spoorbaan. De ondergrondse verzetsbewe ging was er direct bij, maar konden niets meer redden. Even later kwamen de Duitsers en mocht er niemand meer bijko men, de hele omgeving werd afgezet. De bemanning is op Rusthof begraven. Een paar dagen later werden de resten van het vliegtuig 's nachts weggehaald. De spoor baanwerkers moesten de resten van ae bemanning en van het vliegtuig opzoeken en aan de Duitse bezetters overdragen. Maar hierover heb ik nooit meer iets vernomen, ook na de oorlog niet. Wij hadden die dag net het koren gedorst en zoals het in die tijd gewoon was werd er ook gesmokkeld met het koren. Vader en T. Hoogland brachten op de fiets het koren naar^J. vd. Berg meelhandel, waar het clan destien gemalen werd en naar de bakker gebracht om brood van te bakken voor die genen die ondergedoken waren zoals Joden, erzetsmensen en onderduikers die anders m Duitsland te werk zouden worden gesteld. Toen vader en T. Hoogland terugkwamen, zagen zij op de spoorweg overgang met de 1 eusbroekerweg opeens een groot vliegtuig brandend omlaag komen. Zij Dachten niet anders dan dat het vliegtuig recht op hen zou neerkomen. Hevig geschrokken kwa men /ij thuis. Het vliegtuig kwam niet ver der dan achter G. de Groot zijn land tegen de spoorlijn terecht. De eerste twee jaren van de bezetting zijn nogal rustig verlopen. In Sept. 1941 moes ten alle Nederlanders een persoonsbewijs halen op het gemeentehuis. Toen zijn al gauw de Jodenplagerijen begonnen. Zij mochten geen openbare gebouwen meer bezoeken, en hun winkels en ander nering doenden moesten van de bezetter geboycot worden, maar daar gaven de meeste Hollanders geen geFioor aan. Al snel kwam de jodenster welke de joden goed zichtbaar op hun bovenkleding moesten dragen. In de loop der bezettingsjaren zijn er door de bezetter ook veel fietsen gevorderd. Ook werden razzia's gehouden onder de burger- bevolking. Zi| die niet konden aantonen een ausweis te hebben, werden in Duitsland te werk gesteld. Het gevolg was dat er vele jonge mannen onderdoken. Die onderdui kers kwamen meestal op het platteland terecht bij boeren, burgers en buitenlui, tot verdriet van de Duitsers en de NSB die op de onderduikers jacht maakten. NSB ers waren zeer pro Duits en verleende hand en spandiensten aan de bezetter. Het is dan ook geen wonder dat de NSB ers zich zo gehaat maakten onder de bevolking. Zo doende kreeg je ook verzetsgroepen die de bezetter illegaal bestreden. De verzetsgroepen hiel- penjoden en onderduikers aan adressen waar zij veilig waren en ook piloten van neergeschoten vliegtuigen probeerden zij te helpen. Daar alle levensmiddelen op de non waren, zijn er verschillende distributie kan toren overvallen door de verzetsgroepen. Ook werden er bonkaarten vervalst, vooral door gemeentesecretaris Brouwer, die had daar een speciale methode voor. Spoorwegstaking half September 1944. Hannes Termaten was baanvakarbeider op de spoorbaan Amersfoort - Kesteren, en woonde aan de Leusbroekerweg in het spoorhuis. Hij had een huishouding eva- cuées uit Heelsum, man, vrouw en een dochter. De vrouw van Hannes was ziek, een dikke darm kwaal en ook zijn twee kin deren Fien (23 jaar) en Jan 17 jaar). Tijdens het laatste gedeelte van de oorlog zijn ze ondergedoken bij Dirk v.d. Horst, die naast ons woonde. Er is maar één keer een Duitser bij zijn huis wezen kijken en is onverrichter zaken weer vertrokken. De eva- cuées (de vluchtelingen uit Heelsum) kon den zich goed legitimeren Door de spoorwegstaking was er een gebrek aan kolen, waardoor de elektrische stroom voorziening werd afgesloten. Dit werd ook als represaille beschouwd tegen de staking. Daar zaten we 's avonds, geen licht, alleen maar een carbidlantaam oT een olielampje. Je kon er moeilijk een krant, als die al kwam, of een boek bij lezen. Er werden op die lange winteravonden spelletjes gedaan. Je moet rekenen op vader, moeder, Cees, Jan, Mien, Grad, An, Jo en Ab, alsmede een Amsterdams meisje, Agnes v.d. Meer. die later geëmigreerd is naar Canada. Mijn zus Jo die ook Daar naar toe is geëmigreerd spreekt haar nog wel eens. Dan waren er ook nog