32 Leusden had zes weken langer nodig dan Stoutenburg om tot een con clusie te komen. Hier werd in ieder geval een speciale commissie ge vormd, waarin naast de burgemeester als voorzitter, nog zes leden zitting hadden, bestaande uit de heren fl.J. de Beaufort, R. van de Hoef, ÜJ. Tolboom, J. Vrijhoef, F. Lagemaat en T. v. Roomen. Het verslag van de vergadering van die commissie luidde als volgt: "Door de voorzitter wordt gelezen een missive van Gedeputeerde Staten van 31 januari 1853 geleidende een ontwerp regelende de wijze en voorwaarden van de vereniging der gemeenten Leusden en Stouten burg. Hebben na rijke overweging besloten de tegen de vereniging bestaande bezwaren ter kennis van Gedeputeerde Staten voornoemd te brengen, zoals zij de eer hebben te doen bij deze: 1ste. Dat het bekend is dat de financiële staat van Stoutenburg in verre na niet in die voordelige toestand is als die van deze gemeen te, hetwelk hoofdzakelijk daaraan is toe te schrijven dat in evenredig heid van de bevolking groter aantal behoeftigen in de gemeente Stoutenburg dan in deze gemeente gevonden wordt en bij gevolg ook min der die in staat zijn in de behoefte der vereiste uitgaven te kunnen voorzien. 2de. Dat de beide gemeenten door een beek van elkander gescheiden worden, welke tussen daaraan laag gelegen landerijen vliedt en vooral in het winterseizoen zodanig debordeert (buiten zijn oevers treedt) dat dezelve landerijen geheel geïnundeerd (overstroomd) worden en de communicatie daardoor ten ene male gestremd wordt. Dat bovendien de anderszins bruikbare weg en paden geheel het eigendom zijn van parti culieren en de overgang daarvan door hun zou kunnen worden belet, in welk geval als geen hoofdcommunicatie bestaande de ingezetenen om van de ene naar de andere gemeente te komen een omweg van twee uren gaans langs Amersfoort zou moeten maken hetwelk in veel opzich ten zo als bij de aangiften van de burgerlijke stand, bij brand, bij militaire inkwartiering als anderszins grote bezwaren zoude ople veren. 3de. Dat de gemeente een oppervlakte beslaat van ruim 5200 bunder en die van Stoutenburg omstreeks 3000 bunder zulks tezamen genomen een oppervlakte van ruim 8000 bunder en alzo een zeventiende ge 33 deelte vanuit bundertal in deze provincie uitmaakt. Dat de uitgestrektheid der gemeente Leusden, die uit verschillende buurten bestaat bij de volgens de wet van 29 juni 1851, gedane keuze voor leden van het bestuur dezer gemeente, reeds het voorbeeld heeft opgeleverd dat in sommige van die buurten zich geen lid van het be stuur bevindt waarin vroeger altijd voorzien werd hetwelk dan ook zeer in het belang der ingezetenen moet worden beschouwd, terwijl bij een eventuele vereniging der beide gemeenten het zou kunnen ge beuren dat bij de alsdan opnieuw plaats moetende hebben verkiezing voor leden van de Raad zodanig uitviel dat er in sommige buurten geen lid van het bestuur of op een of twee uren afstand gevonden wordt hetwelk in veel opzichten tot groot ongerief der ingezetenen zou verstrekken. 4de. Dat wij vernemen het hoofddoel der vereniging van gemeenten het daarstellen van bezuinigingen ten doel heeft dat zulke voor deze gemeente nimmer het geval zijn kan, daar de burgemeester, wethouders, leden van de raad, secretaris en ontvanger noodwendig de tractementen aan die betrekkingen in beide gemeenten verbonden mogen blijven genieten, dat in beide gemeenten bestaande school niet kan worden gemist en alzo de onderwijzers moeten blijven bestaan en het door de gemeente aan hen toegekende jaarlijks tracternent moeten blijven genieten, dat er ook bij een vereniging der gemeenten geen afschaffing van de veldwachter kan plaats hebben daar de uitgestrekt heid der gemeente eerder vermeerdering dan vermindering van veld wachters vordert - waaruit blijkt dat de vereniging daar in deze bedoelde gemeenten tot geen de minste bezuiniging leidt. 5de. Dat wij de overtuiging hebben dat alle de ingezetenen der gemeenten ten sterkste verlangen er aan het voorstel van vereni ging dezer gemeente met die van Stoutenburg geen gevolg worde ge geven. Het is om bovenstaande redenen dat deze vergadering beleef delijk bij UEd. Gestr. Achtb. aandringt deze zaak ter ernstige over weging te willen nemen en het door u ingevolge art. 131 der gemeente wet hieromtrent te geven advies aan het departement van binnenlandse zaken zodanig te willen inrichten dat er besloten wordt dat elke gemeente op zich zelf blijve. Leusden zag, zo mogelijk, nog meer bezwaren in het samengaan van beide gemeenten dan Stoutenburg. Als eerste en waarschijnlijk het

Historische kranten - Archief Eemland

Historische Kring Leusden | 1992 | | pagina 6