36
er bij de bekrompene financieele omstandigheden der gemeente, geen
vooruitzicht dat aan de behoefte voormeld, kan worden voldaan.
Op zodanige medewerking hopende heeft het bestuur de eer UEd. een
plan aan te bieden..."
In dit plan waren de kosten voor het gebouw begroot op 1A50 gulden.
Tevens een bedrag van 50 gulden voor verbetering van tafels en
banken, waardoor het totaal kwam op 1500 gulden. Hiervan zou 100
gulden kunnen worden afgetrokken wanneer de gemeente zelf zou zorgen
voor vervoer van de bouwmaterialen.
De burgemeester verzocht een subsidie van Gedeputeerde Staten van
50 en de resterende 700 gulden dacht hij bijeen te kunnen brengen
door verkoop van waardepapieren, wat 260 gulden zou opbrengen. Ver
der stond nog een bedrag op de spaarbank te Utrecht wat, met de
daarop verschene rente, ongeveer A0 gulden zou belopen. Voor de
laatste A00 gulden verzocht de gemeente een lening zonder een be
paalde rente, maar met een aflossing van A0 gulden jaarlijks geduren
de 12 jaren. Die A0 gulden kon worden gevonden door dit bedrag te
korten op de vergoeding aan de onderwijzer die dan immers geen huur
meer hoefde te betalen omdat hij een vrije woning zou krijgen.
Inmiddels was S. van de Hengel geslaagd voor het onderwijzersexamen,
ofschoon hij slechts de Ae rang had gehaald. Nu stond niets zijn
definitieve aanstelling meer in de weg en op 31 augustus 18A0 werd
hij aangesteld als onderwijzer en hiermee was de bedreiging van de
tegenstanders uit de wereld.
De inmiddels ingediende tekeningen voor de bouw van de school waren
echter wel heel erg uitgezuinigd. Volgens Gedeputeerde Staten waren
de muren veel te laag maar, meende de burgemeester, hoe hoger de
muren, hoe hoger de kosten. Na veel veranderingen en bezuinigingen
op andere posten, kwamen de kosten toch nog 200 gulden hoger uit
dan geraamd. Een verzoek om hogere subsidie werd afgewezen. Na veel
touwtrekken werd door de burgemeester voorgesteld dat de lening
dan maar 600 gulden moest worden in plaats van A00 gulden, "...met
verder verzoek zo UEd. hierin genoegen neemt alsdan zo spoedig
mogelijk om de goedkeuring te willen zenden om rede de boeren alle
de materialen tot de opbouw aan het schoolgebouw benodigd, per as
zullen aanhalen en daar met de maand maart het werk op de landerijen
weer aankomt, alsdan hebben zij geen tijd meer en dat zoude ons meer
dan 150 gulden in de kosten uitwinnen en daar hebben wij op gerekend."
Hierna werd de goedkeuring gegeven en kon met de bouw worden begon
nen. Het was inmiddels 15 januari 18A1.
37
Op 21 juni werd het schoolgebouw annex onderwijzerswoning goedge
keurd en kon in gebruik worden genomen.
Als men meende dat hiermee Jacob Hoolhorst en de weduwe waren uit
geschakeld, had men buiten de waard gerekend. Buiten het bereik
van de burgemeester, op de grens van de gemeente maar op het gebied
van Barneveld, was hij ook met een school begonnen, zeer tot ongenoe
gen van de burgemeester en zijn zoon de onderwijzer, die het zagen als
oneerlijke concurrentie. De burgemeester deed zijn beklag bij de school
opziener:
"Daar wij zoveel kosten hebben gedaan tot opbouwen van een nieuw school
lokaal zoals UEd. bekend is, maar nu moeten wij zien en gedulden dat
Jacob Hoolhorst mede een school heeft opgericht en onderwijs geeft
schoon op het Gelderse in de gemeente Barneveld, maar op nog geen roe
van onze gemeente en een kwartier gaans van onze school, hetwelk
zeer veel nadeel is voor onze schoolmeester en dat nog van een per
soon die we niet vertrouwen en geen examen heeft gedaan. En om onze
schoolmeester een tractement te geven dat hij nog een bestaan heeft
is voor ons onaoenlijk, waarom wij de vrijheid nemen UEd. zeer vrien
delijk te verzoeken zoveel mogelijk tegen hetzelve te doen."
Het zat de burgemeester echter niet mee. Al zou de schoolopziener
genegen zijn hem te helpen in zijn strijd tegen de concurrent van zijn
zoon, hij was daartoe niet in staat. Jacob Hoolhorst had het goed
bekeken. Omdat deze zijn vestiging, al was het dan maar een paar meter
over de grens, op Gelders gebied had, was dat buiten het ambtsgebied
van de schoolopziener.
Toen de burgemeester langs die weg geen gelijk kon krijgen, probeerde
hij het bij zijn collega in Barneveld: "...nu op Achteveld op de grenzen
van uwe gemeente geen zes passen van mijn gemeente gelegen een school
is opgericht, hetwelk U onbekend zal zijn, neem ik de vrijheid U vrien
delijk te verzoeken het nodige in het werk te stellen om gezegde on
wettig schoolhouden te Achteveld, als zulks ten nadeel strekkende
aan de openbare school mijner gemeente, krachtig tegen te gaan."
De burgemeester van Barneveld gaf gehoor aan het verzoek van zijn
collega maar of zijn optreden 'krachtig' was, valt te betwijfelen.
Hij liet weten: "...dat ik de onderwijzer, welke op de grenzen uwer
gemeente clandistien school houdt, heb aangezegd dat bedrijf niet
verder uit te oefenen onder straffe van de schoolwet...."
Aangezien de Barneveldse burgemeester het alleen bij een dreigement
liet, maakte Hoolhorst zich niet druk. Barneveld was ver weg en hij
zat net buiten het bereik van de Stoutenburgse burgemeester. Nog