222
Foto Ills Oud-burgemeester A.F.H. Buining
G.A. Leusden
Op 12 augustus vergaderde de Raad van Stoutenburg over dit verzoek
en twee dagen later de Raad van Leusden, in beide gevallen voor het
eerst onder voorzitterschap van burgemeester Schneiders.
Terwille van de duidelijkheid bezien wij eerst de discussie in de
Leusder Raad. Blijkens het uitvoerige pre-advies hadden B. UI. niet
tot een eensluidende mening kunnen komen. Het college deed wat onder
de gegeven omstandigheden gebruikelijk was: advies vragen, en wel
aan de rijksarchivaris in de provincie Utrecht, Dr. M.P. van Buijtenen.
Dit zeer interessante advies volgt hieronder in extenso:
'Aangaande het verzoek van uw College om advies inzake een mogelijk
nieuwe naam voor de samen te voegen gemeenten Leusden en Stoutenburg
en rekening houdende met opmerkingen Uwerzijds, meen ik het volgende
te mogen berichten. Over het algemeen bestaat er bij samenvoeging
van gemeenten de loffelijke tendentie om zoveel mogelijk oude en ver
trouwde plaatsnamen niet te doen verloren gaan. - Waar een sterk
dominerende en aansprekende oude naam gegeven is, valt wel een keuze
223
soms niet moeilijk is. Afkeuring verdient m.i. wèl - hetgeen soms
wordt voorgesteld - door samentrekking van componenten uit verschil
lende namen tot een toponym te komen.
Onder het aspect van te kunnen bogen op hoge ouderdom, behoeven zowel
de naam Leusden als Stoutenburg niet al te zeer voor elkander onder
te doen. In 777 Juni 8 (M. Gysseling en A.C.F. Koch, Diplomata Belgica
I, (tongeren) 1950 nr. 178 is sprake van "villa nostra nuncupante
Lisiduna".
Stoutenburg treft men aan 1259 Juni 12 als "donum sive castrum Stou-
thenburg" (F. Ketner Oorkondenboek van het Sticht Utrecht III, s-Gra-
venhage 1949, nr. 1493).
Afgezien nog van de moeilijkheden, welke ongetwijfeld zouden optreden
wanneer aan één van beide namen voorkeur zou worden gegeven, zijn er
een aantal argumenten, welke met het oog op de circumscriptie van de
geprojekteerde gemeente daartegen pleiten.
Gelijk uwerzijds reeds werd aangegeven, dekt het oude Stoutenburg
evenmin als Leusden -zij het laatste ook in zijn verschillende samen
stellingen - het gebied van de gemeente in oprichting.
Immers, de oude woonkern Leusden (Oud-Leusden) is verlengd naar
Leusbroek. Hierdoor dreigt al verwarring binnen de nieuwe gemeente,
waarbij komt dat veel groter verwarring dreigt in het postaal verkeer
in den lande en met het buitenland, als men in zijn consideratie be
trekt het feit dat Nieuwleusen, Oud Leusden en Leusenveld, dus bijna
gelijkluidende namen in Overijssel thans nog voorkomen.
Ten aanzien van Stoutenburg valt te bedenken, dat weliswaar de naam
belegen en niet onaantrekkelijk moge heten, maar dat aan deze naam
geen concentratiegebied beantwoordt, zijnde dit excentrisch gelegen
in Achterveld. Ook deze benaming lijkt nu niet direct - gezien de
betekenis - aangewezen om naar voren gehaald te worden.
Indien hiermede m.i. voldoende punten naar voren zijn gebracht om
geen van beide namen als bijzonder geschikt te beschouwen, resteren
nog twee toponymen uit het gebied, welke in eerste aanleg zouden
kunnen meedingen. Door de Kamercommissie is reeds in het geding
gebracht de naam Hamersveld. Ofschoon hier inderdaad een bewonings-
concentratie wordt aangetroffen, bestemd om zelfs een zwaartepunt
te worden in de nieuwe configuratie, zij opgemerkt, dat de oorsprong
van deze concentratie vrij jong (17e eeuw?) is en de naam in verge
lijking althans met Leusden - Stoutenburg, voor zover ons bekend,
eveneens. In overweging dient genomen, ter vermijding van mogelijk
bestaande gevoeligheden van confessionele aard, wanneer de zeer oude