40
Sciris Oo</sSc
'/<to
9oJst<
^CconafrocA/odcx,***L /66o
Afb. 3: Plattegrond van een 17e eeuwse school, uit: Booy, E.P. de
Weldaet der Scholen, Stichtse Hist. Reeks, dl 3, 1977
41
plaats worden gevonden. Die moesten elke avond, langs een gevaarlijk
laddertje, naar een vliering onder de dakpannen worden gedragen. Door
een van de wethouders was voorgesteld een in de school staande kast
voor de beide kinderen in te richten als slaapplaats. De schoolopzie
ner moest, noodgedwongen, daarvoor zijn toestemming geven, maar vond
dat dit van tijdelijke aard moest zijn. Vergroting van de woning was
noodzakelijk. Die vergroting werd geraamd op 1300 gulden waarvan de
gemeente 400 gulden kon bijdragen en voor de rest werd een subsidie
aangevraagd.
In de loop van 1863 ging het gezichtsvermogen van onderwijzer van den
Hengel dusdanig achteruit dat hij aan het eind van het jaar genood
zaakt was zijn ontslag aan te vragen. Hem werd een pensioen toebedeeld
van 157 gulden 's jaars.
Nadat de onderwijzerswoning door de heer van den Hengel was ontruimd
werd van de gelegenheid gebruik gemaakt het schoollokaal en de woning
een flinke opknapbeurt te geven. Pas vier maanden later werd een op
roep geplaatst in verschillende kranten ter vervulling van de ont
stane vacature. Zes sollicitanten meldden zich aan en op 16 maart 1864
werd door de schoolopziener, bijgestaan door de Heer Kollewijn, kost
schoolhouder te Amersfoort, ten overstaan van Burgemeester en Wethou
ders en in tegenwoordigheid van de leden van de Raad, een vergelijkend
examen afgenomen. Jan Schut, hulponderwijzer te Zutphen, kreeg ten
slotte de aanstelling tegen een salaris van 400 gulden 's jaars.
Wet de intrede van de nieuwe onderwijzer bleek de belangstelling voor
het onderwijs toe te nemen, wat voor de raad aanleiding was het school
geld aan te passen. Het werd 1,44 per kwartaal voor het eerste kind,
het tweede kind verminderd met 5, het derde met 1/3 en het vierde en
de volgende kinderen met Bedeelden en onvermogenden zouden koste
loos onderwijs ontvangen. De waardering voor de onderwijzer werd uitge
drukt in een salarisverhoging van 60 gulden en een jaarlijkse vergoe
ding van 25 gulden voor een kwekeling.
De toename van het aantal leerlingen had echter tot gevolg dat spoedig
het lokaal veel te klein werd. In het lokaal, met een oppervlakte
van 57 vierkante el (ongeveer 27 vierkante meter), zaten meer dan
honderd kinderen. Door gebrek aan ventilatie condenseerde de uitwa
semingen tegen het plafond en vielen in druppels naar beneden. Voor
de onderwijzer bleef geen ruimte over om zich door de klas te bewegen.
Een en ander was voor de inspekteur van het onderwijs reden de gemeente
dringend te verzoeken het lokaal te verbeteren en uit te breiden: