MEMORANDUM
verklaring van H. Theeboom (Amsterdam, 5 september 1989)
254
Lausdan, 22 Hal 1945.
OndargataakandaKrouwar, E.F.B., la tunotenaar tar gameanta-
aacratarla dar gaaaantan lindan en StoutenDurg, verklaart bij dezen:
dat bij da bam persoonlijk bekende POLAK. Samuel, ta Amsterdam geooren od.
<:0 Octooar 1923, acbollar, wonende ta Amaterdam, Diamantstraat 43ba.,
▼an nationaliteit Nederlander, dia ala gevolg van Bultsche terreur
moast "onderduiken", in September 1942 papieren naeft verstrekt onder
oe naman en gegevens van Qoorta. Cornelius Joaephum. te Uaen(NU) geDoren
ad. 11 Haart lyi7, van Derosp kantoorbediendelaatstelijk wonende te
Leusden, 8 35, onder walks gegevens bij is ingeschrjjren in net bevolkings
register der gemeente Lauaden.
8Q33"
YV 58 '•Ni 010077
Barkonboach
I'rnna Jan
Novembar 19^6
Utrecht
NiOtRlANOf*
W 58
Ki 010077
W 58 .Nv 010U77
J, Varaaevald C U9U
Persoonsbewijs 2e exemplaar van H Theeboom (alias Frans Jan Berkenbosch)
Uit Als kind van 16 jaar moest ik in één dag volwassen zijn
255
Geboren 2 september 1926 te Amsterdam, inzake zijn onderduikperiode van 20 juni
1943 tot 5 mei 1945, waarin hij gered is door Karei en Rita Brouwer en Prof. Dr.
Adolph Hendriks.
1 Op 20 juni 1943 's morgens om vijf uur, begon de grote razzia door de Duitsers (de
Gruene Polizei) in Amsterdam-Zuid waar ik woonde in de Biesboschstraat 15 hs.
Mijn ouders en een nichtje dat op dat moment bij ons woonde, werden uit huis
gehaald en gedeporteerd. Via het doorgangskamp Westerbork in Nederland zijn zij
naar het concentratiekamp Sobibor in Polen vervoerd, waar zij direkt na aankomst
om het leven zijn gebracht. Ik heb mij in huis verscholen - zuiver een impulsieve
daad, omdat ik voelde dat wegvoering naar Duitsland het einde betekende.
De volgende dag ben ik op pad gegaan om te kijken waar ik heen kon gaan,
hoewel ik geen idee had waar ik heen moest, want we hadden geen enkele
niet-joodse relatie die bereid zou kunnen zijn mij te helpen.
2. Na enige adressen bezocht te hebben voor hulp, kwam ik uiteindelijk terecht bij een
broer van een schoolvriend (Sem Polak) van mij, Louis Polak. Deze was gemengd
gehuwd (gemengde huwelijken waren vrijgesteld van deportatie).
Zijn vrouw was niet-Joods. Ze woonden in de Hemonystraat in Amsterdam
centrum. Ik werd direkt door ze opgenomen en ze verzekerden mij dat ze mij aan
een onderduikadres konden helpen.
3. De vrouw van L. Polak had familie in de Jordaan (een bepaalde wijk in
Amsterdam), een tante, M.R. v.d. Roest, met een ongetrouwde zoon, Joop.
Ik zou daar voorlopig worden ondergebracht en van daaruit verder worden
geholpen. Ik werd 's middags door Joop opgehaald in de Hemonystraat en naar
de Egelantiersgracht 78 hs in Amsterdam gebracht. Zijn moeder heeft mij liefdevol
ontvangen en mij 6 weken in huis gehad en verzorgd.
Zij vertelde mij de eerste dag van mijn verblijf, dat Louis Polak kontakt had
opgenomen met iemand die mij zo snel mogelijk zou komen ophalen, zou mij van
goede papieren voorzien, zodat ik geen gevaar meer zou lopen bij persoonsbewijs-
kontrole. Er zijn toen geen namen genoemd, maar ik hoorde toen wel dat Sem
Polak, de broer van Louis, die mijn schoolvriend was, ook door die mijnheer
geholpen was.
Ik ben met Joop naar de kapper gegaan om mijn haar zo kort mogelijk te laten
knippen en daarna pasfoto's te laten maken, zodat ik geen moeilijkheden zou
hebben wanneer ik zou worden opgehaald.