58
nieuwe verhouding met Bep van Zalingen liep in 1932 verkeerd af.
Gerrit ging Bep op allerlei manieren bedreigen. Dat kwam, omdat
Gerrit zijn agressie en sexualiteit niet kon beteugelen. Een val
van een trap als vijfjarige waarbij bewusteloosheid was opgetreden,
wordt als reden hiervan door sommige deskundigen opgegeven. Op
1 april 1933 nam hij ontslag van de Haagse Hervormde school. Hij
zou nooit meer in het onderwijs terugkeren. Een kort verblijf in
allerlei psychiatrische inrichtingen in Utrecht en omgeving
volgde.
Op 19 augustus 1934 kreeg hij een baan als ambtenaar 3e klas bij
de Crisis Vee Centrale. Hij ging in Utrecht wonen, eerst bij
G.H. Soesdorp aan de Amsterdamse Straatweg, vanaf 1935 bij
Roelofje van Es in de Boomstraat. Roel van Es was een gescheiden
vrouw met een dochter in de tiener-leeftijd. Gerrit wordt verliefd
op Roel, en wilde haar trouwen. Roel wilde niet; Gerrit heeft
ook nog in een opwelling om de hand van de dochter gevraagd. De
moeder weigerde.
Op de avond van 15 december 1937 vond de tragedie in de Boomstraat
plaats. Gerrit schoot in een vlaag van verbijstering zijn hospita
neer en verwondde de dochter met een schot in de hals. Gerrit
Achterberg gaf zichzelf bij de politie aan. Hij werd in hechtenis
genomen en gedetineerd in het Utrechtse Huis van Bewaring. Naast
zijn familie bekommerden drie mensen zich om hem: Roel Houwink,
Annie Kuiper, een verpleegster uit een psychiatrische inrichting
en ds. Gerrit Wynand Oberman uit Utrecht.
Op 2 juni 1938 werd Gerrit Achterberg door de Raadkamer van de
rechtbank te Utrecht buiten vervolging gesteld. Verder werd hij
wel ter beschikking van de regering gesteld om te worden verpleegd.
Hij werd in het Rijksasyl te Avereest opgenomen. Hij begon weer ge
dichten te schrijven. Nu als middel om het gesticht te ontvluchten.
Vanuit Avereest werd hij naar Retten overgeplaatst.
In 1943 werd in Eibergen een familie gevonden, die Gerrit Achter
berg in het gezin wilde opnemen, zodat er gezinsverpleging kon
plaats vinden. Later verhuisde hij naar een kleiner gezin in Neede.
Hij kreeg weer kontakt met Cathrien. In de herfst van 1944 kwam zij
ook een poosje in Neede wonen. In 1946 trouwde hij met Cathrien.
Zij gaan op kamers wonen in een boerderij, genaamd de Mariahoeve.
Tot 1955 duurde de ter beschikking stelling (t.b.r.). Gerrit was
tot die tijd niet vrij om te gaan en te staan waar hij wilde.
59
Het leven in Neede benauwde het echtpaar Achterberg. Ze gingen op
zoek naar een huis in het midden van Nederland.
Na enkele mislukte pogingen lukte het. Er stond een vrijstaand huisje
te koop aan het molenhoekje nr. 3. Uitgever Bert Bakker en zijn vrouw
Victorine Hefting bemiddelden financieel bij de aankoop. Op bevrijdings
dag 1953 gingen ze er wonen.
Cathrien en Gerrit leefden daar teruggetrokken; zoveel mogelijk in
cognito. Het verleden moest geheim gehouden worden.
In de acht jaar en acht maanden dat Gerrit in Leusden woonde,
schreef hij 70 gedichten. Daarvoor had hij er minstens 600 geschreven.
De bundels die in Leusden o.a. tot stand kwamen, waren: Spel van de
wilde jacht (1957) en Vergeetboek (1961) en nog 3 ongebundelde
gedichten: Critische massa, Fall-out en anti-materie.
In Fall-out vergelijkt Gerrit zich waarschijnlijk met Kaïn, die door
Zijn daad als vreemdeling in het onland 'Nod' moest leven.
Na het schrijven van het 'Spel van de Wilde Jacht', dat men moet be
schouwen als een toneelstuk in gedichten, brak voor Gerrit de
rustigste en evenwichtigste periode van zijn leven aan.
Eén van de mensen die Achterberg goed kende, zei van hem: "Hij schreef
weinig meer, leidde het leven van iemand in de 'Vut'.
Op 14 januari 1962 overleed Gerrit Achterberg bij thuiskomst in de
auto voor de garage van zijn huis aan een hartaanval. Op 22 januari
werd hij vanuit de werkkamer van zijn huis begraven. Ds. J. Doornen-
bal, een trouwe vriend sprak de gebeden uit. Ds. ffl.J. van Wagen,
in wiens huis Cathrien en Gerrit enige tijd hadden gewoond, sprak in
de aula van begraafplaats 'Rusthof' enige troostende woorden.
Aan het graf las Bert Bakker het gedicht Pharao voor:
Doe aan dit lied niet toe of af
Richt niet over een graf
Opdat geen dode u bestraft;