66
67
De Raad uan 1964 was nog goeddeels die uan het oude Leusden. "Roomsen"
en "Christelijken" konden heel goed met elkaar samenwerken, echter op
basis uan afgebakende uerhoudingen. De samenuoeging zou inderdaad
flinke uerschuiuingen opleueren, zodat een niet eerder gekende nieuwe
situatie zou (kunnen) ontstaan. Zulks leidde tot het stemgedrag in
februari 1965. Een jaar later kwam naast de P.u.d.A. ook de V.V.D. in
de Raad als niet-confessionele partij. Bij de tweede lezing ouer de
samenuoeging uan beide gemeenten bleek de weerstand hiertegen bijna
geheel te zijn weggeëbd. De inmiddels ep gang gekomen toestroming uan
nieuwe inwoners zal hieraan niet ureemd geweest zijn.
Voor uerdere achtergronden wordt uerwezen naar het uitgebreide artikel
ouer "De gemeenteraden uan Stoutenburg en Leusden" uan drs. R. Polak
in de derde jaargang nrs. 1 en 2.
Geschiedenis v^n het onderwijs in Leusden
G. uan Leeuwen
De oudste gegeuens die te uinden zijn in het archief uan Stoutenburg
betreffende het onderwijs, dateren uan 1752. Van enige organisatie
op dit gebied was in die tijd, op het platteland, blijkbaar nog geen
sprake. Ieder die een beetje kon schrijuen en rekenen kwam in aan
merking 'school te houden'. In de meeste geuallen was het de koster
die uoor deze taak in aanmerking kwam, maar aangezien Stoutenburg
in die tijd nog geen kerk, laat staan een koster had, was een ieder,
die zich uoor die taak beschikbaar wilde stellen, welkom. Voor het
beschikbaar stellen uan een geschikte ruimte, al was het maar een
schuur, ontuing de schoolhouder uan het gerecht een uergoeding, uoor
het onderwijs werd hij betaald door het schoolgeld; de paar stuiuers
die elk kind wekelijks moest meebrengen. Het schooljaar liep uan
oktober tot maart.
In de jaren 1752 en 1753 was het Peel Gosense die deze taak uoor
zijn rekening had genomen en waaruoor hij uan het gerecht, uoor het
gebruik uan zijn schuur, een uergoeding ontuing uan 4 gulden per jaar.
In 1754 had Peel er blijkbaar genoeg uan, want in dat jaar werd geen
school gehouden.
Zander uan Zijl probeerde het in 1755 uoor een jaar in zijn bakhuis,
maar het uolgend jaar zat Stoutenburg weer zonder school. Toen, nadat
de wedeuwe uan Wouter Barten Haan het schoolhouden uoor een jaar uoor
haar rekening had genomen en men daarna weer een jaar zonder moest
doen, was het tenslotte Jan Dirksen, de kleermaker, die blijkbaar
beter uoor die taak was berekend, want hij gaf les uan 1759 tot en met
1778.
Waarschijnlijk kwam aan het schoolhouden uan de kleermaker een einde,
nadat door de Staten 's Lands uan Utrecht op 10 augustus 1779 in de
St-Joriskerk te Amersfoort een uergadering werd belegd "om te dele-
bereren en resolueren op welke wijze baten zouden kunnen worden ge-
uonden de nodige kosten tot aanbouw uan een schoolhuis mitsgaders
een behoorlijk tractement uoor een schoolmeester te Leusden,
en dat die belastinge ouer de districten Leusden, Asschat en Stouten
burg wierd omgeslagen. Stoutenburg was dus uoortaan uoor het
onderwijs op Leusden aangewezen.
Nadat in 1795 de koster uan Leusden, Caspar Hopman, als schoolmeester
op non-actief was gesteld, besloot men in Stoutenburg het onderwijs
maar weer in eigen hand te nemen. Maar niet aluorens het prouinciaal
bestuur daaruan op de hoogte te hebben gebracht: "....zoo heeft het
urije uolk uan Stoutenburgh goet geuonden den 3 April 1796 een secre
taris te uerkiesen welke daarbij gehouden is om de zes wintermaanden
school te houden, daaruoor geniet Jaarlijks 50 gulden waar uoor hij
zijn eijgen huijs en school moet huren en de arme kinderen pro Deo
leeren en daar dit district niet uermogend genoegt is om een
schoolmeester te houden gelijk andere dorpen en wij nu een man hebben,
daar wij niets op te zeggen weeten en de ganschen buurt mee uergenoegt
is uan wegen zijn gedrag en het onderwijs dat hij geeft aan de kinderen
in het leesen en schrijuen zoo uersoeken wij zeer ootmoedelijk om den
zeluen hier te mogen houden en daarbij is dese man zeer gebrekkelijk,
die anders zijn brood niet wel kan winnen en om deze reeden zoo houd
hij zomer en winter school hetwelk een groot geluk uoor dese buurt is
daar anders de ouders genootsaak zijn hunne kinderen na Amersfoort,
Hoeuelaken, berreueld of elders te stuuren, hetwelk niet te doen is,
om het geuaar uan de beeken en slooten die bij ons zijn.
hijl en broederschap."
Het concept uan deze brief is niet ondertekend, maar alles duidt
erop dat deze aanbeueling door de secretaris, alias de onderwijzer
H. uan den Hengel, zelf is geschreuen.