142
"Mijnheer Burgemeester Scheltus.
Tot Ued. neem ik mijne toevlugt als tot mijn vader verzoekende vrien
delijk hierin Ued. hulp of raad daar mijn Huisgezin zeer sterk is en
niets heb als dat door onze handen arbeid word verdient zoo dan Mijn
Heer Burgemeester wenschte ik wel schadevergoeding voor de geleden
Waters Nood.
Wouter Hubertse en Hendrik Bakker hebben de schade bij mij opgenomen
geleden aan de levensmiddelen - daar bij voegende dat later de schade
aan huis, vee en land zoude worden opgenomen.
Maake ik thans Ued. bekend dat zulks tot op heden niet is geschied.
Zelfs nog geene vergoeding van levensmiddelen heb ik ontvangen.
Met mijn geheel huisgezin op den zolder gezeten zonder de minste hulp
Negen dagen lang, daar zich niemand over ons bekommerde, die ons vroeg,
of wij ook aan iets gebrek hadden.
Noeme Mij met achtin
Ued. onderdanige Dienstw.
Dienaar
Willem Veldhuizen
Uit de bijgevoegde specificatie blijkt, dat er schade was aan het huis
en dat Willem en zijn zoon 28 dagen niet hadden kunnen werken. Dat
laatste betekende een verliespost van 1,50 per dag of 42,in
totaal. Het schram varken (ƒ17,en de geit 7,stonden ook
op het lijstje, evenals de verloren gegane mest en de winterrogge.
Omstreeks oktober 1855 werden de schadeloosstellingen uitgekeerd,
waarbij ongeveer 94 van de opgegeven schade werd vergoed. Aan
uitkeringsgerechtigden in Hamersveld werd bijv. in totaal 11.357,
uitgekeerd en aan een vijftiental getroffenen in Stoutenburg 800,
Tot zover de watersnood in 1855.
Nadien hebben zich in onze omgeving geen overstromingen van een
dergelijke omvang meer voorgedaan.
Wel stonden in 1939/40 een groot aantal landerijen ten oosten van
de Liniedijk uit militaire overwegingen geruime tijd onder water,
maar dat is een ander verhaal.
Bronnen:
De archieven van de gemeenten Leusden en Stoutenburg;
143
H.P. Deijs: De Gelderse Vallei, geschiedenis in oude kaarten;
Ing. J.C.T. v. Blommestein: De Grebbelinie, van militair verdedigings
werk tot cultuurhistorisch erfgoed en natuurmonument.
Door mij werd voorts dankbaar gebruik gemaakt van de door J. Verduin
beschikbaar gestelde gegevens, door hem reeds verzameld uit de archieven
van Leusden en Stoutenburg, hetgeen mij veel speurwerk bespaarde.
De beide kaarten, waarop de ondergelopen gebieden in Leusden en Stou
tenburg staan aangegeven, werden getekend door G. van Leeuwen.
N.B. Voor degenen onder u, die de Slaperdijk en het Voormalig Werk
aan de Daatselaar wel eens zouden willen bezoeken, volgt onderstaand
een korte routebeschrijving. De tocht kan alleen per rijwiel of te
voet worden gemaakt.
Tegenover het kasteel Renswoude volgt u het pad langs de gracht.
Aan het einde van de gracht voert een pad u al gauw naar de Slaperdijk.
Op de dijk gaat u linksaf en u volgt dan de dijk totdat u het
Voormalig Werk aan de Daatselaar bereikt.
Dit vroegere verdedigingswerk is nu een natuurgebied en een bezoek
alleszins waard. U vindt er aan de westzijde nog de brede gracht
en ook het oude inundatiesluisje is nog aanwezig. Aan de andere zijde
van het sluisje volgt u het pad linksaf en dan komt u al spoedig
weer op verharde wegen, die u kunt volgen richting Renswoude of
Scherpenzeel
Bsricht van een voormalig arts
G.G. Bergink
Eenentwintig jaar heb ik in Leusden gewoond, in het huis dat in 1904
als dokterswoning werd gebouwd, daar de vorige dokterswoning door
brand verwoest was. In het nieuwe huis was ruimte ontworpen voor
apotheek, wacht- en spreekkamer. In 1939 heb ik mij als apotheek
houdend huisarts gevestigd in Leusden.
In en na 1872 kwam de wet van Thorbecke tot stand, die vele maat
regelen betreffende de volksgezondheid inhield. Er werden voorschrif
ten gegeven aan de gemeenten om zo nodig besmettelijke zieken te
isoleren en te behandelen. He1 ging om pokken, buiktyphus, doch
vooral om de gevreesde cholera. Grote gemeenten werden verplicht