232
Om toch aan blanco-persoonsbewijzen te komen, paste men de "vijftien
jarigen-methode" toe. Kinderen onder de vijftien jaar hadden geen
persoonsbewijs nodig. Men liet nu op papier méér kinderen vijftien jaar
worden dan er werkelijk waren. Van de gefingeerde vijftienjarigen wer
den vervalste gegevens naar het O.P.B.-register gezonden, inclusief een
pasfoto van een willekeurige vijftienjarige van het juiste geslacht.
Aangezien het O.P.B.-register niet terugkoppelde naar de gemeente van
uitgifte was dit een veilige methode. Elk gefingeerde vijftienjarige
leverde zo één blanco persoonsbewijs.
Het verlenen van administratieve dekking door de T.D.-groep
üJe kunnen drie gevallen onderscheiden:
- Dekking via de bevolkingsregisters c.q. register burgerlijke stand
- Dekking via het O.P.B.-register
- Andere dekking
1Dekking via de bevolkingsregisters e.g. register burgerlijke stand
Deze methode werd steeds meer verfijnd. Men is begonnen met de gegevens
in het bevolkingsregister in feite de gegevens op de persoonskaart,
een document dat vóór de oorlog was ingevoerd, doch zonder pasfoto of
vingerafdruk) eveneens te vervalsen. De gegevens op het persoonsbewijs
en op de persoonskaart werden dus eensluidend gemaakt. Een en ander kon
binnen de eigen gemeente worden afgewerkt. Navraag bij de gemeente kon
in eerste instantie geen gevaar opleveren.
Bovengenoemd systeem had zijn beperking. Als men verder doorvroeg zou
men op een persoon zonder voorgeschiedenis stuiten. Dit probleem werd
ondervangen door op basis van een bestaande persoonskaart één extra
persoonskaart uit te schrijven, maar dan in een andere gemeente en na
een zogenaamde administratieve verhuizing. Op basis van de extra per
soonskaart werd vervolgens een persoonsbewijs uitgeschreven. De houder
van dit vervalste persoonsbewijs had nu een "gestolen" voorgeschiedenis
zodat administratieve navraag geen gevaar kon opleveren. De rechtmatige
houder van de persoonskaart werd hierbij niet ingelicht. Bij deze
methode was samenwerking tussen de twee gemeenten geboden.
Daarna werd de "lijkjes"-methode ontwikkeld. Het valse persoonsbewijs
werd uitgeschreven op naam van een persoon, die recent was overleden.
Leeftijd en geslacht moesten kloppen en de "overledene" moest admini
stratief worden verhuisd naar de plaats van de onderduiker. Samenwer
king tussen de gemeenten was weer geboden.
233
Tweede Distributiestamkaart
Voorzijde van de dubbele kaart.
Deze kaart werd uitgereikt in 1943-44.