Op z'n Achtervelds
De Mof
583
584
feters. Dit woord gebruikte men vroeger als
men in de ooghoeken bij de neus kleine
propjes afscheiding had; afscheiding van de
ogen. met name als men veel in een stoffige
ruimte was geweest. Als je dus de teters nog
in je ogen had. dan had je verzuimd om de
ooghoeken schoon te maken.
Wat vroeger ook meer voorkwam dan tegen
woordig waren stee-en*. Een stee was een
plek die eruit zag als een zweer of iets wat
daar op leek. Stee-en genazen over het alge
meen maar langzaam: ze waren dus lang
zichtbaar en vaak was er sprake van ver
spreiding van het ongemak, zodat het niet
bij één stee bleef.
Een woord wat er qua klank op lijkt, is
"teeën. We bedoelen dan onze tenen. Een
andere betekenis van teeën is dunne tw ijgen.
Die teeën werden vroeger gebruikt om tak
kenbossen bijeen te binden. Later gebruikte
men daar dun ijzerdraad voor. maar toen dat
in de oorlogsjaren schaars werd, ging men
weer over op teeën. Men ging dan in het
bos teeën hakken. Grote bonen of tuinbo
nen noemde men in dialect "ouwewijven-
teeën". Waarschijnlijk omdat men in deze
bonen (in droge vorm en in groot formaat)
enige gelijkenis zag met de nagels op tenen.
Waarom dit specifiek betrekking had op de
tenen van oude wijven en niet op die van
oude kerels, blijft een vraagteken.
Schevielik. Of schevielijk, sjevielik. Een
woord waar ik niet precies de betekenis van
ken. Ik ken dit woord alleen in de betekenis
van 'heel aardig"of 'redelijk goed*. Ik
hoorde b.v. iemand vroeger eens zeggen: *t
gaat heel aardig "schevielik"en hij bedoelde
dan dat het heel aardig verliep, ofwel het
ging naar wens. Is er iemand die dit woord
nog kent, misschien wil hij me dan eens
laten weten hoe dit woord gebruikt werd en
welke betekenis het had. Efij voorbaat al:
"dank je wel".
We hadden het net over teeën. Een ander
lichaamsdeel noemen we 'schoeren'. een
woord waarvan ik altijd dacht het ook dia
lect was, tot ik het onlangs in een vertaling
van Ida Gerhardt tegenkwam. Het is geen
Bijna elke inwoner van deze regio weet het
restaurant "de Mof' langs de Arnhemseweg
te vinden. Reeds 400 jaar geleden stond hier
al een herberg met dezelfde naam.
We zullen in dit verhaal het wel een wee
van de eigenaren de revue laten passeren en
een poging wagen de naam "de Mof' te ver
klaren.
ln een oude acte uit 1609 staat Brietgen
llendricx vermeld als "weerdinne" in de
Motf. Voor een vrouw alleen kennelijk een
zwaar beroep want al na twee jaar doet zij
het bedrijf over aan haar neef Thijs
I lendricx.
dialect maar een oud Nederlands woord
voor schouders.
Vroeger, toen dokter Braun hier huisarts
was. ging een Achtervelder naar zijn
spreekuur en klaagde erover dat hij zo'n last
had van zijn schoeren. "Misschien is het
wel kou", zei hij.
De dokter vroeg hem zijn bovenkleding uit
te trekken. En dat was heel wat: een jas. een
boezeroen, een hemdrok, een borstrok en
twee dikke hemden. Toen dat allemaal op
de stoel lag, liet de dokter hem wat armbe
wegingen maken, liet hem zijn schouders
eens op en neer doen en keek er vervolgens
zelf ook nog eens naar. Dokter Braun zei
nooit zoveel en ook dit keer besloot hij het
consult met de korte opmerking: "Als ik
zoveel kleren aanhad, dan kreeg ik ook last
van mijn schoeren". Tevreden of niet. daar
moest de man het mee doen.
En nu we het toch over steeën, teeën en
schoeren hebben past daar ook bij het
woord peepescheet. Als ze iemand een pee-
pescheet vonden, dan zag hij er bleek, flets
en lusteloos uit en dat ging dan ook nog
vaak samen met een wat iel figuur. Men zag
er dus wat minnetjes uit.
Net als heden ten dage gaat het er niet altijd
even zachtzinnig toe in een kroeg. Beruchte
dagen waren vroeger vooral nieuwjaarsdag
en tweede paasdag.
In de protocollen van Leusden staat o.a.
vermeld dat voor de schout van Leusden op
7 april 1611 moesten verschijnen Jan Melisz
en Aris Willemsz die na een drankgelag in
"de Mof" ruzie hadden gekregen waarbij
Jan Melisz zijn mes had getrokken en hier
mede de ander een flinke jaap in het gezicht
had toegebracht. De bedoeling van de
schout met deze "vredesrechtspraak" was
om de ruzie in der minne te schikken.
In 1626 wordt als eigenaar-brouwer ver
meld Willem Moy. De combinatie eigenaar-
brouwer kwam veel voor in die tijd. hoewel
Het Schotse dijkje" recht hoven "Musschendorp".
Joep van Burgsteden
\V. Schipper
Inleiding
De eerste bewoners