30
31
De vergadering volgaarne immer medewerkende tot alles wat ten algemene
nutte worde voorgedragen door de Hoge Regering heeft het aanhangende
voorstel met ernstige rijpheid onderzocht en wij in het geheel onze
bezwaren moeten uitbrengen:
1e. Als daar is geen van beide gemeenten een geschikt bouwsel tot
het houden der vergaderingen die zo menigvuldig moeten plaats heb
ben want beide gemeenten hebben alle hun gemeentelokaal doch elk
van deze staat zo nabij het middelpunt der gemeente dat geen van
beide in geval van combinatie zouden kunnen worden gebezigd, er zou
mitsdien gedacht moeten worden aan de bouw van een doelmatig lokaal,
alzo er gene gelegenheid bestaat op of bij het veronderstelde midden
punt der beide gemeenten, omrede de aanrakingslijn derwelke juist de
grensscheiding derzer beide gemeenten daarstelt is de zogenaamde
Clodderbeek komende uit Gelderland zodanig overstroomt op een wijdse
omvang in elk voor- en najaar en vooral 's winters zodat er dan
geen gelegenheid bestaat om van de ene gemeente in de andere te komen
als door het maken van een omweg langs de stad Amersfoort hetwelk
een omweg is van twee uren gaans telkens dat de wegen gewoonlijk
gebruikt tot onderlinge communicatie enkel en alleen bestaan uit
voetpaden, alle leidende over particuliere eigendommen waarvan de
overgang door die eigenaren kan worden belet.
2. dat er tussen de beide gemeenten geen andere communicatie be
staat dan langs de stad Amersfoort dat in geval van combinatie
een grote belemmering voor de ingezetenen zou veroorzaken ingeval
van militaire inkwartiering, aangifte van de burgerlijke stand en
vele andere zaken aangaande het bestuur enzovoort.
Overigens blijft aan te merken dat men in deze gemeente veertig
kiezers telt voor leden van de gemeenteraad en twintig leden der
tweede kamer van de Staten Generaal en van de leden der provinciale
Staten dat als men de bedoeling der wetgevers zal helpen bevorderen
voor een ernstige naleving der artikelen 43-72-74-175-203-219-264
en 265 der gemeentewet dan zullen de Groot-Achtbare Heren Gedepu
teerde Staten geredelijk beseffen dat het gemeentehuis ook gemeen
schappelijk kan zijn en dat de vereniging aanleiding geeft tot
zovele bezwaren voor de ingezetenen, zodat wij eenpariglijk voor
het belang der ingezetenen tegen de vereniging moeten stemmen.
Dat door de vereniging wel is waar enigszins de gemeentelasten
voor de ingezeten zoude verminderen doch dat wij alvorens onze
medeingezetenen over het bedoelde ontwerp hebben geraadpleegd en
alle te kennen gaven dat de vermindering der lasten welke door
vereniging zoude ontstaan niet in vergelijking komt tegen het ver
lies van de naam der gemeente Stoutenburg, die zo oud in de geschied-
rollen voorkomt door vereniging te zien verliezen dat zij volgaarne
voor de lasten dezer gemeente zich onderwerpen.
In de aanhef van het verslag werd er door de commissie op gewezen
dat ze echt wel van goede wille waren: "volgaarne medewerkende met
alles wat ten algemene nutte worde voorgedragen", maar tegen dit
voorstel hadden ze toch wel de nodige bedenkingen.
Om te beginnen was er geen lokaal dat geschikt zou zijn om de verga
deringen van de gemeenteraad in te houden. De gemeenteraad van
Stoutenburg vergaderde in de herberg "de Ruijter" en die van Leusden
in de "Swarte Steegh". Er moest dus gedacht worden aan een nieuw
lokaal en waar zou dat dan wel moeten staan.
Maar het grootste bezwaar vormde wel de communicatie tussen beide
gemeenten. Van de Horsterweg, zoals die nu bestaat was nog geen
sprake, die zou pas tot stand komen in 1875. De verbinding tussen
beide gemeenten bestond voordien uit enkele voetpaden die voor de
helft van het jaar onbruikbaar waren, aangezien de Modderbeek, die
de grens vormde tussen Leusden en Stoutenburg (later voor een groot
gedeelte opgegaan in het Valleikanaal), in de herfst en in de winter
ver buiten zijn oevers trad waardoor de paden onbruikbaar werden.
Hierbij kwam nog dat die paden over particulier terrein liepen en de
eigenaren eventueel het gebruik daarvan konden beletten. Zowel in
het ene als in het andere geval moest dan een omweg gemaakt worden
van twee uur gaans. Stoutenburg zag wel in dat, in geval van ver
eniging der beide gemeenten de kans groot was dat een eventueel
gemeentehuis op het gebied van Leusden zou komen te staan en dat
zij dus degenen zouden zijn die bij aangifte van de burgerlijke stand
en eventuele verkiezingen die omweg van twee uur twee maal moesten
maken.
Het geldelijk voordeel dat er voor Stoutenburg eventueel in zou zitten
doordat Leusden onder andere, in verhouding van het inwoneraantal,
minder behoeftigen telde, woog niet op tegen de nadelen. Een zeer
zwaarwegend argument en misschien wel het voornaamste, ofschoon
maar met een paar woorden aangehaald, was wel het verlies van de
naam Stoutenburg"die zo oud in de geschiedrollen voorkomt."