juni) voor het maken van een kar door Jans
Levven:
6 sch. 8 pl.
Idem voor twee steunen voor de kar:
7 pi
lde m voor de banden, waarmee men de
(hooi)berg moest afdekken:
21/2 pl.
Idem op de vrijdag na Sinte Martijnsdach
Translacio 4 juli?) voor Marcus, die bier
naar Rhenen vervoerde:
4 pl.
Idem werd aan Jacop den valkenaer één
paar kousen gegeven, omdat hij meehielp
met allerlei karweitjes die voor het huishou
den nodig waren:
1 sch.
Idem voor Jacop den valkennaer. omdat
hij 20 hameien naar Utrecht dreef:
1 pl.
Idem ging Marcus op de dag na St.Jacobus
25 juli) naar Leusden, om daar een
wagen te vorderen waarmee hij in Utrecht
vlees ging halen. Hij kreeg daarvoor:
1 pl.
Idem voor een vittennaghel voor de
(hooi)berg:
1,5 pl.
Idem één paar schoenen voor Marcus:
4 pl.
Idem voor Marcus, omdat hij twee keer
naar Utrecht ging:
2 pl.
Idem voor de twee hennen voor de valken,
die Gheertruud bij meester Jan had
gekocht:
1 sch. 7 pl. Idem voor Werneer den jag-
her, toen hij naar Salland reed om de hon
den te halen, zoals mijn heere hem had
opgedrgen:
6 pl.
1 pl.
Idem voor de knecht van Werneer één paar
schoenen:
3 pl-
Idem voor drie ijzeren gavels van Roelof
die smit:
4 pl.
Ook werden in Utrecht drie dorsers
gehuurd, waaronder Jan van Lubeee, die
48 dagen op Stoutenburg heeft gedorst, per
dag 9 Br.; en omdat hij het beter deed dan
de andere twee dorsers, zo gaf ik hem 4 pl.
meer dan zijn loon bedroeg, dat maakt bij
elkaar:
4 sch. 10 pl.
Idem voor Ghisebrecht, de tweede dorser,
die 44 dagen dorste, per dag 9 Br., dat
maakt:
4 sch. 11/2 pl.
Idem Peter van Roede, de derde dorser, en
die heeft op Stoutenburg 48 dagen gedorst,
per dag 9 Br., dat is:
4 sch. 6 pl.
Idem voor Gheertruden dochter van der
Bilt, omdat zij deze zomer de koeien heeft
gehoed. Ik heb haar daarvoor gegeven:
2 sch.
Idem voor Jan van Boemel, omdat hij mee
hielp bij het dorsen op Stoutenburg, en mee
hielp bij de verwerking van het koren, toen
hij er met Peter den ouden man eerst
alleen voorstond, en ook voor het koren
zorgde toen de cost mijns heren niet en
was toen de bisschop elders verbleef),
en toen Jan van Boemel in Soest was toen
men daar het koren dorste en hij voor het
koren zorgdroeg. Ik heb hem daarvoor via
de hoefmeester (6) gegeven:
8 sch.
Idem werden vanuit Utrecht door
Loedwijch den becker 200 tegels voor het
inwendig herstel van de oven verzonden,
voor de prijs van 9 pl., per 100 tegels;
en 8 pl., voor het vervoer. In totaal:
2 sch. 2 pl.
Idem voor Willaem den becker, toen hij
meehielp in de berg brengen van het koren,
en meehielp bij het op droogstapels zetten
van de turf. Ik gaf hem daarvoor:
2 sch.
Idem heb ik tijdens de oogstwerkzaamheden
voor Willaem van Meylant, Willeken den
waghenknecht ende Randolf elk één paar
schoenen gekocht, van 4 pl., per paar; in
totaal:
1 sch.
Ook heb ik Randolf geld voor een rocke
gegeven, omdat hij mij heeft geholpen van
het ophalen van de rodetiende van der rog
in Hey ende Glinde de Glind), in Zoest
die rogtiende ende die smael rodetiende,
die rodetiende in den Aschet ende tot
Hamertvelt:
3 sch.
4. Nabeschouwing.
Het behandelde hoofdstukje vormt naar mijn
smaak het aardigste fragment voor de plaat
selijke geschiedschrijving, ook al omdat het
leven van alledag zo duidelijk naar voren
komt. Er is echter veel meer. Misschien
komt dat later aan de orde. Ik vis nog wat
krenten uit de pap:
- de marke van de Leusderberg lijkt in 1379
volgroeid. Het getal van 26 hoeven werd
dat jaar genoemd;
- de pacht voor de markegronden werd
onder meer in de vorm van 60 mud rogge
betaald. De 60 mud ging in zijn geheel
naar Loedwijch de becker, die er brood
Opmerking. Met behulp van vitten kon men
de kap hoger en lager stellen.
Opmerking: We komen Werneer de Jager en
Jacop de Valkenier ook elders in de rekenin
gen regelmatig tegen, met hun paarden en
met de honden van Werneer. Hun verblijf op
Stoutenburg doet vermoeden dat de pasbe
noemde bisschop veelvuldig op jacht ging.
Salland in 'Over den IJsel' of Oversticht viel
eveneens onder de bisschop van Utrecht.
Idem voor een bode, die naar Zeist ging om
wagens te vorderen toen men de bedden
naar Stoutenburg vervoerde:
Opmerking: De bisschop ontving vaak gas
ten op Stoutenburg, waarbij de naam
Gherijt van Weert regelmatig terugkwam.
Eén keer was er sprake van een gezelschap
met 32 paarden, dat op de donderdag na
St.Lucas (=18 October) arriveerde en op de
zondag van Allerheiligenavond 1 novem
ber) vertrok (3). De vrouwe van Stoutenburg
kon dan wat extra-bedden best gebruiken!
Opmerking: Dat waren in totaal 140 man
dagen aan dorswerk. Elders krijgen we enig
inzicht in de hoeveelheden rogge en haver.
Rogge: De rentmeester verantwoordde 189
mud rogge, waan an 108 mud van heren
Steven (de kasteelheer van Stoutenburg?) en
81 mud van de Tienden afkomstig waren (4).
Die Tienden waren echter ook voor een
bescheiden deel van elders aangevoerd.
Haver: Aan haver werd 189 mud naar
Utrecht gestuurd. Deze haver was van de
Tienden afkomstig (5). Uiteraard bleef op
het kasteel nog een grote portie achter.
Opmerking: Loedwijch was de vertrouwde
bakker in Utrecht.
Opmerkingen:
a. De Tienden waren een verhandelbare
belasting in natura van meestal 10 van de
oogst. De normale of grove Tienden werden
van de halmvruchten geheven. Dat was in
Utrecht vooral het graan. De smael of
smalle Tienden werden van de overige
gewassen geheven. De rodetienden waren
afkomstig van later ontgonnen percelen
(roden rooien) en kwamen de bisschop
toe, wat volgens de Rekeningen met de
gewone Tienden in Hamersveld en Asschat
niet het geval is geweest. Daar heeft
St. Paul us waarschijnlijk een dikke vinger in
de pap gehad. We zien zo ook dót
Hamersveld en Asschat niet in één keer zijn
ontgonnen.
b. De Rekeningen spreken bij herhaling van
in den Aschet. Het lijkt me steeds waar
schijnlijker dat Aschet (later ook wel A-
scliat of Aschat) zijn naam heeft ontleend
aan een waterscheiding, en dan niet de
Moorsterbeek tussen Hamersveld en
Asschat, maar de kaarsrechte sloot tussen
het lager gelegen Asschat en het hoger gele
gen Snorrenhoef