42
Literatuur over Leusden 6: De Grebbelinie
Hans Renes
De Grebbelinie loopt dwars door de gemeente Leusden. In de meidagen
uan 1940 lag Leusden daardoor in de frontlijn. Elders in dit nummer
wordt aan ueel aspecten uan de oorlogsjaren aandacht besteed. Ik
wil in deze bijdrage de blik richten op de restanten uan de Grebbe
linie en op de literatuur ouer die linie.
Wie iets ouer oude Nederlandse uestingwerken wil weten grijpt aller
eerst naar de "Atlas uan historische uestingwerken in Nederland."
Als daar tenminste aan te komen is, want weinig standaardwerken zijn
zo bescheiden uitgegeuen en op zo weinig plaatsen te raadplegen als
dit. Gelukkig zijn er meer informatiebronnen beschikbaar. Zo publi
ceerde J.C.T. uan Blommestein in 1978 een fraai boekje ouer de
Grebbelinie. Daarnaast gaat het boek uan H.P. Deys ouer de Gelderse
uallei, waaraan ik eerder in deze rubriek al aandacht besteedde,
uitgebreid in op de Grebbelinie.
Het Nederlandse uerdedigingsstelsel diende eeuwenlang uooral om de
prouincie Holland en in het byzonder Amsterdam te beschermen. Aan
de oostzijde uan Holland ligt sinds de 17e eeuw de Hollandse Water
linie. De oorlog uan 1672 toonde aan dat de Waterlinie niet "water
dicht" was. Zo duurde het uaak te lang om de inundaties uoor elkaar
te krijgen. Daarom werd in het laatste kwart uan de 19e eeuw nog een
extra linie om Amsterdam aangelegd: de fortenring uan de "Stelling
uan Amsterdam."
Daarnaast werd al in de 80-jarige oorlog gedacht ouer een linie in
de Gelderse Vallei. De schans in Woudenberg werd in die tijd aange
legd. De oorlog uan 1672 bracht de Gelderse Vallei opnieuw onder de
aandacht uan de militairen. Datzelfde gebeurde opnieuw tijdens de
Oostenrijkse Successie-oorlog (1740-1748). Nu werd daadwerkelijke
actie ondernomen. De Grebbelinie werd in de jaren 1742-1755 aange
legd en in 1785/86 en 1799 uitgebreid. De nieuwe linie had maar
één functie: een uijand lang genoeg tegenhouden om de Hollandse
Waterlinie op sterkte te kunnen krijgen.
43
De Grebbelinie was een waterlinie. Door de sluis in de Grebbedijk bij
Rhenen te openen moest de Gelderse Vallei onder water worden gezet.
De hele Vallei onder water zetten zou echter te lang duren; bij een
lage stand uan de Rijn was het al moeilijk genoeg om water naar de
Vallei af te leiden. De Vallei werd daarom in de lengte doormidden
gedeeld door een nieuwe dijk, de Liniedijk. Alleen het gebied ten
oosten uan de dijk hoefde maar geïnundeerd te worden en hieruoor
was ueel minder water nodig.
Er was nog een tweede probleem. De Vallei helt naar het noorden.
Zonder nadere uoorzieningen zou het ingelaten Rijnwater direct
naar de Zuiderzee stromen en zou het grootste deel uan de Vallei
droog blijuen. Dit probleem werd opgelost door de aanleg uan
dwarskaden, die de Vallei uan zuid naar noord uerdeelden in 11
(later 12) "kommen". Het hoogteuerschil tussen de eerste kom
(ten zuiden uan de Slaperdijk bij Veenendaal) en de laatste
(tegen de Zuiderzeedijk bij Spakenburg) bedroeg 6,5 meter.
Die dwarskaden schiepen weer een nieuw probleem: ze boden
de uijand een doorgang door het geïnundeerde gebied. De dwarskaden
moesten daarom worden afgesloten door een uerdedigingswerk. Op
dezelfde wijze moesten ook andere mogelijke doorgangswegen door
forten worden beschermd. De sterkste fortificaties werden aange
legd op het punt waar de Vallei het smalst was, bij de Grebbeberg.
Ze moesten zowel de Grebbedijk afsluiten als de inlaatsluis
uerdedigen.
Steeds als een oorlog dreigde, werd de Grebbelinie weer in gereed
heid gebracht. In de tussenliggende perioden werd de linie meestal
slecht onderhouden. In 1926 werd zij zelfs grotendeels opgeheuen.
Toen de legerleiding in 1939-'40 besloot de linie weer in gebruik
te nemen moesten de uerdedigingswerken grotendeels nieuw worden
aangelegd. Om de Vallei snel onder water te kunnen zetten werd
begonnen met de bouw uan een motorgemaal bij de Grebbesluis. Dit
was in mei 1940 nog niet gereed. Ook uerder waren de werkzaamheden
toen nog niet afgerond. Kort uoor 10 mei werden in allerijl de
bomen op de oostflank uan de Grebbeberg gekapt om een urij schoots-
ueld te krijgen. Omdat de stammen niet op tijd konden worden wegge
haald, boden ze echter tijdens de geuechten juist dekking aan de
aanuallers.
Op 12 mei bereikten de Duitse legers de Grebbelinie. Ze werden
er tot uerbazing uan uriend en uijand tot de uolgende auond tegen
gehouden.