"Met dat paard ben Amersfoort gereden ik 2500 keer naar en terug." Aan het woord is Klaas van Laar uit Achterveld, geboren in 1919. Na de lagere school ging hij meteen zijn vader helpen. Die onJerhiela vanaf 1910 een bodedienst tussen Achterveld en Amersfoort. (De naam Amersfoort werd in Achterveld maar weinig gebruikt, want ieder had het over "de stad" en de stad was automatisch Amersfoort.) In 1910 werd in Achterveld de Coöperatieve Stoomzuivelfabriek "Juliana" opgericht voor de verwerking van de melk van de boerde rijen in de omgeving. Vader Van Laar ver zorgde aanvankelijk een melknt voor deze fabriek: dus de melk ophalen bij de boerde rijen, in de zomer tweemaal per dag en in de winter eenmaal. Maar al gauw ging hij het vervoer verzorgen van boter en melk naar Amersfoort en bracht vanuit Amersfoort weer goederen mee die deze fabriek nodig had, zoals zout in balen van 100 kg.) komijn en loog. Toen Klaas 18 jaar was overleed zijn vader en moest hij het werk alleen doen. De boter werd in de fabriek verpakt in vaat jes van 50 kg. en Van Laar haalde deze 's morgens al om zes uur op. In de fabriek was men dan nog niet aan het werk, maar hij had een sleutel en haalde de vaatjes vanuit de boterkelder naar boven. Hij had er dan al een uur opzitten, want de dag begon om vijf uur met het verzorgen en voeren van het paard. Ook voor anderen nam hij goederen mee, zoals koffers voor zusters van Huize St. Joseph en boter, melk en eieren van de boerderij van Huize St. Joseph. Dan begon de rit naar Amersfoort, waar hij om ongeveer acht uur aankwam. Er was vooral in de beginjaren nauwelijks verkeer, hooguit een enkele auto. In Amersfoort aan gekomen begon de bezorging. Een deel van de boter werd afgeleverd bij w ederverkoper Van der Zwan, de koffers naar het moeder huis aan de B.W.-laan enz. Op diverse adressen werden ook weer goederen ingela den voor winkels, bedrijven en particulieren in Achterveld. Van Gend en Loos en Groothandel de Gruyter waren vaste adressen voor Klaas. En natuurlijk boodschappen doen of naar de apotheek. Hij bracht ook het meel mee voor de bakkers in Achterveld. Om elf uur werd een pauze ingelast bij de Stadsherberg aan de Beestenmarkt: het paard werd gevoerd en geweterd en er was tijd om "effe" te rusten: voerman en paard waren dan al ongeveer zes uur in de weer. Daarna terug om in Achterveld alles te bezorgen, waarna thuisgekomen het paard weer werd verzorgd en gevoerd en om ongeveer zes uur was dan de werkdag ten einde. Klaas maakte de rit naar Amersfoort op drie dagen per week en met de groei van Achterveld, groeide ook zijn bedrijf. Het eerste paard van Klaas heeft de reis naar en van Amersfoort 2500 keer gemaakt en iedere rit was tussen de 25 en 30 kilome ter lang. Dat paard heeft dus op die ritten een afstand afgelegd van meer dan 70.000 kilometer en toen was het ook echt hele maal op. In al die jaren groeide er een ster ke band tussen voerman en paard. Ze ken- den elkaar van haver tot gort; het paard wist hoe de voerman reageerde en de voerman wist hoe het paard reageerde. Toen Klaas een keer op een adres in Amersfoort nog even moest wachten, bleek dat zijn paard zelf al, zonder hem, naar het volgende sto padres was gelopen en stond daar rustig te wachten. Hij vond het dan ook echt moeilijk om afscheici te nemen van dat oude paard dat hem zoveel jaren zo trouw was geweest. Op de dag dat het naar het slachthuis zou gaan, heeft hij het 's morgens nog gevoerd, maar hij wilde er niet bij zijn als het van stal werd gehaald voor zijn laatste reis. Er kwam een nieuw paard en het werk ging op de oude voet voort. In die tijd kostte een paard ongeveer f 500,00. Dat volgende paard heeft Klaas niet zo lang genad. Het slofte zo vreselijk dat het bijna iedere week nieuwe ijzers nodig had. Het oude paard deed ongeveer een maand met een stel ijzers. Weer een nieuw paard en er weer mee vertrouwd raken. Al was er dan niet zoveel verkeer, toch was het werk gevaarlijk. Klaas ontsnapte vier keer aan ae dood. De eerste keer raakte hij met paard en wagen bijna onder de trein op de Kleine Koppel. De overwegwachter had "even" vergeten om de spoorbomen te laten zakken. Pas op het allerlaatste moment zag en hoorde Klaas de trein aankomen. Door heel snel te reageren, de wagen op de rem en het paard terughalen, werd een ongeluk voorkomen. "Ik was zo beduusd, dat ik niets meer kon zeggen. De trein ging strak voor het paard langs." De schrik zat er voor lange tijd in. Ook gebeurde het een keer dat in Stoutenburg vlak voor het paard een bol- bliksem insloeg, een blauwe bal van onge veer een halve meter doorsnede voor het paard op de straat en tegelijk een geweldig- de klap. Tijdens een luchtgevecht in de oor log viel er een grote granaathuls vlak langs zijn gezicht. Na de oorlog ontsnapte hij weer aan de dood. Omdat Amersfoort moei lijk bereikbaar was, haalde hij tijdelijk weer de melk op bij de boeren aan de Asschatterweg. Iemand, die de volgende dag dezelfde rit maakte met paard en kar reed daar op een mijn en verongelukte. Toen hij dit hoorde, werd in overleg met de fabriek toch maar besloten om de melk in die buurt maar niet meer op te halen, voor dat de mijnen geruimd waren. Ik ben dus echt een aantal keren aan de dood ont snapt." De rit ging onder alle weersomstandigheden door. Bij sneeuw en ijs werd het paard "op scherp" gezet door een aantal ijzeren stiften in de hoefijzers te zetten. In Amersfoort aangekomen, werden de stiften weer ver vangen, omdat ze dan al te glad werden. De wegen werden in die tijd niet gestrooid, dus de sneeuw werd vastgereden en dan was de weg spekglad. Bij dat "gladde weer" moest Klaas dan ook regelmatig tegen zijn wagen duwen of er aan trekken om hem goed op de weg te houden. Dit vergde het uiterste van man en paard, want gleed de wagen van de weg dan was het leed niet te overzien. Tijdens de oorlog liep het vervoer sterk terug en toen de Druggen bij "de Kopermolen" en on ae Horsterweg eruit lagen, was Amersfoort alleen nog via de Scnammersteeg bereikbaar. Het was toen toch al geen pretje om met een paard op de weg te verschijnen, want er waren regelmatig beschietingen en de J.J. van Burgsteden Rusten bij de stadsherberg in Amersfoort. De hond op de voorgrond rust ook mee. wnm mim De eerste wagen, nog met ijzer beslagen wielen. Later liet Van Laar luchtbanden- wielen onder deze wagen zetten: een hele verbetering.

Historische kranten - Archief Eemland

Historische Kring Leusden | 2001 | | pagina 7