het Latijn. Deze Latijnse school was een goede voorbereiding voor de universiteit in Leiden of Utrecht. De leerlingen van zo'n Latijnse school waren afkomstig uit de bovenlaag van de bevolking en kwamen dik wijls van heinde en verre naar de stad. De meeste Hollanders en Utrechters ontvin gen enkele jaren scholing op de hervormde school en kwamen niet verder dan de eerste beginselen van het lezen en schrijven, en waren voor het vijftiende levensjaar gedwongen om aan het werk te gaan. De beroepskeuze werd daarbij in de steden in sterke mate ingesnoerd door de invloed van de gilden en het stadsbestuur. In de dorpen was de beroepskeuze nog sterker afhankelijk van de tradities en de bestaansmogelijkhe den. Trouwen Het huwelijk was het allesoverheersende levensdoel van de toenmalige Hollanders. In de regel vond het op betrekkelijk late leef tijd plaats, omstreeks het vijfentwintigste levensjaar, en veelal ging er een zorgvuldige partnerkeuze aan vooraf. Factoren van door slaggevend belang bij de keuze van een achtgeno(o)t(e) waren vooral gemeenschap pelijkheid van geloof, sociale achtergrond en leeftijd. Alhoewel lang niet alle huwelij ken een succes bleken, fungeerden de heilig heid en de onontbindbaarheid ervan - ofschoon een scheiding van tafel en bed niet was uitgesloten - als cement van de samen leving. Om deze stabiliteit en continuïteit te waarborgen werden allen die inbreuk maak ten op de normen van het christendom, te schande gemaakt, zowel door de kerk als door de samenleving. Dood en begraven De dood waarde in deze samenleving alom rond. De Stichts-Hollandse bevolking werd er in dit tijdvak veel frequenter en directer mee geconfronteerd dan de nakomelingen in later eeuwen. Praktisch ieder gezin maakte er door het vroegtijdig overlijden van echt genoten of kinderen kennis mee. Welke invloed dit op de onderlinge genegenheid uitoefende, is niet na te gaan. Van het weg drukken van de dood uit het dagelijks leven was in deze tijd nog geen sprake. De begra fenisplechtigheid was een publiek gebeuren, waaraan een aanzienlijk gedeelte van de gemeenschap deelnam. De status, rijkdom en maatschappelijke positie van de betrok kenen stonden bij de dood in het centrum van de belangstelling. De maatschapppelijke verschillen waren tot in de dood, letterlijk tot in het graf, belangrijker dan de godsdien stige tegenstellingen. Katholieken en prote stanten rustten in naast elkaar gedolven gra ven; de rijke en aanzienlijke burgers hadden hun grafkelders en graven in de kerk. De minder vermogenden en de armen vonden een laatste rustplaats buiten de kerk: op het kerkhof of buiten de bebouwde kom Buurten Veel zaken die tegenwoordig door de over heid worden geregeld, werden vroeger door de 'buren' onderling aangepakt. Naast tal van gebruiken en gewoonten werden er door de bewoners van buurten regels vastgelegd om het gemeenschapsleven enigszins soepel te laten verlopen, bijvoorbeeld ten aanzien van vechtpartijen en begrafenissen. Ter handhaving van een en ander werden in diverse steden in iedere buurt buurtschouten of wijkmeesters benoemd. Toezicht op de moraal De invloed van de kerk op het dagelijks leven was alom aanwezig en daarmee heel wat groter dan nu. Dit gold voor zowel de protestantse als voor de katholieke burgerij. De protestantse kerk streefde op zondagen en op de vele feestdagen absolute zondags rust na, waarbij het in ieder geval tijdens de kerkdiensten verboden was om enig ambacht uit te oefenen en om een bezoek aan de plaatselijke herberg te brengen. Bovendien hield de protestantse kerkenraad strikt toezicht op de moraal en goede zeden van de gemeenteleden. Men ging uit van de vraag: stemt het gedrag van de gelovigen overeen met de beginselen van de "ware religie"? Wie bijvoorbeeld teveel dronk of op een andere wijze 'ergerlijk' gedrag ten toon spreidde, werd door de kerkeraan 'gecensureerd' en hem of haar werd de toe gang tot de kerk of tot het avondmaal enige tijd ontzegd. Vaak was de ongelukkige dan mikpunt van het roddelcircuit. Literatuursuggesties Brugman, J.A., "Dagelijks leven", hoofstuk VII in: Besouw, G,van (e.a.), "Montfoort. geschiedenis van een kleine Utrechtse stad 1670-1750" Stichts-Hollandse Bijdragen 19(1988) 211-279. Deursen, A.Th.van, "Een dorp in de polder. Graft in de zeventiende eeuw", Amsterdam 1995. Deursen, A.Th.van, "Mensen van klein ver mogen. Het kopergeld van de Gouden Eeuw", Amsterdam 1991. Noordam, D.J., "Leven in Maasland. Een hoogontwikkelde plattelandssamenleving in de achttiendeen het begin van de negentien de eeuw", Hollandse Studiën 18, Hilversum 1986. Bronnensuggesties Bronnen voor de geschiedenis van het dage lijks leven in de zeventiende tot de twintig ste eeuw zijn zeker niet alleen de voorlopers van het bevolkingsregister, de 'doop-, trouw en begraafboeken'. In de archieven is het een en ander bewaard gebleven over de per soonlijke levensloop. Het verzamelen van gegevens vraagt om geduld en inzicht, want het materiaal zit verstopt in veel verschillen de archieven (die veelal om andere, vaak bestuurlijke redenen zijn ontstaan). Gegevens kunnen, mits men zeer gericht zoekt, op lokaal niveau en voor een afgeba kende tijdsperiode (een deel van een eeuw) bij elkaar worden gesprokkeld uit tal van archieven, onder meer: - plaatselijke bestuur: notulen, correspon dentie en reglementen van de vroedschap, gemeenteraad; - belastinggegevens (kohieren van huisgeld, familiegeld) en volkstellingen (vanaf 19e eeuw); - kerk (kerkeraadsnotulen); - civiele en criminele rechtspraak: notulen en processtukken; - notarissen: boedelbeschrijvingen, testa menten. Daarnaast kunnen incidentele bijzondere archiefdocumenten het verhaal van de men selijke levensloop inkleuren, zoals: - egodocumenten (dagboeken, brieven, geschriften etc.); - persoons- en familiearchieven; - kronieken, pamfletten, schotschriften. Zo op het oog lijken dit toevalstreffers. Echter, vaak zal het oog er, niet toevallig, op vallen als men gericht, vanuit een bepaald doel/vraagstelling met een historisch onder zoek bezig is. (Dit is een samenvatting van de lezing die drs.J.Brugman op 19 november j.l. heeft gehouden in "De Kom". Hij voegde litera tuur en bronnen-suggesties toe.)

Historische kranten - Archief Eemland

Historische Kring Leusden | 1998 | | pagina 12