264
kwamen in handen uan de familie De Beaufort, waaruan het be
zit al voortdurend was toegenomen sinds Mr. Willem Hendrik
de Beaufort in 1807 het goed Den Treek had aangekocht. Rond
de eeuwwisseling uond op grote schaal bosaanplant plaats.
Teneinde een goede exploitatie mogelijk te maken werden
meerdere N.V.'s opgericht, welke in 1941 een fusie aangingen
onder de naam N.V. "den Treek". In 1961 werd de historische
naam "Henschoten" weer in ere hersteld en kreeg de l\I.V. de
naam "Landgoed den Treek - Henschoten".
In de jaren 1350-1650 ondergingen zowel de mark als Hamers
ueld het overwicht van de stad Amersfoort. In die jaren ver
schafte geld meer dan bezit van grond en machtspositie.
Amersfoortse poorters (vooral brouwers) kochten boerderijen
op en verpachtten die. Ook bezaten kerkelijke en liefdadige
instellingen veel gronden. Het Amersfoortse overwicht was
ook een gevolg van de in 1531 door Karei V uitgevaardigde
"Order op de buitennering", waarbij alle industriële nijver
heid buiten de steden van Holland, Zeeland en Utrecht werd
verboden. Belangrijke landbouwprodukten waren tabak (sinds
het eind van de zeventiende eeuw), boekweit, tarwe, rogge,
haver en aardappelen. Het einde van het Amersfoortse over
wicht viel samen met een grote agrarische crisis rond het
midden der zeventiende eeuw. De plaats van de Amersfoortse
brouwers en textielfabrikanten werd na 1650 ingenomen door
regenten, niet alleen uit Amersfoort, maar opvallend vaak
uit Amsterdam en ook Arnhem. Zij zagen in de grond een goede
geldbelegging, of zij bouwden op de aangekochte grond heren
huizen. Zo verrezen Ganseweij (Zwanenburg), Heiligenberg,
Vlooswijck,Brinkhorst, Wijnbergen, Heiligenbergsicht en Nim-
merdor. Met betrekking tot de grondbezitsverhoudingen zou men
afsluitend kunnen concluderen, dat deze in een bepaalde ver
houding tot de graanprijzen staan. Bij stijgende prijzen ko
pen regenten grond, en omgekeerd. Omdat onze kijk op het ver
leden vaak nog te veel bepaald wordt door de gebeurtenissen
in het gewest Holland is nog vermeldenswaard, hoezeer uit een
lijst van huisgezinnen en families uit 1675 de gevolgen van
de rampjaren 1672-1674 voor onze streken blijken.
265
Tot slot van deze afdeling nog enige schaarse gegevens over de
bevolkingsontwikkeling in Leusden en Hamersveld. In 1632 telde
Leusden 261 en Hamersveld 174 ingezetenen. Uoor 1675 zijn deze
cijfers resp. 162 en 149. Hoewel de tweede reeks cijfers be-
invloed is door de Franse bezetting, valt uit deze en andere
bronnen op te maken dat het Hamersveldse deel vanaf het
midden der zeventiende eeuw een overwicht verwierf. In Oud-
Leusden liep de bevolking sterk terug. In 1799 stonden er
bij de kerk nog maar zeven huizen. In 1815 telde de hele ge
meente Leusden 1137 inwoners, in 1870 1715, waarvan 60$ in
het Hamersveldse deel woonde.
Literatuurlijst
Archeologische monumenten in de provincie Utrecht, 1987. Uitgave
R.O.B. en Provincie Utrecht.
Blok, D.P. "Hoofdlijnen van de bewoningsgeschiedenis" in
Algemene Geschiedenis der Nederlanden, deel I,
1981p. 143-152.
Booy, E.P. de De weldaet der scholen, het plattelandsonderwijs
in de provincie Utrecht, 1977.
Butler, J.J. Nederland in de bronstijd, Bussum 1969.
Catalogus Historische Tentoonstelling "Van Lisiduna tot Leusden"
(7-11 juni 1977).
Haaff, G. van "Oud-Leusden, Rekonstruktie van een 12de-eeuwse
boerderij", in: Flehite XVII (1985) 1/2, p. 18-19.
Hengel, C. van den Bijdragen tot de geschiedenis van Leusden tot
1811z.p., z.j.
Hovy, J. "De heerlijkheid Lokhorst", in: Jaarboekje Oud-
Utrecht, 1959.
Lindhout, H.M.J. Rondom Oud-Leusden (manuscript).
Mey, J.L.G. de De gemeente Leusden, een sociaal-geografische
scriptie, (kandidaatsscriptie V.U.) 1979.
Modderman, P.J.R."Het onderzoek van enkele Brabantse en Utrechtse
grafheuvels", in: R.O.B.- Berichten, 1955, p.44-65.
Perks, W.A.G. Hoe uit een Frankische villa een 20e eeuws land
goed ontstond, Alphen a.d. Rijn, 1965.