62
fen kwart eeuw geleden
J.J. Mandemaker
Notulen van de vergadering van de raad der gemeente Leusden, gehouden
op donderdag 18 februari 1965, des avonds 7.30 uur.
VOORZITTER: fl.F.H. Buining, burgemeester
WETHOUDERS: J. v.d. Lagemaat en W.fl. van Zandbrink
LEDEN: Jac. Berg, H. Blankestijn, P.fl. Grootendorst,
J. Herder, C.liJ. Horst, J.C.T. Kuijpers, H.R. van Maanen
en J.J. Mandemaker
AFWEZIG: H. de Wild, wegens ziekte
SECRETARIS: K.F.E. Brouwer
De VOORZITTER opent de vergadering en deelt mede, dat het lid de
heer De Wild, ter observatie in een ziekenhuis is opgenomen, zodat
deze de vergadering derhalve niet kan bijwonen. Hij spreekt de hoop
uit, dat de uitslag van het onderzoek gunstig zal zijn.
Verreweg het belangrijkste agendapunt betrof de SAMENVOEGING LEUSDEN
EN STOUTENBURG. Aan de orde werd gesteld het advies van het College
inzake het door de Gedeputeerde Staten van Utrecht bij brief van 14
december 1964, 3e afd., nr. 697 a/2777, aangeboden voorstel voor
samenvoeging van de Gemeenten Leusden en Stoutenburg. Dit betekende
dat de Raad zich uit diende te spreken over de plannen van GS om
beide gemeenten samen te voegen. B. W. konden zich hiermede geheel
verenigen.
KVP-fractievoorzitter Herder maakte meteen duidelijk waarom het ging:
"We worden nu geconfronteerd met een zeer belangrijk agendapunt; het
gaat hier om de vraag of de Raad bereid is een situatie, of zo men wil
een bestaande samenwerking, te sanctioneren om daardoor een toekomstige
ontwikkeling in haromieuze zin van dit grote gebied te bevorderen, of
dat hij een spaak zal steken in deze ontwikkeling.
Spreker belichtte de reeds bestaande samenwerking en stelde, dat de sa
mengevoegde gemeente beter in staat zou zijn als gesprekspartner te
fungeren van grote buur Amersfoort. Vervolgens roerde spreker het
"godsdienstige element aan door te stellen: "Wij willen niet ontkennen
63
dat de situatie zoals deze thans is gezien in de totaliteit van beide
gemeenten, een geheel ander beeld te zien zal geven dan voor Leusden
alleen, we bedoelen dit vooral in de politieke betekenis. Gezien
echter de huidige toenadering tussen de bevolkingsgroepen, menen wij
dat dit element geen onoverkomelijk bezwaar mag zijn voor deze grote
stap, vooral ook gezien de verwachte toekomstige groei, waardoor de
percentages meer zullen gaan groeien naar het landsgemiddelde. In elk
geval dient de Raad het gemeentebelang boven het partijbelang te
stellen."
Het standpunt van de heer Grootendorst (Gemeentebelangen) werd ook be
paald door het godsdienstige element: "Er wordt geconstateerd dat de
dorpen Achterveld, Hamersveld en Leusbroek alle drie van elkaar in
aard en karakter verschillen, hetgeen ik byzonder zou willen onder
strepen. Dat het verschil in godsdienstige richting niet veel uitmaakt
moet ik ten zeerste in twijfel trekken. Natuurlijk treden bij samen
voegingen als deze allerlei gevoelsargumenten op de voorgrond, maar er
is naar mijn mening wel degelijk sprake van een principiële verandering,
zowel van Leusden als van Stoutenburg."
Spreker voorzag "geweldige verschuivingen in de politieke vertegen
woordiging door de Gemeenteraad van de toekomstige gemeente Leusden.
Uit het feit dat hiervan geen melding wordt gemaakt concludeer ik dat
dit van weinig belang wordt geacht. Neen, ik weet wel zeker dat althans
een belangrijk deel van de kiezers de plannen tot samenvoeging om ge
melde reden niet zal toejuichen." Spreker sloot af met de volgende
stemverklaring: "En al zult U mij tegenwerpen dat we toch het grote
belang der samenvoeging moeten zien, een ruime blik moeten hebben,
de door mij genoemde argumenten wegen bij mij zo zwaar, dat ik niet vrij
willig mijn stem aan het voorstel kan geven."
De heer van Maanen sprak namens de C.H.U.-A.R. en S.G.P.-fractie.
Hij keerde zich tegen de mening van B. W.dat "men de ontwikkeling
niet tegen kan houden." Ook ontkende hij, dat de belangen van Leusden
en Stoutenburg na 100 jaar personele unie (d.w.z. één burgemeester
voor beide gemeenten) nauw en innig zouden zijn verbonden. Daarom
zijn vraag: "Is de band tussen Hamersveld en Leusden (rond de kerk)
zo groot, vooral wat betreft de inwoners onderling? Jammer genoeg
niet!" En: "Heeft de Leusdense bevolking contact en een band met de
inwoners van Stoutenburg en Achterveld? Ueer is het neen! U stelt
dat bij samenvoeging als deze allerlei gevoelsargumenten op de