254
Plattegrond van een brede 12de-eeuwse boerderij zoals die er in het
veld uitzag, (foto: Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek
nr. H.5329 A-9)
Behalve de villa u/erden ook een viertal foreesten gelegen aan weers
zijden van de Eem aan de St. Maartenskerk geschonken: Hengestcoto is
het tegenwoordige Henschoten bij Woudenberg, Fornhese en Vuidoc zijn
waarschijnlijk Hees (bij Soest) en Neede (ten noord-westen van Amers
foort), van Mocoroth is de ligging onbekend, al is het mogelijk te
denken aan de Moorster (vergelijk de Moorsterweg naar Scherpenzeel
De term foreest duidt bossen aan, waarin de jacht was voorbehouden
aan de koning (en dus vanaf 777 aan de bisschop van Utrecht). In een
foreest kunnen echter ook boerenerven met de bijbehorende landerijen
opgenomen zijn. Tot slot van deze afdeling nog een opmerking over de
schenkingsoorkonde van 777. Het origineel van deze oorkonde is ver
loren gegaan. De oorkonde die wordt tentoongesteld, is gemaakt ter
gelegenheid van de herdenking in 1977, en hangt normaal in het ge
meentehuis. Als voorbeeld voor het schrift en het verdere uiterlijk
255
dienden overgeleverde originele oorkonden uit de achtste eeuw. De
tekst was overgeleverd in een afschrift, waarschijnlijk uit het begin
van de 13de eeuw. Wij hebben onze informatie over de schenking van 777
dus te danken aan het feit, dat belanghebbenden - in dit geval de bis
schoppen van Utrecht - gewoon waren schenkingsakten en andere eigen
domsbewijzen in te schrijven in een "cartularium". De afbeelding op
de tentoonstelling is ontleend aan het oudste cartularium van de bis
schoppen van Utrecht, het "liber donationum".
De kerk van Leusden en het klooster op de Hohorst
Het is niet eenvoudig de geschiedenis van Leusden in de eerste eeuwen
na 777 tot ongeveer 120D onder één thema samen te vatten. In het alge
meen al zijn de bronnen voor de geschiedenis van ons land in deze pe
riode schaars, en zeker geldt dit voor Leusden. Men kan veronderstel
len dat ook in onze streken de Noormannen in de negende eeuw hebben
huisgehouden, maar zelfs aanwijzingen voor die veronderstelling ont
breken. Het veiligst doen wij eraan ervan uit te gaan dat tot het jaar
1D00 enkel het gebied van de oude villa Lisiduna bewoond was. Verande
ringen hierin zijn pas op zijn vroegst aantoonbaar in de elfde of mis
schien twaalfde eeuw, wanneer er sprake is van de ontginning van Ha-
mersveld en het ontstaan van de mark Leusden. Deze afdeling beperkt
zich tot datgene wat ons uit bronnen van rond het jaar 1000 bekend is:
de 5t. Anthoniuskerk van Leusden en het klooster op de Hohorst (later
het Huis Heiligenberg). Op de tentoonstelling worden ook interessante
voorwerpen uit de latere geschiedenis van beide instellingen getoond,
a) de kerk van Leusden.
Het torentje van Oud-Leusden is het enige overblijfsel van een kerk
die daar tot 1827 gestaan heeft. Deze kerk die tot de Hervorming aan
St. Anthonius gewijd was, wordt voor het eerst genoemd in een oorkonde,
waarin bisschop Ansfried van Utrecht (995-1010) bezittingen schenkt
aan het door hem gestichte klooster op de Hohorst. Hoewel deze oorkon
de gedateerd is op 18 november 1006, heeft nader onderzoek uitgewezen
dat de stichting in werkelijkheid in 998 heeft plaatsgevonden. (De
betreffende oorkonde bleek een dertiende eeuwse vervalsing te zijn.
zie J. Hovy)). De St. Anthoniuskerk was aanvankelijk parochiekerk voor
een wijde omgeving: Leusden, Leusbroek, Bavoort, Hamersveld, Hoevelaken,
Amersfoort en Hoogland. Toen in 1132 het woeste gebied Hoevelaken ter
ontginning werd geschonken aan een viertal kolonisten, werden deze
door de bisschop bij de parochie Leusden ingedeeld. Men kan hieruit
concluderen dat in dat jaar de kapel bij de bisschoppelijke hof te