18
menten, Ringen en Gemeenten (art. 5). In de staatsregelingen van 1801,
1805 en 1806 werden die namen behouden. Doch de Grondwet van 1814
herstelde weder het oude gebruik en verving de gemeenten door "Steden,
Districten, Heerlijkheden en Dorpen (art. 90 en 94)". Evenzeer werd
het woord niet gebezigd in die van 1815, ofschoon men, ook in regle
menten, voortging van gemeenten ten platten lande te spreken. Eerst
door de Grondwet van 1848 is de benaming wettelijk hersteld, en
vooral gebruikelijk geworden."
Literatuurlijst je
1. LJ.F.N. van Rootselaar, Amersfoort 777-1580
2. LI. van Iterson, De historische ontwikkeling van de rechten op de
grond in de provincie Utrecht
3. C.G. van den Hengel, Bijdragen tot de geschiedenis van Leusden tot
1811
4. Abraham van Bemmel, Beschrijving der stad Amersfoort
Literatuur over Leusden 5: Topografische kaarten
Hans Renes
De beste manier om te zien wat er de laatste eeuw zoal veranderd is
in het Leusdense landschap is vergelijking van oude met moderne topo
grafische kaarten. De laatste tijd is dat een stuk eenvoudiger gewor
den doordat veel kaarten opnieuw zijn uitgegeven.
Een topografische kaart geeft een nauwkeurig en zo volledig mogelijk
beeld van het terrein op een verkleinde schaal. Naast topografische
kaarten bestaan ook zogenaamde thematische kaarten (bijvoorbeeld
wegenkaarten), die maar over één aspect informatie geven. Een wegen
kaart is meestal wel bruikbaar om een route uit te stippelen, maar
verder valt er weinig mee te beginnen.
Sinds 1850 worden series topografische kaarten van heel Nederland uit
gegeven. Tegenwoordig worden ze iedere tien jaar vernieuwd, zodat ze
steeds een redelijk actueel beeld geven. De beste topografische kaarten
19
zijn die op schaal 1:25 000. Op die kaarten staan alle beken, wegen,
sloten, bossen, houtwallen en, althans buiten de bebouwde kommen,
alle huizen aangegeven. Schaal 1:25 000 wil zeggen dat 1 cm. op de
kaart in werkelijkheid 25 000 cm. (250 meter) vertegenwoordigt.
Daarnaast bestaan kaarten op schaal 1 :50 000. Op deze kaarten is de
werkelijkheid nog sterker verkleind: 1 cm. op deze kaart is in werke
lijkheid een halve kilometer. Om de kaart leesbaar te houden moet de
informatie worden beperkt. Zo is ongeveer 1 op de 3 sloten weggelaten.
De kaart is dus minder compleet dan de 1:25 000.
Op dit laatste is één uitzondering en dat is de oudste topografische
kaart, die in zwartwit is uitgegeven tussen 1850 en 1864. De kaart
heet officieel de Topographische en Militaire Kaart van het Koninkrijk
der Nederlanden (afgekort TMK). Hoewel de schaal van deze kaart
1:50 000 is, is er vrijwel niets weggelaten. De graveurs werkten van
een ingekleurd voorbeeld, dat wordt bewaard in het Algemeen Rijksarchief
in Den Haag. Ze hebben een verbijsterend knappe prestatie geleverd. Het
verhaal gaat dat enkelen van hen blind zijn geworden van het turen.
De kaart is een aantal jaren geleden herdrukt in samenwerking met een
commerciële uitgever. Helaas heeft die het project verknoeid door
een verkeerde papierkeuze. Blijkbaar dacht men dat glad papier te
goedkoop zou staan. Het papier dat nu is gebruikt geeft een oude
en voorname indruk, maar dat ging ten koste van de drukwerkkwali
teit en de leesbaarheid. Het is beter dan niets, maar wie ooit een
origineel heeft gezien zou de herdruk het liefst direct aan de straat
zetten. Gelukkig bestaan nu plannen om de handgekleurde voorbeelden
in een atlas uit te geven.
Al snel vonden ook de opdrachtgevers de kaart te priegelig en werd
begonnen met een gekleurde topografische kaart op schaal 1:25 000.
Deze kaart heet officieel (vanwege de kleurendruk) de Chromotopo
grafische kaart, maar wordt in het spraakgebruik vaak de Bonne-kaart
genoemd. R. Bonne (een 18e eeuwse Franse kartograaf) was de ont
werper van de gebruikte projectie, dat is de methode waarmee het
ronde aardoppervlak op een platte kaart wordt weergegeven. Het eerste
blad verscheen in 1865. De kaarten kregen ook een handiger formaat.
In plaats van de 62 enorme lappen kaart van de TMK kwamen nu 776
bladen van elk ongeveer A3-formaat.
Het was nog steeds een kaart die voornamelijk bestemd was voor mili
tair gebruik. De eerste bladen geven gebieden die in militair op-