Revolutie in Stoutenburg 6. B.Shelter van Bath. 'De agrarische geschiedenis van West-Europa 500- 850', pag. 165. 7. J.Verduin. 'Waar zijn het Paardjesgeld en Hondenkoren gebleven?' Historische Kring Leusden, 12e jaarg.nr.2, pag. 113. 8. J.Verduin. 'De derde garve in Leusden en Stoutenburg'. Historische Kring Leusden, 14e jaargang nr. 1. 9. Ik laat de opcenten van twee stuivers per oudschildstuk t.b.v. het waterschap 'De Eent met aancleve van dien' buiten beschouwing. 10. 'Signum', jaargang VlII-nummer 4. 'Het gebruik van anachronistische begrippen als eigendom en erfpacht voor de middeleeuwse rechten op onroerend goed', pag.121 e.v. M.W.J.de Bruijn. 11De eerste overdracht van het gerecht - en dan betrof het nog alleen maar Asschat - heeft in 1648 plaatsgevonden. 12. G.van Leeuwen en J.Verduin. 'Terug in de Tijd', pag.29. Uitgave in eigen beheer. 13. Gesch.v.d.prov.Utrecht, deel 2, pag.23. J. Verduin 1. Het volk komt aan de macht De Franse troepen trokken in januari 1795 over de bevroren rivieren ons land binnen en zouden nu ook het onaanzienlijke Stoutenburg de zegeningen van de revolutie gaan brengen. Onze bondgenoten, de Engelsen, waren met behulp van hun vloot tijdig ontsnapt, met achterlating van schul den en geplunderde boerderijen. De ambachtsheer van Stoutenburg - baron Petrus Leonardus Heilmann - werd door het kersverse revolutionaire bewind van zijn voorrechten vervallen verklaard. Hij mocht echter zijn bezittingen behouden, waaronder de boerderijen Groot Stoutenburg, Klein Stoutenburg en De Korte Niep, en ging het vak van herenboer beoefenen. Zijn rol op politiek gebied was uitgespeeld. Ook de schout werd afgezet. Er moest zelfbestuur komen en dan zou het snel allemaal veel beter gaan, zo werd in brede kring gedacht. 'Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap' was de modieuze leus. Er werd uit de Stoutenburgse bevolking van nog geen vierhonderd zielen een voorlopig bestuur samengesteld dat een 'Concept Reglement' voor het nieuwe gemeentebe stuur en meteen ook de eerste verkiezingen moest voorbereiden. Elke man van boven de twintig jaar kreeg in principe kiesrecht, maar personeel en bedeelden waren automa tisch van stemrecht uitgesloten. Het vrou wenkiesrecht moest nog meer dan een eeuw wachten. Het was echter voor die tijd - we zijn nog in de 18e eeuw - een enorme stap naar een meer democratisch bestel: echte verkiezingen! Dat was nog nooit vertoond. Het zou dan ook al gauw meerdere stappen te ver blijken. Hoe men met de weerbarstige stof heeft geworsteld blijkt uit een anoniem geschrift, waarin we de hand van een voor aanstaand 'burger' - Jan van Brinkestijn - menen te herkennen. Een kort citaat: - Een en) doen een generale oproepingh om een Niewe meuniciepaliteit (municipa- liteit of gemeenteraad) te kiesen En dat wel bij proeviesieneel provisio neel of voorlopig) voor een jaar vast te stellen van den 1 januarij 1796 tot den eerste januarij 1797 tog sal de Volg Stem de volkstemming) sijn kragt behouden om met het halfjaar of met het vierdel- jaars kwartaal) een niewe oproeping te doen en de Meunieciepaalietijd te veranderen.- Het voorstel behelsde de instelling van een voorlopig bestuur voor de periode van een jaar. De kiezers mochten echter, desgewenst ieder kwartaal, een andere raad kiezen. De soep werd niet zo heet gegeten als zij werd opgediend. Het definitieve stuk werd op dat punt aanmerkelijk afgezwakt. Op drie april 1796 was het eindelijk zover. Het was op een zondag. Men kwam met ca.40 man in de herberg De Ruijter voor een eerste 'Grondvergadering' of algemene vergadering bijeen. De secretaris Herman van den Hengel notuleerde. We nemen enkele punten van Herman over. Let ook op het revolutio naire elan van termen als Burger, Volk en Munieipaliteit: - Art.2 Is door eenpaarlijke stemmen ver- kooren den Burger H.van den Hengel, als secretaris en schoolmeester voor de tijt van zes jaaren ingaande den 3 april 1796. - Art.4 Is het concept Reglement van wegens het bestuur voor geleesen, en is door de geheele vergadering goet gekeurt. - Art.5 Is het volk overgegaan tot het ver- kiesen van een schout en gadermeester. (de twee tunkties van schout en van belas- tinginner waren in Stoutenburg altijd in dezelfde hand geweest), vijf leeden der munieipaliteit en bode. - Art.6 Is tot schout en gadermeester ver- kooren den Burger Jan.G.van Ruijtenbeek met 39 stemmen, maar hij versogt 14 dagen uijtstel om zig daar over te beden ken eer hij sijn amt an neemt, het welk hem door het volk is geaccordeert toe gestaan). - Art.7 Zijn door meerderheijd van stem men verkooren tot leeden der munieipali teit, Jan A.van Brinkenstijn met 28 stem men, Lambert G.Bieshaar met 25, Goossen K.Wijntjes met 24. Hendrik P.van den Breemert met 22, Geerlof RVendelo met 20.- Die vijf leden waren niet de minste onder de Stoutenburgse mannen. Goossen K.Wijntjes was de dorpstimmerman en had daarmee de geringste status. Zijn huis stond aan de Stoutenburger Allee, de huidige Stoutenburgerlaan. De overige vier waren boeren op gerenommeerde boerderijen: Jan A.van Brinkenstijn op Ommerens Daatselaar, Lambert G.Bieshaar op Groot Emelaar, Hendrik Rvan den Breemert op 2e Koedijk en Geerlof P.Vendelo op Vendeloo's Daatselaar. De populaire Jan van Ruijtenbeek durfde het schoutsambt niet aan. Dat bleek nogmaals op zondag 24 april bij de volgende grond vergadering, die dit keer in de tapstede De Gort plaatsvond: - Art. 1 Is den Burger Jan G.van Ruijtenbeek door den president algevroe- gen of hij het sellouts amt aanneemt of niet, waar op hij tot antwoord gaf van neen. - Art.6 Is de verkiesing van een schout en gadermeester uijtgesteld tot nader beschijd.- Er is een typerend briefje bewaard gebleven dat Jan van Ruijtenbeek op deze vergade ring zal hebben voorgelezen: - meede Burgers, het is mij zeer lief en aangenaam te zien en te hooren het vertrouwen dat gij lieden in mijn steld, in waarhijd meede broeders, het is pas een begin van de vrijhijd, daar is nog zo veel ligt en kunde nodig, om alles op het regte spoor te brengen - den verstandigste weet tot nog toe geen door- zigt hoe dat hij alles goet zal bewerken, hoe veel te min ik dan een onkunde en minverligte burger, daarom zo vind ik mijn verpligt U.L. meede burgers daar voor te bedanken, om reeden dat ik mijn niet compabel erken, om die mijn opge-

Historische kranten - Archief Eemland

Historische Kring Leusden | 1998 | | pagina 12