e J - ASfr-ÏJ' JA - J'3 (7
1A
(5)-'Nieuwe Blaffert van Asschat' (1753); omslag L 76
(6)-'Quohier van Enkelt en dubbelt Huysgeld En Haardstede Geld In Den
Geregte van Asschat' (1771); omslag L 81
(7)- Kohier van 'de bezaaide Morgen'; omslag L 86
Afb.s 3
Een bladzijde uit 'Nieuwe Blaffert van Oudschilden' van 1753, met het
e-rf 'Hagenouw' als voorbeeld.
De bovenste alinea vermeldt dat Jonker van Coelenburg rond 1536 ei
genaar was van 't erf Hagenouw, groot 16 morgens. Cornelis Evertsen
was 'bruiker' en betaalde als pacht 100 caroliguldens, alsook 2 mud
Boekweijt; in totaal 48 oudschilden (een muntstuk van twee gulden) en
34 stuivers. Het bedrag van 96-13-6 is de nieuwe heffing uit 1753,
denkelijk met een toeslag voor het gadergeld, dat de plaatselijke be-
lastinginner toekwam.
De volgende alinea vermeldt Borgemeester Willem Methorst (uit
Amersfoort) als eigenaar en Tijs Jordensen als bruiker. Dit is de
toestand in 1753. Daaronder volgen vijf belastingen op onroerend
goed, het Reeël Mergengelt, het Personeel Mergengelt, het Enkelt
Huysgelt, het Dubbelt Huysgelt en het Haarstedegelt, het laatste
gebaseerd op één haard en één oven. De bedragen zijn reeds met het
gadergeld van 5 l verhoogd.
Het Slaperdijksgelt, een speciale heffing tot onderhoud van de
Slaperdijk, werd geheven op basis van het totale grondbezit, in
dit geval 60 morgens. De brave schout weet nog niet hoe hoog de
heffing zal uitvallen, 4 stuivers, 5 stuivers of zelfs 6 stuivers
per morgen? Hij heeft de bijbehorende bedragen alvast op papier ge
zet, alle weer met 5?6 toeslag. (60 morgens voor 4 stuivers per
morgen geeft 240 stuivers of 12 gulden. Daar komen 12 stuivers gader
geld bij, ergo 12-12-., 12 gulden, 12 stuivers en 0 penningen).
15
Sc
B,rB://:73rr,fM
1*1/r-O *-ry
jftr [/'i/J
4--b- K
7
S/f - .'.f—
jloTP ----- .1
Z w L oty*?--
r>- J/n.Jy// - - - - - - M~A—*
A' .tA-ae,- jyM-