vluchtelingen uit Wageningen, vader en moeder Kok met twee dochters: Catrien en Jans. Alles tezamen dus 14 per sonen. Door de voedselschaarste werd er ook gestolen. Bij ons stond achter in de wei een kippenhok, met zo'n 120 kippen Steeds met tussenpozen werden er 15 a 20 kippen weggehaald. Achteraf bleek dat door een onderduiker te gebeuren die de kippen doorverkocht aan de Duitsers die gelegerd waren in hotel de Holevoet te Scherpenzeel. Dit waren de officieren van het Duitse leger, en ook zij kregen te maken met de voedselschaarste. Toen wij dit alles in de gaten kregen hebben wij de politie erbij gehaald, maar die kon er ook niet veel aan Doen. Er is ook nog een politiehond van de Sutter erbij gehaald en die speurde wel het spoor van de dief op. Die ging dwars over ae wei naar de dam van G. de Groot en kwam zo op de straat en verder ging het naar D. v. Garderen (nu woont daar Dick Meerveld) en daar sprong de hond tegen de onderduiker op. Maar de onderduiker ont kende alles en verder was er geen bewijs, maar het kippenhok was leeg. Ook was er nog de spoorwegpolitie die kwamen 's avonds heel af en toe om eieren of kippen, maar eerst vroegen zij altijd of er geen Duitsers in kwartier waren, want zij mochten niet de boer op voor voedsel. Die spoorwegpolitie waren van de WA, in feite allemaal NSB ers. November 1944 Wij hadden over het kanaal 2,5 ha land lig gen. De voorste helft was toen gras en op de achterste helft .werd toen in de herfst knol len verbouwd voor het vee. Eerst werd er rogge verbouwd en als die begin augustus geoogst was, dan werden er knollen inge zaaid. Toen ik daar knollen aan het laden was, kwam er een bommenwerper met een jachtvliegtuig (een verkenningsvliegtuig met meestal een of twee inzittenden) uit de rich ting Asschat. Waarom het jachtvliegtuig met de Dommenwerper mee vloog weet ik niet. De bommenwerper had zo'n onregelmatig motorgeluid dat ik dacht "die komt niet ver meer". Laat nou dat jagertje ineens omlaag komen en neerstorten op de grens van de gemeente Woudenberg en Leusden op het Tand van Hendrik Wolfswinkel van de boer derij "Nattegat". In het vliegtuig /at alleen een piloot en die is met het toestel verbrand. De Duitsers hebben het vliegtuig met de piloot ongeveer een week laten liggen. Er werd streng bewaakt, er mocht niemand bij komen. Er scheen onenigheid te bestaan of het vliegtuig in WoudenBerg dan wel in Leusden neergestort was, uiteindelijk bleek het Woudenberg te zijn. In het laatste bezettingsjaar werden de Duitsers steeds agressiever. Zo moesten de boeren veel grind en potland rijden naar de liniedijk, want daar moesten grote bunkers komen. Ondermeer bij de Bruineburgersluis, waar ik veel cement naar toe moest brengen. Al het cement lag opgeslagen bij G.J. v. Maanen. De varkensschuur was tot de nok toe gevuld met zakken cement die waren aangevoerd per trein, en daarna met man kracht in de schuur werden gebracht. Later, toen men paarden roofden, heeft G.J. v. Maanen met zijn knecht in diezelfde schuur zijn paard verstopt achter de zakken cement. Hij had daarvoor de zakken cement verder opgestapeld en in de ruimte die daardoor vrijkwam kon het paard de laatste oorlogs dagen doorbrengen. Als het paard gevoerd en gedrenkt moest worden, moesten eerst de zakTen cement opzij gelegd worden. Dit heeft ongeveer 14 dagen geduurd, en toen waren we vrij. Wij hadden twee paarden, waarvan er één in Maart gestorven was aan koliek. De andere werd, samen met die van G.J. v. Maanen over het spoor achter de dwarssloot gebracht, zodat de paarden aan het speuren de oog van de bezetter ontsnapte. Net een paar dagen voor de bevrijding stond een officier met een verrekijker de landerijen te bekijken daar ontdekte nij twee paarden. Er werden een paar soldaten op afgestuurd om die paarden te vangen. Na een hele tijd kon den ze ons paard vangen en die is afge voerd. 's Avonds is G.J. v. Maanen zijn eigen paard gaan ophalen en heeft het toen verstopt achter die cementzakken. Ook de Duitsers kregen met minder eten te

Historische kranten - Archief Eemland

Historische Kring Leusden | 2000 | | pagina 5