24
zich een stormvuur in Hoevelaken. Toen daarop ook het vuur op de
Liniedijk werd afgegeven, gaf ik eveneens bevel tot vuuropening.
Achteraf bleek zulks loos alarm te zijn geweest. Gedurende den nacht
werden nog extra veiligheidsmaatregelen genomen. Er gebeurde even
wel niets bijzonders.
12 MEI 1940: In den vroegen morgen werd door de wacht op de Barne-
veldscheweg een wielrijderspatrouille waargenomen en onder vuur ge
nomen. Deze keerde in Oostelijke richting terug. Een achtervolgende
patrouille kon deze evenwel niet meer inhalen. Een vijand scheen te
zijn getroffen. Hij viel van zijn rijwiel en zag nog kans te ontkomen.
Het rijwiel moest echter worden achtergelaten en werd buit gemaakt.
In den loop van den morgen nestelde de vijand zich met de mitrailleurs
op ca. 500 meter voor onze stelling, langs de zandweg aan den rand
van het geïnundeerde terrein. Zij waren zeer verdekt opgesteld zoodat
met geen mogelijkheid de opstellingsplaats kon worden vastgesteld.
Ook konden rookpluimen worden waargenomen, waardoor eenigszins kon
worden vastgesteld, wat wij tegenover ons hadden, en waar de stukken
waren opgesteld. Het vijandelijke vuur werd door onze zware en lichte
mitrailleurs beantwoord, doch kon niet worden geneutraliseerd. Er
bleken voor ons tezitten 2 zware en 2 lichte mitrailleurs (vijandelijk).
In den loop van den middag kreeg de vijand versterking van twee
mijnenwerpers. Deze losten verschillende schoten. Eenige projectielen
kwamen terecht in de midden zware mitrailleur opstelling evenwel zonder
schade aan te richten. De boerderij van Overgoor op de Stoutenburger-
laan werd in brand geschoten en brandde geheel uit. Eveneens werd
een schuur en een hooiberg van Roozenboom in brand geschoten. Ook
vielen eenige schoten achter den commandopost zonder evenwel schade
aan te richten. IMadat de opstellingsplaatsen van deze mijnenwerpers
bekend waren, gaf ik de 16e batterij 6 veld opdracht hierop vuur af te
geven. Hiervoor werd een stuk van de rechter sectie en een stuk van
de linkersectie van de batterij 6 veld uit de opstelling gehaald en
in het vrije veld opgesteld bij de tirailleur opstellingen. Het gelukte
de 6 veld deze mijnenwerpers te vernielen. In den namiddag werd de
telefonische verbinding gestoord en kon ik den R.C. niet meer bereiken.
Per ordonnans heb ik toen verbinding moeten zoeken en kon na ca. een
uur de telefonische verbinding worden hersteld. Gedurende den
nacht werden wederom extra veiligheidsmaatregelen genomen.
13 MEI 1940: In den vroegen morgen patrouilles uitgezonden om
vijanden op te sporen die zich mogelijk in boerderijen en ruïnes in
het voorterrein hadden genesteld en deze hieruit te verdrijven.
Er werd evenwel niets gevonden en van de vernielde mijnenwerpers
25
was niets meer te zien. Eenige materiaal werd evenwel buitgemaakt,
waaronder een zware mitrailleur. Op 5 a 600 meter werd deze
patrouille onder vuur genomen en kon worden vastgesteld dat 2
zware en 2 lichte mitrailleurs tegenover ons zaten.
Te ca. 12.00 een sterke patrouille uitgezonden daar het vermoeden
bestond dat zich in het griendhout gelegen voorde commandopost
een vijandelijke patrouille had gesteld. Dit terrein werd door
handgranaten geheel gezuiverd en bleek zich in dit perceel niets
te vinden. Verder doordringen van deze patrouille was door de
drassigheid van het terrein niet wel mogelijk. Bij deze patrouille
gang werd de sergeant van Essen van de sectie M.C. aan zijn rechter
wijsvinger licht gewond en naar de hulpverbandplaats afgevoerd. Te
ongeveer 16.00 werd nogmaals een sterke patrouille uitgezonden met
opdracht de vijand in de flank te komen. Door de drassigheid van
het terrein mislukte deze manouvre en bevond de patrouille op een
gegeven moment tusschen 2 vuren waardoor zij gedwongen was terug te
keeren. Bij deze patrouillegang werd de dpi. soldaat v.d. Linden
aan zijn rechter elleboog verwond en afgevoerd naar de hulpverband
plaats. De vijandelijke zware mitrailleur was niet te neutraliseren
aangezien van ons vuur een doode hoek ontstond. Te ca. 17.30 ont
ving ik vuur van eigen artillerie voor onze stelling. (Dit vuur
was niet door mij aangevraagd). Hierdoor werd het vuur van de
vijandelijke zware mitrailleur tijdelijk tot zwijgen gebracht. De
vijand verplaatste toen zijn vuur in een boerderij langs de Barne-
veldscheweg, die door de 16e batterij 6 veld onder vuur werd geno
men. Te ca. 20.00 ontving ik telefonisch bericht om terug te
trekken. De schriftelijke order zou nog volgen. De karren konden
worden gepakt, doch de stellingen bleven bezet en tot vuren gereed.
Om 23.00 ontving ik schriftelijke order tot terugtrekken. Nadat
de wapens waren opgelegd en de wagens verder gepakt kon om 00.15
worden afgemarcheerd.
14 MEI 1940: Bij de railversperringen gekomen op den zandweg
langs den Eng bleek dat het onmogelijk was voertuigen en kanonnen
mede te nemen, aangezien over het Valleikanaal slechts een
smalle vlonder was gelegd waar slechts een man tegelijk over kon.
Ik gaf daarop bevel alles af te laden en in het water te werpen.
De zware mitrailleur en 6 stukken 6 veld werden onklaar gemaakt
en de eerstgenoemde eveneens in het water geworpen met de op de
karren gepakte munitie en andere voorraden, waaronder levens
middelen. De paarden werden losgelaten. Zelfs was het niet
mogelijk rijwielen en particuliere goederen mede te voeren, welke