14
Literatuur over Leusden 7: De oudste gegevens over Bavoort en Hohorst
Hans Renes
In deze aflevering wil ik eens een wat moeilijker onderwerp bij de kop
nemen, en wel de oudste gegevens over Bavoort en Hohorst (Heiligenberg).
Daarmee voldoe ik meteen aan de vraag van de redactie om gegevens over
Bavoort.
Die oudste gegevens vinden we in drie oorkonden uit de beginperiode van
het klooster op de Hohorst. Oorkonden zijn schriftelijke verklaringen,
die in de middeleeuwen werden opgemaakt als bewijs van een rechtshande
ling. Als bijvoorbeeld de koning of de bisschop een stuk land schonk
aan een klooster werd daarvan een oorkonde opgemaakt, ondertekend door
een aantal getuigen en voorzien van een officieel zegel. In geval van
problemen kon het klooster dan altijd zijn eigendomsrechten bewijzen.
Het was dan ook belangrijk voor het klooster om zuinig met deze stukken
om te springen.
Voor historisch onderzoek zijn oorkonden van groot belang, omdat ze in
veel gevallen de oudste schriftelijke bronnen voor de geschiedenis van
een dorp of gebied vormen. Een voorbeeld is de oorkonde uit 777,
waarin Karei de Grote de villa Lisiduna en vier 'foreesten' (jachtge
bieden) aan de Utrechtse Sint Maartenskerk gaf. Het is de oudste ver
melding van de naam Leusden en vormde in 1977 de basis voor de viering
van het 1200-jarig bestaan.
Aan de andere kant leveren oorkonden grote problemen op. In veel
gevallen zijn de originelen verloren gegaan en kennen we de tekst
alleen uit een latere kopie. Ook werden wel oorkonden vervalst, bij
voorbeeld als een klooster ruzie had over een bepaalde bezitting en
niet over goede bewijsstukken beschikte. Zo'n oorkonde werd dan alsnog
gefabriceerd. Een deskundige kan die vervalsingen soms herkennen, bij
voorbeeld door te letten op woordgebruik of schrijfstijl.
Dergelijke problemen maken de interpretatie van oorkonden tot specia
listenwerk. Gelukkig wordt veel van dat soort werk ook gedaan. In de
loop van de tijd zijn van verschillende delen van Nederland oorkonden
boeken verschenen, waarin de oorkonden van dat gebied worden gepubli
ceerd en van commentaar voorzien. Voor onze streken bestaat bijvoor
beeld het vijfdelige Oorkondenboek van het Sticht Utrecht.
15
Het eerste deel van dit oorkondeboekwaarin de oudste gegevens over
Leusden worden behandeld, stamt echter al uit 1920 en is volgens de
huidige inzichten volstrekt verouderd. Omdat enkele van de oudste
oorkonden ook gegevens over dorpen in Holland bevatten zijn ze geluk
kig ook weergegeven in het wel betrouwbare, Oorkondenboek van Holland
en Zeeland, waarvan het eerste deel verscheen in 1970.
Ik wil de problemen toelichten aan de hand van de oudste oorkonden van
het klooster Hohorst, dat ooit stond op de Heiligenberg. Dit klooster
is omstreeks 1006 gesticht door bisschop Ansfried. Op de stichtings
oorkonde prijkt de datum 18 november 1006. Daarbij gaf Ansfried het
klooster een aantal goederen, waaronder nieuw ontgonnen land tussen
Hohorst en Bachevorth. Een latere bisschop, Adelbold, gaf eveneens
een aantal goederen aan het klooster. Het bezit van die goederen werd
bevestigd in twee latere oorkonden uit 1028 en 1050, die respectieve
lijk werden uitgevaardigd door de Duitse keizer Koenraad en door
Bisschop Bernold.
In de loop van de tijd is het nodige onderzoek gedaan naar deze drie
oorkonden. Tot voor kort was men het erover eens dat van de drie alleen
de oorkonde van 1028 echt was. De oorkonde van 1050 zou in werkelijk
heid ergens in de 12e eeuw zijn vervaardigd, die van 1006 zelf nog
later, rond 1270. Laatstgenoemde zou grotendeels zijn gebaseerd op die
van 1050, mogelijk ook op die van 1028.
Onlangs heeft P.A.Henderikx de drie oorkonden nog eens opnieuw tegen
het licht gehouden. Hij kwam tot een aantal interessante gevolgtrek
kingen:
- De oorkonde van 1028 is, zoals steeds al werd aangenomen, echt;
- De oorkonde van 1050 is eveneens echt. Het origineel is echter ver
loren gegaan en alleen een afschrift uit 1307 is bewaard gebleven.
In dat afschrift heeft de abdij echter geknoeid, om sterker te staan
in een conflict met de graaf van Gelre over Driel. Omdat niemand zo
slim was om het origineel te vragen slaagde de abdij er inderdaad in
de discussie te laten gaan over de aangepaste tekst.
- De oorkonde van 1006 is inderdaad een vervalsing, die waarschijnlijk
in de 13e eeuw (op zijn laatst omstreeks 1270) is vervaardigd. De
vervalser heeft zich echter niet alleen gebaseerd op de stukken van
1028 en 1050, maar ook op een derde stuk, misschien een echte schen
kingsoorkonde. Daarnaast heeft hij een aantal zaken toegevoegd.
Al dat gepriegel op de vierkante centimeter lijkt nogal ver af te
staan van de geschiedschrijving van Leusden. Toch geeft het ons een
glimp van de oudste geschiedenis van Bavoort.