Archeologische Werkgemeenschap
voor Nederland
Landgoederen van de Gelderse Vallei
Afdeling Vallei en Eemland
Secretariaat: Frans Tromplaan 22, 3871 EN Hoevelaken, tel.033-2534729.
J.G.van Ruijtenbeek schout Hendrik Peter van den Bremert
praeses Jan van Brinkesteijn Geerlof Peelen
Lambert Gerritsen Goossen K Wijntjes
In de Gelderse Vallei liggen verschillende
landgoederen. Op sommige daarvan staat
nog een fraai landhuis. Hier en daar ligt
alleen nog maar een stuk bos met een oud
hek van de oprijlaan, een herinnering aan
een glorieus verleden. We mogen van geluk
spreken, dat veel grootgrondbezitters eeu
wenlang natuur en landschap de bescher
mende hand boven het hoofd hebben gehou
den, want daaraan hebben we de landgoede
ren te danken. In boeken over kastelen en
buitenplaatsen van Nederland wordt nauwe
lijks gerept over de landgoederen in de
Gelderse Vallei. Bij elkaar zijn het er nog
heel wat. Jarenlang hebben we in onze vrije
tijd die landgoederen bezocht en de meest
bijzondere zaken in beeld gebracht.
Natuurlijk hebben we aandacht besteed aan
het landschap en aan de planten en dieren
die er te vinden zijn. Ook de geschiedenis
van de buitenplaats en de vroegere bewoners
heeft onze belangstelling. Je kunt het zo
langzamerhand beschouwen als een levens
werk. Interessant is dat op sommige land
goederen nog restanten te zien zijn van de
vroegere rechtlijnige Franse tuinaanleg. De
meeste parken zijn na 1813 vergraven in de
Engelse romantische landschapsstijl, her
kenbaar aan: vijvers met eilandjes, kronkel
paden en exotische bomen. Talloze luchtop
namen geven een goed beeld van het
patroon van het park. Het avondvullende
programma is een rondgang langs zeventien
landgoederen in de Gelderse Vallei.
Begin dit jaar ontdekte Jaap Wisse uit
Barneveld nabij de molen Kallenbroek
(Terschuur) zandhopen op een akker. Bij
nadere inspectie (namens de afdeling Vallei
en Eemland van de Archeologische
Werkgemeenschap voor Nederland - A.W.N.
-houdt hij zich bezig met o.a. veldverken-
ningen in de regio) bleken deze zandhopen
vrij veel aardewerk te bevatten uit de 13e en
14e en waarschijnlijk 12e eeuw. Uit de
zandhopen kwam ook een stenen bijl tevoor
schijn.
De scherven, alsmede enkele metaalvond
sten, en de bijl bleken afkomstig uit een
bouwput aan de Hamersveldseweg in
Leusden. Bij navraag bleek ook op een
akker elders zand uit deze bouwput te zijn
gestort. Daar werden dezelfde soort scher
ven aangetroffen. Op de plaats van de
bouwput stond inmiddelds het bedrijfspand
van het auto-schadebedrijf fa. Herder, zodat
op die plaats geen verder onderzoek moge
lijk was.
Naar verluidt zal op hetzelfde terrein t.z.t.
nog meer worden ontgraven ten behoeve van
bedrijfsruimte.
Dat in de directe nabijheid al zo vroeg
bewoning is geweest was niet bekend. Er is
geen reden om aan te nemen dat er een rela
tie is met omliggende boerderijen, hoewel
namen als "Het Klooster" en de verdwenen
boerderij "De Grote Kapel" op een aanzien
lijke ouderdom lijken te wijzen. De naam
"Het Klooster" is volgens A.J.van Kooij
overigens pas vorige eeuw aan deze boerde
rij gegeven.
Het is evenwel niet uitgesloten dat de scher
ven afkomstig zijn van voorgangers van
genoemde boerderijen, zo die er zijn
geweest in die tijd, maar ieder bewijs
daarvoor ontbreekt.
Dat de stenen bijl in dezelfde grond werd
aangetroffen is louter toeval want dit type
bijl, een zogenaamde Fels oval Beile, stamt
uit het Midden Neolithicum of Nieuwe
Steentijd (ca. 3700 voor Chr.). Wel mag
worden aangenomen dat in die tijd de mens
daar is geweest, temeer omdat in deze con
treien meer prehistorische vondsten zijn
gedaan.
De vondsten zijn gemedl bij en besproken
met de Rijksdienst voor Oudheidkundig
Bodemonderzoek (R.O.B.) en de archeoloog
voor en namens de provincie Utrecht.
Inmiddels is in de hal van het bedrijf aan de
Hamersveldseweg een kleine vitrine inge
richt met een selectie van de vondsten.
Dit is een voorproefje van de lezing die de
heer G.de Graaft' op 3 maart 1999 in "De
Kom" komt houden over bovenvermeld
onderwerp. L" bent hierbij van harte uit
genodigd.
Afbeelding I.
Handgemaakt grijs middeleeuw s aardew erk
zogenaamd kogelpotaardewerk, met diago
naal aangebrachte geultjes met de vinger.
Deze versiering is kenmerkend voor onge
veer de periode 1200-1300.