Revolutie in Stoutenburg Laanen, breed, bedwelmend hoog! Populieren, steil gewassen. Planten, die het oog verrassen, Weêrgekaatst in zuivre plassen, Hupplen in den waterboog. STOUTENBURGH. Stoutenburgh! schoon kasteel! Wat verrukkend tafereel Maalt gy, voor myn staarende oogen! Had ooit schilderkonst vernogen. Dat te treffen op 't paneel? 't Zy wy uwe lustgebouwen, 't Zy wy uw plantsoen beschouwen, 't Zy wy ons spieglen in de Beek, Murmlend langs uw groene zoomen; 't Zy wy aan uw vyvers komen. Of den berg zien, door uw boomen, Roepen wy; "wat schoone streek"! door J.Verduin 2. Herman schrijft een aanbevelingsbrief In het revolutiejaar 1795 werd schoon schip gemaakt, ook in Utrecht. De Gedeputeerde Staten werden van hun taak ontheven en vervangen door 'De Repraesanten des Volks van den Lande van Utrecht'. Nu zou alles beter gaan: 'Dan, daar thans het geheel voor- ig bestuur veranderd is, daar Vryheid en zui vere Gelykheid zyn. daar ieder der burgers een gelyk regt hebben, niet alleen om zyne vertegenwoordigers te kiezen, maar ook om van dezelve nu op gepaste wyze verant woording van hun gedrag te helpen vorde ren. daar dus nu alle vrees voor het ondraag- lyk juk der familie-regering uit deeze gewesten gebannen is...', zo jubelde een aan hanger van de nieuwe orde. Men maakte ernst met de omwenteling: - (3 July 1795). Dat Wij alle remotien, aan stellingen van Municipaliteiten gemeen teraden) of Mindere Ambtenaren, welke uit partijschap in den Godsdienst zijn voortge- koomen, voor onwettig zullen houden. - (de Staatskerk werd afgeschaft); - (31 July 1795). Dat niemand, wie hij ook zoude mogen zijn, zal mogen dragen het zy tot Kleeding, veel min tot sieraad eenige stoffe van de thans bij de goede Ingesetenen zoo zeer gehaate, en by ons als een oproer- leus beschouwd wordende Orange kleur. - In de vorige aflevering van 'Revolutie in Stoutenburg' hebben we gezien dat de eerste grondvergadering van de Stoutenburgse mannen op zondag 3 april 1796 in De Ruyter bijeenkwam. Er werd uit eigen kring een 'municipaliteit' of gemeentebestuur gekozen. De aanstelling van een schout liet echter op zich wachten omdat de beoogde kandidaat, de sympatieke Jan G.van Ruijtenbeek, zichzelf als 'een onkundige en minverligte burger' beschouwde en zich niet capabel achtte 'om die mijn opgedragen post wel en na behooren te bekleeden'. Uiteindelijk is Van Ruijtenbeek toch gezwicht. Openbaar onderwijs was een typisch stok paardje van de revolutie en daarmee van de nieuwe overheidszorg. Stoutenburg mocht niet achterblijven. Tijdens de eerste grond vergadering, die van zondag 3 april in de tapstede De Ruyter, werd onder meer het volgende vastgelegd: - Art.2. Is door eenpaarlijke stemmen ver- kooren den Burger H: van den Hengel als secretaris en schoolmeester voor de tijt van zes Jaaren ingaande den 3 april 1796. - - Art.3. Heeft het volk versogt de kinderen dewelken uijt den armkas genieten, voor niet te leeren, is geaccordeert en verders dat den meester niet langer gehouden zal zijn om school te doen als een half jaar, als van allerheijligen tot de maand mijn mei) van ieder Jaar. - (algemeen onderwijs, ook voor de armsten). De aanstelling van Herman van den Hengel tot secretaris was een interne Stoutenburgse aangelegenheid. Zijn aanstelling tot school meester behoefde echter de goedkeuring van de nieuwe machthebbers in Utrecht. Dat varkentje werd in Stoutenburg vakkundig gewassen, gezien het concept van de uitgaande brief: - Burgers Representanten - Wij ondergeteekende Schout en municipalen (=gemeenteraadsleden) van Stoutenburg geven zeer ootmoedelijk te kennen zoo wij verstaan hebben uijt het school Reglement, dat aan het committé van publieq onderwijs de magt wordt toe geschreven om in alle plaatsen dorpen en distrecten de school meesters of schoolmeesteressen af of aan te stellen en daar ons District noijt geen schoolmeester gehat heeft, als een daghuur der die 'swinters school gehouden heeft in een of ander schaaphok zoo goet als hij kon: zoo heeft het vrije volk van Stoutenburgh goet gevonden den 3 April 1796 een secreta ris te verkiesen gelijk zij toen ter tijt gedaan hebben, welke daarbij gehouden is om de zes wintermaanden school te houden, daar voor geniet Jaarlijks 50 gulden waar voor hij zijn eijgen huijs en school moet huuren en de arme kinderen pro Deo leeren en daar dit district niet vermogend genoegt is om een schoolmeester te houden gelijk andere dor pen en wij nu een man hebben, daar wij niets op te zeggen weeten en de ganschen buurt mee vergenoegt is van wegen zijn gedrag en het onderwijs dat hij geeft aan de kinderen in het leesen en schrijven zoo ver soeken wij zeer ootmoedelijk om den zeiven hier te mogen houden en daarbij is dese man zeer gebrekkelijk, die anders zijn brood niet wel kan winnen en om dese reeden zoo houd hij zomer en winter school hetwelk een groot geluk voor dese buurt is daar anders de ouders genootsaakt zijn hunne kinderen na Amersfoort, hoevelaken, berre- veld of elders te stuuren, hetwelk niet te doen is, om het gevaar van de beeken en slooten die bij ons zijn. - hijl en broederschap - Daar konden ze in Utrecht onmogelijk 'nee' op zeggen. Resteert de vraag wie deze lof- brief heeft opgesteld. Stijl en handschrift laten zien dat onze Herman als eerste en enige daarvoor in aanmerking komt! 'Wie zichzelf helpt, helpt God', nietwaar? De officiële aanstelling van Herman tot secretaris werd nog afzonderlijk bekrach tigd: - De stemgerechtigden Burgers in en opges- etenen van Stoutenburgh na een voorafgaan de bekentmaking tot Stoutenburgh in de Ruijter aldaar waaren opgeroepen op Zondag den 3 April 1796 tot het verkiesen van weegens het Bestuur over de Dorpe van Stoutenburgh en deszelfs district, hebben aldaar bij meederheid van stemmen ver- koosen den Burger H:van den Hengel als Secretaris en Schoolmeester, derhalven geven wij aan den voornoemde H.van den Hengel alle zodanighe magt en authoriteid als een Secretaris van deze Dorpe en des- zelfs district toekomt: en verzoeke derhal ven onzen in en opgesetenen te erkennen en aan te neemen. Gedaan in het Rechthuijs van Stoutenburgh op den 10 Augustus 1796

Historische kranten - Archief Eemland

Historische Kring Leusden | 1998 | | pagina 9