Waar was dat
dragen post wel en na behooren te beklee-
den. -
Op 23 mei van dat jaar doet de gewetens
volle Jan van Ruijtenbeek alsnog een tegen
voorstel:
Ik zal mijn post die mijn door het volk op
gedragen is gewillig aan neemen mits ik
van de Representanten des Lands de
nieuwe landelijke volksvertegenwoordi
gers) voor aangenaam verklaard word en
als ik mijn documenten die tot de buurt
Stoutenburg) behoren kan krijgen -
Van Ruijtenbeek gaat niet over ijs van een
nacht en besluit voorzichtig:
- En alles moet blijven zoo als het van ouds
bij den schout (de in 1795 afgezette
schout) gebruijkelijk is geweest: en als
den post mijn te zwaar valt, dan moet ik
met twee jaar los kunnen ontslag kun
nen nemen), maar de buurt (de gekozen
vertegenwoordigers) moet volgens het
Reglement zes Jaar vast staan. Heijl en
Broederschap. -
De vergadering ging accoord en Jan van
Ruitenbeek werd schout en gadermeester.
Het tempo zat er goed in. De boeren kwa
men op die 23e mei al voor de derde keer
bij elkaar sinds begin april. Dat betrof stee
vast de zogeheten volksvergaderingen, die
vooral vanwege de verkiezingen moesten
worden gehouden. Het dagelijks bestuur
werd door de vijf al eerder genoemde muni-
cipalen gevormd. Dat moet een gezellig en
wat rommelig clubje zijn geweest, met de
getapte timmerman Goossen Klaas Wijntjes
als gangmaker. Je komt zijn naam later
regelmatig tegen als Stoutenburg naar buiten
toe moest worden vertegenwoordigd of als
er intern een klusje moest worden opge
knapt. In de notulen van 27 april 1796 zien
we Goossen in een glansrol:
- Art.3 ls Goossen K.Wijntjes beboet vol
gens het Reglement om dat hij te laat is
gekomen in de vergadering.
- Art.4 Heeft Goossen K.Wijntjes den
President J.A.van Brinkenstijn en Geerlof
Peelen beboet, omdat zij de sleutels van
de Gerechts kist vergeeten hadden, het
welk in een omvraag gebregt is, en door
meerderhijt van stemmen (drie tegen
twee!) bevonden schuldig te zijn. (Dat
was lik op stuk van Goossen).
- Art.5 Heeft G.K.Wijntjes, den President
en Geerlof Peelen hunne boeten betaald,
en eenpaarlijk verteerd(!).
Och ja, men vergaderde in een tapstede, er
was zelfbestuur zodat men eigenhandig over
de bestemming van de boetebedragen kon
beslissen, het vele gepraat had dorstig
gemaakt, en daar gingen we dan:
- Hoog het glas en leve de revolutie! -
Onze vorige opgave was kennelijk te moei
lijk. We ontvingen geen enkele oplossing.
Waar het was? Een zijpad van de
Zwarteweg naar een boerderij in het Ruige
Veld. De boerderij staat er nog, in de Zuid-
Westhoek van het Ruige Veld, alleen is zij
woonhuis geworden.
De nieuwe opgave:
Waar situeert u deze koetsjes?
Oplossingen naar: Redaktie Historische
Kring, p/a Mulderskolk 46, 3833 KR
Leusden.
Voor (een van) de goede oplossing(en) is er
een boekenbon van 25,-.
(wordt vervolgd)