r
206
gezien. Dit is de tekst van één van die Novalia: 'Evert Segersen
een mergeo lants daar een huys een wint molen op staat, getaxeerd
op 1 Outs.' Later blijkt dat de molen bij Bavoort staat. De eerste
windmolen moet hier kennelijk tussen 1536 en 1599 zijn gebouwd op
wat destijds nog als een vrij waardeloos stukje grond werd beschouwd.
V.d. Hengel heeft de veronderstelling geopperd dat bij Bavoort voor
die tijd een watermolen heeft gestaan (blz. 31). Het moet daar al
vroeg een bedrijvig hoekje zijn geweest met molen, tapstede en boer
derij.
De Ganskuil, nabij Den Treek, behoorde ook tot de Novalia. De blaf-
faard laat zien hoe dat in zijn werk is gegaan: 'Item een huijsken int
Heetveld opgeslagen omtrent een mergen daar toe aengemaeckt daar
van noyt by ijmant pacht genooten is geestimeert op 14 Sts'Pten had
dus een huisje gebouwd en één morgen hei ontgonnen. De pacht werd,
voor het Oudschildgeld, op 14 stuivers geschat. Dat kon toen allemaal
nog.
De Ganskuil is echter niet tot de Marke toegelaten, evenmin als 't
Veentje. Op Bruine Haar, duidelijk jonger dan 't Veentje, werd wél
een waardeel gevestigd.
Den Treek vormt in de Leusdense blaffaard van 1536 een onopvallend
item: 'Henrick Thonissen dat goet geheeten den Treeck groot omtrent
acht mergen lants bruijckt Herman Henricksen sjaars om 9 Philips
guldens 3 peertgen guldens facit 7 Outs 3 Sts.' Clerwaardigerwijs
duiken in de blaffaard van Stoutenburg in dat jaar een aantal percelen
op die niet onder Stoutenburg thuishoorden. De meesten daarvan waren
persoonlijk bezit van keizer Karei V. We kunnen slechts gissen waarom
dat destijds zo gedaan is. Eén van die percelen was Den Treek. 'N:36
nog die Keiselijke Majt. (keizer Karei V) de Treek met de Peerdekamp,
bruikt Henrik Teunissen om acht peertgen Gulden, elcke gulden voor 24
st: facit 4 Outs 24 Sts.'
Vijf opmerkingen:
1. In de Leusdense blaffaard is Henrick Thonissen eigenaar; in die
van Stoutenburg wordt Henrik Teunissen als bruiker vermeld. Dat kan
heel goed dezelfde man zijn geweest. Met de spelling van de namen -
en niet alleen daarmee - was men grenzeloos slordig.
2. De naam 'de Treek met de Peerdekamp' uit de Stoutenburgse blaf-
207
Voormalige boerderij Vlooswijk te Oud- Leusden
Archief: J. Renes
faard klinkt authentiek. Perks, blz. 39: 'Deze vermelding van de
paardenkamp en de oppervlakte van vijf vierendeel lands komt in vele
der latere stukken voor.' Op dezelfde bladzijde staan twee voorbeelden,
uit 1529 en uit 1700.
3. De oppervlakte van vijf vierendeels lands besloeg 20 morgen aan
akkerland. De Leusdense blaffaard noemt slechts 8 morgen. De Stouten
burgse blaffaard noemt geen oppervlakte, maar gezien het bedrag aan
oudschildgeid kan dat nooit 20 morgen zijn geweest.
4. De latere Stoutenburgse blaffaards noemen regelmatig dezelfde
eigenaars en bruikers als de Leusdense blaffaards. Ook met de namen,
zoals Perks (blz. 104) die vermeldt, is goede overeenstemming.
5. De Stoutenburgse blaffaard uit 1736 vermeldt bij Den Treek o.m.:
'En worden hier van jegenswoordigh geen ongelden onder Stoutenburgh
betaalt'Dat was de vroegste vermelding van deze aard, welke in
1786 en 1797 werd herhaald.
Naar het zich laat aanzien zijn er rond 1536 twee eigenaars geweest,
keizer Karei V en Henrick Teunissen. Deze Henrick of zijn opvolger
moet dan tussen 1536 en 1599 het andere part, waarvan hij al pachter
was, hebben opgekocht. (We weten dat Philips II de erfgenaam is ge
weest van keizer Karei V. Zijn in Utrecht gelegen goederen werden
tijdens de tachtigjarige oorlog verbeurd verklaard en kwamen in han-