50
Bij de Vieweg, op de grens van Leusden en Woudenberg kruiste de grift
de Lunterse beek. Omdat de beide waterlopen een verschillend nivo
hadden gebeurde dat door een gelijkvloerse kruising. Uit een archief
stuk uit 1590 weten we dat de grift via een aquaduct over de beek
heen werd geleid (Stol Ligtendag, 1992)
De concessie van Van Schoonebeke gold voor 36 jaar en is niet verlengd.
Na 1586 werd de grift dan ook niet meer voor turfvervoer gebruikt.
Enkele jaren later was de vaart al grotendeels verland. In de 20e
eeuw werd de hele grift opnieuw uitgegraven en verbreed. Gelukkig
werd daarbij in de buurt van ^aarsbergen een kleine bocht afgesneden.
In die bocht is dus nog een klein stuk van de oude turfvaart bewaard
gebleven. Een opgraving in 1986 maakte duidelijk, dat de grift op de
bodem drie meter breed was en dat de besnoeiing bestond uit veenplag-
gen. De breedte is aanzienlijk minder dan de vijf meter die aan Van
Schoonebeke was voorgeschreven, waaruit weer eens blijkt hoe belang
rijk controle van gegevens in het terrein is. (Stol Ligtendag, 1992)
Door dit degelijke onderzoek naar de Veenendaalse turfwinning is ook
de kennis van de geschiedenis van Leusden weer wat vergroot.
Literatuur
Dekker, C., (1987), Een mislukte cope in het Westerwoud; de eerste
aanzet tot de ontginning van Woudenberg. In: Streefkerk, C.& S.
Faber. Ter recognitie; opstellen aangeboden aan Prof. Mr. H. van der
Linden bij zijn afscheid als hoogleraar in de Nederlandse rechtsge
schiedenis aan de Vrije Universiteit. Verloren, Hilversum, pp. 113-138
Stol, T. (1992) De veenkolonie Veenendaal; turfwinning en waterstaat
in het zuiden van de Gelderse Vallei 1546-1653. Stichtse Historische
Reeks 17. Walburg, Zutphen.
Stol, T. W.A. Ligtendag (1992). Een 16de-eeuwse turfgrift ten
oosten van Maarsbergen. Flehite 22, pp. 11-14