Eeuwige erfpacht in Leusden Garage Kleinveld is de enige die in Achterveld brandstof mag verkopen. Het was eerst de vraag of er ook LPG verkocht mocht worden. De gemeente vond van niet, er stonden te veel woningen dichtbij. Kleinveld heeft dit tot bij de Raad van State aangevochten, en kreeg daar uiteindelijk z'n gelijk. gekookt rook je dat de volgende dag door heel de garage." De heer A.R.H.Kleinveld (zoon van sr.) ver telt dat er vrijwel nooit werd geadverteerd voor personeel. Er werd een lijst bijgehou den van mensen die te kennen hadden gege ven er wel te willen werken. Het personeel is heel trouw: 25, 30 en 35 jaar in dienst is geen uitzondering. Jan Verduin 1. Een oud geschil De boeren in Leusden waren in de latere middeleeuwen horig. De horige boer had op zijn hoeve een zakelijk recht van gebruik dat ondeelbaar was. Dat recht ging na de dood van de boer meestal over op één zoon en bij gebrek aan een zoon, aan de oudste dochter. De horige was 'aan de grond gebon den', zoals de term luidde, en mocht zonder toestemming van zijn heer, die op een cen trale hof woonde, niet naar elders vertrek ken. Als tegenprestatie voor het gebruiks recht van de hoeve moest de horige belastin gen betalen, oudtijds in natura en later ook in geld. Verder was hij verplicht hand- en spandiensten voor zijn heer of voor diens hof te verrichten. Dit hofstelsel werd aan het einde van de middeleeuwen vervangen door het pachtstel sel. Daar is veel over geschreven. Een citaat (1): - Bij Van der Linden (2) staat, hoe in Leusden en Leusbroek de overgang van hof- horigheid naar pacht, ja van horige naar eigenaar in één klap moet hebben plaats gegrepen. In tegenstelling tot Van Iterson (3) gelooft hij niet in sluipsgewijze onwille keurige overgang van pacht naar eigendom, en kan hij zich niet voorstellen, dat eigena ren vergeten wat hun eigendom is, en dat pachters vergeten dat zij landheren hebben en slechts huurders en geen eigenaren zijn van de hoeve. - Dat probleem, de overgang van het hofstel sel op het pachtstelsel, vormt het onderwerp van dit artikel. Ik vertel er meteen bij dat ik mij tot de grote lijnen in Leusden beperk. De gang van zaken kan elders heel anders zijn geweest. 2. Belastingregisters uit 1536 Belastingregisters uit 1536 - de zogenaamde Blaffaards van Oudschilden (4) - leveren een aantal belangrijke gegevens op. 1. De eigenaren van de boerderijen in Leusden woonden dat jaar bijna alle in de steden Amersfoort en Utrecht. 'Boerenland in boerenhand' was nog uitermate schaars. Ter illustratie een tabel van 'De verdeling eigendom landbouw grond omstreeks 1540' (5). Asschat, Hamersveld en Stoutenburg staan op de onderste drie rijen. De verdeling in de overige Leusder gerechten - die van Oud-Leusden, Leusbroek, Snorrenhoef en Donkelaar - laten een soortgelijk beeld zien. 2. De eigenaren van die boerderijen betaal den een belasting van een merkwaardige opbouw. We komen in 1536 o.m. de vol gende elementen tegen: - betalingen met de 'derde garve', het 1 /3e deel van de graanoogst. Dat was een vroeg-middeleeuwse belasting in natura (6). - betalingen in de vorm van het 'paard- jesgeld en hondenkoren' (alleen in Leusden en Leusbroek). Dat waren afkoopsommen voor middeleeuwse hand- en spandiensten, die destijds door de horige boeren moesten worden verricht (7). - betalingen in geld, en dan overwegend in voor dat tijdsgewricht moderne mun ten: a. de goudgulden of gouden gulden van 1451; b. de Philips gulden van 1498; c. de Carolus of Kareis gulden van 1521.

Historische kranten - Archief Eemland

Historische Kring Leusden | 1998 | | pagina 9