j
9
V
8
uit. Daarna volgt een samenvatting en een vergelijking met de resulta
ten van de opgravingen in Stoutenburg van het jaar 1956.
Opmerkinq: De geldbedragen van de rekeningen werden uitgedrukt in
ponden (l), solidii (s) en denarieën (d). Er gingen 12 denariën in
één solidus en 20 solidi in één pond. De overeenkomst met het voor
malige Britse geldstelsel is duidelijk. Daarnaast kwam de "groot"
voor, die gewoonlijk voor 16 denariën werd gerekend.
1
De verbouwinqen
Het kasteel Stoutenburg was ten tijde van de "Rekeningen" eigendom
van de bisschop van Utrecht en werd bewoond door Arnout van IJssel-
stein, schout van Amersfoort en Eemland. Arnout was flink aan het
verbouwen en mocht de kosten bij de bisschop in rekening brengen.
Arnout was niet de eerste bewoner van de burcht. üJalter van Amersfoort
had reeds in 1252 opdracht gegeven tot de bouw van een versterkt
huis. Hij had dit huis in 1259 opgedragen aan de toenmalige bisschop
van Utrecht, Hendrik van Vianden. Sindsdien zijn de opvolgende bis
schoppen van Utrecht in het bezit van het kasteel gebleven, tot keizer
Karei V hier in 1528 een einde aan heeft gemaakt.
Periode 25 april 1328 - 13 mei 1329
Item uutghegheven van timmeringhen.
Int eerst dat voerborch (voorburcht) om te tunen
(te omheinen) ende die grafte te graven
Item van eyken posten, dien tuen (touwen of tuien)
an te vesten ende van enen drayboem te maken
Item van kalke, van stene ende van goeten, daer men
de boeghen ende muren mede makede after die zale,
die te vallen ware (de zaak stond kennelijk op
instorten) 7 1. 8 s.
Item van ene torfscure (turfschuur) 8 1.
Item van ene rosmolen 25 1. 4 s.
(Een rosmolen werd door een paard aangedreven.
Stoutenburg heeft nooit een eigen windmolen gekend.
Na het teloorgaan van de rosmolen reed Stoutenburg
4 1.
5 1. 16 s.
T\
het graan naar de Zandbrinker molen.)
Periode 7 mei 1330 - 6 april 1331
Int yerst van timmeringhen van der overster
brugghe (er was dus meer dan één brug), van houte,
van maken en van yserwerke
(aan de prijs te zien een fors geval)
Item van dien steenhuse te stoppen, van teghelen
ende van lone
Item van trappen, van glaseveinster ende ander
dinghe te verbeteren, daers noet (nodig) was
Periode 6 april 1331 - 30 april 1332
Int eerste tymmeringhen van der nederster brugge,
van houte, van maken ende van yzerwerke
Item van enen kelre, die invallen woude, ende dien
mont daeraf te vermaken (ook de kelder was
bouwvallig)
Item van eenre baerfreyde (plafond of kap) boven
an dien zale
Item die huzinghe te reke (in goede staat) te
houden van dake, van glazevensteren, van doeren,
van sloten ende van houten vensteren, ende van
anders, dat mer toe behoevede (wat nog meer nodig
was)
Periode 30 april - 3 mei 1333
Int yerst van tymmeringhen: van twee barfareyden,
die uutghesteken zijn
Item die husinghe te reke te houden, van dake,
van glasevensteren ende van andren dinghen, datter
toe behoerde, beyde boven ende beneden (er waren
kennelijk twee woonverdiepingen)
Item dien Minrebroederen, doe die joncfrouwen in
mins heren earner waren
(Er was waarschijnlijk geen goede logeergelegenheid,
de meiden moesten voor deze keer bij pa op de kamer.