het monument aan de Liniedijk bij de Asschatterweg