51
privaten achterin het lokaal. De luchtverversing moest plaats hebben
door enkele ramen die voor dit doel veel te laag waren aangebracht. Voor
de kinderen die in de buurt van die ramen zaten was, vooral 's winters,
de koude luchtstroom niet uit te houden. Het zou ook, volgens hem,
wenselijk zijn om het lokaal in tweeën te delen omdat het ondoenlijk was
om op twee plaatsen tegelijk met vrucht te werken, hij moest zich altijd
naar de onderwijzer van de laagste klassen schikken. De tafels en de
stoelen waren ook niet evenredig verdeeld, althans in de hoogste
klassen konden geen vier kinderen, schriftelijk werk makende in een
bank zitten, terwijl in de lagere klassen, wegens gebrek aan ruimte,
vijf kinderen in een bank waren geplaatst.
Begin 1882 besloot de gemeenteraad een tweede school te stichten.
Een bestek en tekening werd aan de Schoolopziener in het district
Utrecht ter goedkeuring verzonden. Binnen korte tijd kwam het antwoord
van de schoolopziener waarin hij liet weten zich zeer wel met de
plannen te kunnen verenigen. Hij maakte slechts één bezwaar, misschien
uit ervaring met het andere schoolgebouw. Hij was namelijk van mening
dat de plannen om de privaten aan te sluiten op een beerput beter
konden worden gewijzigd. Hij zag liever het tonnenstelsel ingevoerd,
mits de tonnen om de andere dag werden weggehaald en met nieuwe werden
verwisseld.
De gemeente zette haast achter de zaak. Van 1*1 r. W.H. de Beaufort werd
een stuk bouwland aangekocht met recht van opstal, aan de Ooievaars-
horsterweg, groot 40 aren. De bouw van de school met onderwijzerswo
ning werd aanbesteed en gegund aan de laagste inschrijver, Gerrit
Prins, voor 12.979 gulden. Aan het eind van 1882 was de school gereed
en werd de 4de januari 1883 geopend.
De Heer van der Heul zag zo'n splinternieuwe school met dito woon
huis wel zitten en vroeg meteen overplaatsing aan, wat hem gelukte.
Alleen moest het bedrag van de waarde van het genot van vrije woning
met tuin door het college opnieuw worden vastgesteld. Aangenomen kan
worden dat het genot niet veel groter was dan dat in Hamersveld,
want de meester ging er in salaris niet op achteruit. Wet het aan
trekken van een onderwijzer ging het wat minder gemakkelijk. Er meldde
zich slechts één kandidaat die al verschillende beroepen had uitge
oefend, behalve die van schoolmeester. Bij gebrek aan beter werd hij
tenslotte toch maar aangenomen, maar wel was zijn salaris 50 gulden
minder dan dat van zijn collega in Hamersveld. Als nieuwe hoofdonder
wijzer voor de school van Hamersveld werd aangesteld Jan Huibers.