585
586
er in Amersfoort toen toch reeds enige
"grote" bierbrouwerijen bestonden. Naast
bier verkocht men o.a. sterke drank zoals
brandewijn en "boerenjongens". Koffie en
thee waren toen nog nauwelijks bekend.
Als een brouwer eerlijk was dan gaf hij aan
de belastinggaarders op hoeveel vaten bier
hij gebrouwen had en moest daarover
accijns betalen. Maar ook in die tijd betaal
de niemand al graag belasting. Zo werd de
herbergier I hijs Hendricx eens gesnapt door
de belastinggaarders die twee en een halve
vat bier ontdekten, die onder een aantal tak
kenbossen verstopt waren. Welke boete hij
hiervoor heeft gekregen vermeldt de historie
helaas niet.
Clientele
De hoogtepunten in het leven op het platte
land. in die tijd. werden veelal bepaald door
geboorte, doop, huwelijk en begrafenissen,
waarbij de kerk centraal stond. Als er iets te
v ieren was ging men uit de kerk naar het
café om een "feestbiertje" te drinken. Zo'n
herberg tapstede was meestal ondergebracht
in een gedeelte van een boerderij.
Als men zich realiseert dat de gemiddelde
leeftijd toen ongeveer 40 jaar was en de
kindersterfte erg hoog. dan kan men zich
wel indenken dat "doopbier" en "begrafenis
bier" elkaar snel opvolgden.
Toch zullen de opbrengsten van de herberg
nauwelijks voldoende zijn geweest om er
van te kunnen leven. Vooral ook omdat men
vaak een dienstmaagd in dienst had. die de
klanten moest bedienen omdat de herber
gier/boer meestal werkzaam was op de
boerderij. De dienstmaagd, zoals dat vroe
ger heette, verdiende rond het jaar 1700 ca
30 gulden per jaar plus
kost en inwoning. Ook kreeg zij per jaar. 2
paar schoenen. 2 schorten, 2 hemden en 8 el
henneplaken.
Latere eigenaren
Verscheidene eigenaren volgen elkaar op. In
1683 werd de Mof verkocht voor f 810,=
Door de economische malaise rond I 750
bracht de Mof v eel minder op en kocht Aart
van de Wetering de hele bedoening voor
"slechts" f 666,=. Zijn dochter Maria trouw
de in 1780 met Maas van de Lagemaat en
hoogstwaarschijnlijk gingen zij wonen op
boerderij "de Kikvorsch" aan de View eg no.
11 (huidige nummer).
In 1800 namen zij de Mof van haar ouders
over. Zij leenden hiervoor f 1000,=. met als
onderpand de herberg zelf en een daggel
derswoning "de Keut" genaamd. De boerde
rij van 2,5 ha die ook bij de koop behoorde,
werd niet beleend.
Helaas overleden beiden vlak na elkaar in
september 1810. Nadat zijn oudere broer
Hendrik en zijn zuster Saar de exploitatie
van de herberg en de boerderij voor hem
hadden waargenomen, werden in 1821
Anthonie van de Lagemaat en zijn vrouw
Clara van Cooten eigenaar. Hun zoon.
Mees, volgde later zijn ouders op. Hij
trouwde in 1842 met Aaltje van Manen uit
Leusden. Haar vader. Barend van Manen,
woonde tegenover de Mof in het tolhuis en
was tolbaas over twee tollen. De één schuin
tegenover de Mof en de ander op de w eg
van Amersfoort naar Woudenberg. De tol op
de weg van Woudenberg naar Amersfoort is
reeds lang opgeheven maar de tol op de
Leusbroekerweg heeft nog dienst gedaan tot
ongeveer 1944.
Omdat de herberg en de boerderij te weinig
opbrachten naar de zin van Mees ging hij er
brood bij bakken. Nadat zijn schoonvader
Barend van Manen gestopt was als tolbaas
gingen Mees en Aaltje in het tolhuis wonen.
Om verder te kunnen gaan met broodbak
ken, breidde hij het tolhuis uit met een bak
kerij.
Samen met zijn broers en zusters en zijn
ongetrouwde oom Hendrik runde Mees dus
een herberg, boerderij, tol en een bakkerij,
(het tolhuis annex bakkerij moest later
plaats maken voor een verbreding van de
weg Woudenberg -Amersfoort en is afge
broken).
Helaas overleed Mees op vrij jonge leeftijd
en Aaltje bleef achter met acht kinderen.
Maar met de hulp van de familie kon zij het
hele bedrijf gaande houden. Haar zoon
Barend nam aanvankelijk de bakkerij, de
tollen en de boerderij over. Later kwam de
boerderij in handen van zijn broer Anthonie
van de Lagemaat.
Gerrit, de broer van Mees, runde toen de
herberg. Hij trouwde met Gesina de Kruijff,
ook wel Sienemeu genoemd. Na hun huwe
lijk werd Gesina herbergiersteren Gerrit
begon een timmerbedrijf. Hij bouwde hier
voor op het erf een grote schuur, die soms
ook dienst deed als kerk want Gerrit was
een zeer gelovig mens. Hij stond op een
zuivere verkondiging van Gods Woord en
I-oio. Ire hui van l.oenen
"l)e Mof vóór de ajhraak in 193-4 met de tol op de Leusbroekerweg
De hooiberg ernaast maakt duidelijk dat de hoerderijjunklie in die tijd belangrijker was dan de herberg
Foto Archief F v Loenen