Boekbespreking
209
5. Dr. A.Johanna Maris: 'Repertorium op
de Stichtsche Leenprotocollen uit het
Landsheerlijke tijdvak', nr.217.
6. W.F.N, van Rootselaar, 'Amersfoort
777-1580'deel 1, pag.319.
7. J.Verduin, 'Oudschildgeld Leusden c.s.
1536-1806. Leusden-Leusbroek'. Histo
rische Toegangen tot de Gelderse Vallei,
deel 14.
8. C.G.van den Hengel, pag.107.
9. W.A.G.Perks: 'Den Treek, van marke tot
landgoed', pag.29. Amersfortia Reeks,
deel 3.
10. W.van Iterson: 'De historische ontwik
keling van de Rechten op de grond in de
provincie Utrecht', pag.57. (Proefschrift
1932).
11. Gegevens ontleend aan: C.G.van den
Hengel, pag.107.
12. Oudschildgeld Leusden c.s. 1536-1806,
deel 14. Pag.69.
13. Perks, pag.51.
14. Dit kaartje is o.m. achterin het boek van
Van Iterson te vinden.
15. Mr.S.Muller: 'De Registers en Reke
ningen van het Bisdom Utrecht 1325-
1336', pag.487.
16. W.A.G.Perks, pag.52.
Kaartjes Voor de afbeeldingen 1 en 2 zijn
kaartjes gebruikt, zoals deze door dhr.H.de
Lanoy Meijer zijn hertekend op basis van
kadasterkaarten uit 1832.
In 1994 verscheen in de reeks Historische
Toegangen van de Gelderse Vallei het veer
tiende deel. Dit vormde het eerste deel van
een "trilogie" over de gegevens van de
registers van het Oudschildgeld van de
gemeente Leusden.
Het tweede deel verscheen kort daarna in
1995 (als deel 15 van genoemde reeks) en
het derde deel kwam voorjaar 1997 uit,
waarmee het drieluik afgesloten is.
De in het gemeentearchief opgeslagen
grondbelastingkohieren met gegevens uit
1536 tot de Franse tijd vormen een belang
rijke historische bron. Over deze periode
zijn 7 a 8 kohiers bijgehouden, die echter
niet aaneensluiten.Soms liggen er tientallen
jaren tussen twee opeenvolgende registers.
Door ze naast elkaar te leggen, de gegevens
over te nemen en met elkaar te combineren
(gecompileerde transcriptie), wordt er een
overzichtelijk geheel verkregen.
Per boerderij (erf) kan dan meestal aange
geven worden, wie in de genoemde jaren
de eigenaars en pachters (bruikers) ervan
waren. Ook de grootte van de boerderij,
wat land betreft is vaak bekend.
Het behoeft geen uitvoerig betoog om aan
te geven, dat deze nu volledig uitgegeven
compilaties voor diverse onderzoeksdoel
einden gebruikt kunnen worden. In de eer
ste plaats natuurlijk voor de historie van
boerderijen, maar ook voor genealogisch
onderzoek. Men vindt vaak in het kort de
geschiedenis van een boerderij op één blad
zijde aangegeven!
Het is ook duidelijk, als u het boek door
neemt, dat het samenvoegen van diverse
soms moeilijk leesbare teksten, een zeer
tijdrovend werk is geweest, waarbij soms
heel wat vindingrijkheid en doorzettings
vermogen van de samenstellers nodig was.
Deel 14 en 15 van de reeks zijn geheel door
de heer J.Verduin samengesteld. Deel 16 is,
wat betreft Stoutenburg, ook door hem
opgezet. Wat betreft Maarn en
Maarsbergen, hebben onafhankelijk van
elkaar, de heren J.Verduin en J.W.van
Maren de gegevens verwerkt en achteraf
met elkaaar vergeleken. Jammer is wel dat
van Maarn en Maarsbergen de laatste leg
ger niet verder gaat dan 1716. Ook zijn de
boerderijnamen vaak niet te achterhalen
geweest.
Een verklarende inleiding en enkele kaart
jes van het besproken gebied verhogen de
bruikbaarheid, wat zeker ook gezegd moet
worden van het alfabetisch register, dat
zowel persoonsnamen als geografische
aanduidingen bevat.
Hiermee is een stuk geschiedenis van
Leusden (en van Maarn en Maarsbergen,
dorpen, die een tijdlang bij Leusden gere
kend werden) vanuit de dode archieven
weer levend geworden, dat wil zeggen:
goed herkenbaar, leesbaar en bruikbaar.
En daar mogen de samenstellers zeker trots
op zijn!
En de lezers kunnen van hun resultaat
dankbaar gebruik maken, zoals ondergete
kende dat al vaak heeft gedaan.
Leusden, april 1997 W.Bos
Gecompileerde transcripties van het
Oudschildgeld 1536 - 1806.
Deel 14 Leusden en Leusbroek f 35,-
Deel 15 Hamersveld,Asschat,Snorrenhoef
en Donkelaar f 30,-
Deel 16 Stoutenburg (en Maarn met
Maarsbergen tot 1716) f 25,-
Uitgever: Bureau voor Familie-Historie, 't
Schilt 60, 3931 VH Woudenberg, tel.(033)-
2864170.
HISTORISCHE