'Identiteit' als sleutel in de 16de eeuw tot Stichts optreden Jaarverslag over het verenigingsjaar 246 247 ln het verenigingsjaar 1997 werd weereen aantal gevarieerde activiteiten georganiseerd. Achteraf kan de lezer van dit jaarverslag zelf toetsen welke onderdelen een succes waren, op welke terreinen nog wel verbetering moge lijk is, en misschien kan hij of zij ook wel vaststellen welke lacunes het werkplan van de HKL nog vertoont. Als leden en bestuur daar dan samen aan werken, kan onze vereniging de plaats die zij zich in de afgelopen 121/2 jaar binnen de Leusdense gemeenschap heeft verworven, nog verder uitbouwen. In het achter ons liggende jaar waren er 3 lezingen, gingen we op excursie en verscheen ons verenigingsorgaan drie keer. De jaarvergadering op 16 april werd bijge woond door 22 leden. Na de pauze sprak de heer J.J.Jehee te Soesterberg over de vraag hoe een bouwhistoricus de huizen, boerderijen en kerken in Leusden bekijkt. Precies een maand later luisterden op een vrij dagavond 36 leden naar de lezing van drs. B.G.J. Elias "een culinaire geschiedenis in vogelvlucht". Deze lezing werd gehouden tij dens een excursie naar het Culinair Museum Mariënhof. In het kader van de promotie van "het Utrechtboek" sprak drs. R.J.N. Rommes over het onderwerp: "De gouden eeuw in perspec tief; een sociaal-economische beschouwing". Dertig leden woonden deze lezing bij. Een belangrijke en door de leden bijzonder goed gewaardeerde interne verenigingsactivi teit wordt door de redactie verricht. Naast de gebruikelijke artikelen, werd voor het eerst in het bestaan van de vereniging een overzicht van onze collectie (zowel boeken als historisch materiaal) opgenomen. Mevrouw A. Aartsen-Ton verliet wegens ver huizing de redactie en na enige tijd werd haar plaats ingenomen door de heer J.A. Kruithof. Al eerder ging de ledenvergadering akkoord met de instelling van een bestuurscommissie "fonds publicaties geschiedenis Leusden". Eind 1997 konden de leden van deze commis sie worden benoemd. Het zijn de heren R Noorland, dr. A. Vroon en T. van den Wildenberg. In 1997 verschenen twee afleveringen van de Archeologische Kroniek van de provincie Utrecht, namelijk over de jaren 1990-1991 en 1992-1993. Een aantal leden maakt gebruik van de mogelijkheid deze tegen sterk geredu ceerd tarief te ontvangen. Vanaf de maand februari heeft de voorberei ding en uitvoering van een enquête onder de leden veel aandacht gevraagd. Doel was de bestaande activiteiten te evalueren, na te gaan aan welke nieuwe behoefte bestaat en te zien welke leden zich hiervoor beschikbaar willen stellen. Enkele bestuursleden bezochten contactdagen van de Stichting Stichtse Geschiedenis met als doel onderling overleg tussen verenigingen uit de provincie. Verder is de vereniging vertegenwoordigd in het algemeen bestuur van de Stichtse Historische Reeks. Aan de inventarisatie van geschikte personen van de Eemlandbiografieën werd bijgedragen door namen uit de lokale geschiedenis voor te stellen. Ook bij de daaropvolgende redactione le werkzaamheden is een bestuurslid betrok ken. Aan een initiatief van Oud Utrecht om in het maandblad aandacht te besteden aan histori sche plaatsen in Utrecht werd meegewerkt door namen van schrijvers voor te stellen. Een artikel van J. Verduin werd in het maandblad Oud Utrecht opgenomen. Met de provinciale werkgroep kadastrale atlas werd regelmatig overlegd over de Leusdense uitgave, waarbij de HKL medeuitgever is. Veel energie moest besteed worden aan het vinden van de noodzakelijke plaatselijke sponsors, omdat zonder fondsen een uitgave niet moge lijk zal zijn. In samenwerking met de gemeente Leusden werd ook dit jaar weer de Monumentendag georganiseerd. Deze dag is tot onze tevreden heid verlopen, al hadden er meer deelnemers kunnen zijn dan de getelde 125-150. Ook aan de Culturade werd meegedaan. De voorzitter van de HKL had zitting in de stichting Leusden promotie i.o. De vereniging was vertegenwoordigd bij de presentatie van het project Sabine (Stichts Algemeen Bibliografisch Netwerk) bij 350 jaar Aschat en bij de installatie van burge meester drs. C. J. G. M. de Vet, In een enkel geval werd aan de gemeente Leusden een gevraagd advies uitgebracht. Inzake de plan nen tot grenswijziging in Stoutenburg oordeel de het bestuur dat initiatieven niet tot de speci fieke taak van de vereniging behoorden. Llewellyn Bogaers Inleiding In het kort zal ik u een beeld schetsen van wat in mijn bijdrage aan de Geschiedenis van de Provincie Utrecht over het zestiende-eeuwse Sticht aan de orde komt. Uitgangspunt is waar Stichtenaren in die gedenkwaardige eeuw van reformatie en opstand hun identiteit aan ont leenden. Of anders gezegd, wat toen voor het gevoel van eigenwaarde belangrijk was. Het hoofdstuk begint in 1528, het jaar waarin het Sticht deel gaat uitmaken van het Habsburgse rijk en het eindigt met de politieke en religieu ze verwikkelingen in de jaren tachtig. Aan de drijfveren en motieven van de betrokken par- tijen wordt veel aandacht gegeven. In dit verenigingsjaar was één bestuurslid aftredend. De heer W. Bos stelde zich herkies baar en werd herkozen. In het dagelijks bestuur zaten de heren C. H. M. Coenen (voorzitter), R. Polak (secretaris), J. van Laar (penningmeester). De heren J. M. Blom, W. W. van Kooij en R. G. J. van de Weerdhof completeren het bestuur. Het bestuur heeft veel gesproken over de vraag hoe nieuwe initiatieven te ontplooien en daarvoor enthousiaste betrokkenheid op te wekken. Daarbij is geconstateerd dat weinig leden mogelijkheden zien om zich actief voor de vereniging in te zetten. Een oproep zich voor een monumentcommissie beschikbaar te stellen leidde niet tot resultaat. Het bestuur heeft wat dit betreft ook de eigen beperkingen ervaren en zaken moeten laten liggen. Het is evenwel nodig om met nieuw elan verder te gaan. Anders dreigt de vereniging verder te vergrijzen en het ledental te dalen. Nieuwe leden meldden zich wel aan, maar door over lijden en verhuizing nam het ledental af van 240 tot 229. 1528 was een gedenkwaardig jaar voor het Sticht: de factiestrijd die in 1525 begonnen was, had geleid tot gewapend verzet tegen de verkozen bisschop Hendrik van Beieren. In het nauw gedreven was deze een bondgenootschap aangegaan met de Habsburger Karei V, aan wie hij de wereldlijke macht over het Sticht in het vooruitzicht had gesteld. Op 21 oktober 1528 kwam aan de relatieve autonomie van het Sticht een einde: op deze dag vond de overdracht van de temporaliteit plaats, een gebeurtenis die met ceremonieel en festivitei ten gepaard ging. Voortaan zou deze dag elk jaar met een processie herdacht worden. van de Historische Kring Leusden Interne activiteiten Externe activiteiten Bestuur Het Sticht onder landsheer Karei V

Historische kranten - Archief Eemland

Historische Kring Leusden | 1998 | | pagina 3