Revolutie in Stoutenburg (3/sIot) J. Verduin Naast het openbaar onderwijs genoot ook de geestelijke en lichamelijke gezondheidszorg de aandacht van het revolutionaire bewind. Zo verscheen er een vlugschrift tegen de pornografie: - het moorddadig werktuig in de hand van schaamtelooze Verleiders, die aan hunne snoode oogmerken den bloey van den Staat, de eer en het geluk van onnozele onschuldigen, de rust en het vermaak van welmeenende Ouders en Huisgezinnen tragten op te offeren.- Zelfs de Suikerbakkers gingen niet vrijuit: - Alle Suikerbakkers, welke insgelijksch, tot Ons leedweezen. zich hebben onderstaan, onder gemaskerde figuuren, zoodaanige schaamtelooze stukken te maaken en te verkoopen, dit mede wel expresselijk word verboden.- Een ander geschrift handelt over het vers trekken van hulp aan drenkelingen. Hier volgen de punten 5 en 6: 5*. Men stelle terstond gemaatigde Wrijvingen in het werk, het zy met drooge, of in Brandewijn (met Gemeen - of Ammoniac-zout vermengd) nat gemaakte, warme Wollen doeken; moe tende deze wryvingen aanhoudend, over het geheele ligchaam, maar vooral aan Borst en Buik, Rug en Hals, en langs de binnezyde van Armen, Dyen en Beenen geschieden; terwijl men de verwekte warmte door warme doeken, in de gewrichten van den Oxel, Liesschen en Knien aangelegd, kan onderhouden. 6*.Inmiddels blaaze men, by verpoozing. Tabaksrook in het Fondament, 't zy door een gewoone Pijp, met eene op den kop aangevoegde Messeschede alleen, of wel door eene daartoe vervaardigde Tabaks- Klysteer-pijp; na dat men alvoorens den Endeldarm, indien deze met drekstof gevuld mogt zijn, met de vinger, een lepelsteel of spatel, behoorlijk en voor- zichtelijk geleedigd, of wel daar toe een Klysteer van Water, Oly en Zout, of van een aftreksel van Tabak gezet hebbe.- De Stoutenburgse bevolking bleef voor de zwaardere medische voorzieningen op Amersfoort aangewezen. Voor de praktijk van alledag stonden een aantal huismiddel tjes ter beschikking. Ik noem als merkwaar digheid het potenblaas, dat werd verkregen door van de nageboorte van de koe een van de vliezen te drogen. Zo'n gedroogd vlies werd tot diep in onze eeuw als verbandpleis- ter toegepast. Onlangs las ik dat dit elders nog wel wordt gedaan, vanwege de onmis kenbaar desinfecterende werking. Voor het provisionele of voorlopige gemeen tebestuur van Stoutenburg was op het gebied van de feitelijke gezondheidszorg geen grootse taak weggelegd. De omstandigheden lieten dat niet toe. Hoezeer de aandacht ech ter op het welzijn van de eigen bevolking was gericht, wordt door het volgende ver haal geïllustreerd. Dat verhaal begint op 16 april 1798. Men was kort daarvoor vanuit Utrecht gemaand een nieuwe landelijke belasting te innen. Het gemeentebestuur nam het standpunt in dat 'deze vergadering daar niet in kan treeden, dat Zijlieden slegt de rekening van ander kunnen maaken'. Kortom, men peinsde er niet over om bij de achterban impopulaire landelijke belastingen te gaan vorderen. Daartoe was men destijds niet door de achterban 'verkooren'. Het man haftige besluit werd als laatste punt van de vergadering van die dag genotuleerd. Voordien waren al enkele andere punten aan de orde gekomen. De secretaris. Herman van den Hengel, vatte het eerste agendapunt als volgt samen: - Is in de vergadering gecompareerd ver schenen) Jacomijn Petersen, te kennen gevende, dat zij Hendrik Teunissen gerech telijk heeft laten citeren oproepen), om op heeden hier te compareren, dat zij den 2 April 1798 een kind ter weereld gebragt heeft, waar van den voornoemde Hendrik Teunissen de vader is, en haar altoos belooft heeft te trouwen, waarin hij nu onwillig blijft, waarom verzoekt (zij) aan deeze vergadering om haar daar in te adsi- steeren, dat hij met haar trouwt of dat hij het kind moet onderhouden, dat zij anders genoodzaakt is haar met de kinderen aan de Buurt over te geven. - Jacomijn was dus al moeder van enige kin deren. De Buurt was Stoutenburg. Als Hendrik onwillig zou blijven zou zij zich met haar kinderen tot de de armenzorg van Stoutenburg moeten wenden. Uit art.2 van de notulen blijkt dat Hendrik Teunissen die dag niet is komen opdagen. Een week later, op 23 april, is Hendrik Teunissen wel verschenen: - Is in de vergadering gecompareerd Hendrik Teunissen de Wit en heeft afge- vroegen om welke reden hij gesieteert (=opgeroepen) is, waarop hem de klagten zijn voorgelezen gedaan door Jacomijn van DiJk, en daarop is hem afgevroegen of hij de vader is van het kind. dat Jacomijn van Dijk den 2 April 1798 ter Weereld gebragt heeft, waarop hij verklaarde zulke dingen wel met haar gedaan te hebben, maar of hij de vader is weet hij niet, ten tweede verklaarde hij het kind te willen onderhouden, ten derde verklaarde hij de vroedvrouw ook voldaan te hebben (hij had de rekening van de vroedvrouw betaald), en dat hij haar (Jacomijn) ook wat onderhoud gegeven heeft in haar kraambed. - Het gemeentebestuur nam daar echter geen genoegen mee: - Is hem door het bovengenoemde Bestuur toegeleyt, om haar provisioneel voorlo pig) 14 dagen alle week 24 stuivers te geven tot onderhoud van het kind, hetwelk hij weigerden, en verklaarde, dat niemand behoefden te weeten, wat hij haar gaf. - Weer een week later lijkt alles op zijn poot jes terecht te komen. Let wel, het is dit keer een buitengewone of 'Extra ordinaire verga dering van het Gemeente Bestuur', met slechts een agendapunt dat als volgt werd genotuleerd: - Is in de vergadering gecompareerd Hendrik Teunissen de Wit, en bekende dadelijk de Huwelijkse geboden aan te laaten tekenen met Jacomijn van Dijk, waarom hij vrindelijk verzogt an hef bovengenoemde Bestuur, of Zijlieden zo goet geliefde te zijn, om met hem naa de voornoemde Jacomijn van Dijk te gaan om de geboden aan te tekenen, hetwelk is geaccordeert, om reden dat hij verklaarde, dat zij Jacomijn van Dijk zeer ziek was en zelfs niet persoonlijk kon compareren. - Het gemeentebestuur ging dus op de voor avond van 1 mei met Hendrik op stap om van zijn ondertrouw met Jacomijn getuige te zijn! Ik noem nog even de namen van dat bestuur: Jan A.van Brinkestein, Hendrik P.van de Breemert, Geerlof P.Vendelo, Lambert G.Bieshaar en de dorpstimmerman Goossen K.Wijntjes. Er is hen toen kenne lijk een lichtje opgegaan want er volgde nog een buitengewone vergadering, met weer een agendapunt: - Heeft den President in een rondvraag gebragt, of den secretaris en bode de leges van het aantekenen en afkondigen der Huwelijkse geboden zaamen zullen behou den of genieten, waarop is beslooten dat er 3. Een huwelijk met hindernissen

Historische kranten - Archief Eemland

Historische Kring Leusden | 1999 | | pagina 7